Media-effecten
Les 1: inleiding
Praktische info
- Het boek media Effecten best de 3de versie maar er zullen scans ter beschikking zijn.
- Examen: drie/ vier soort vragen
o Essayvraag over groter deel
o Toelichten van begrippen (klein deel)
o Vraag rond case (niet zeker op examen)
o Vergelijkende vraag (werken met inzichten, moeilijkste vragen
I
Media-effecten= social or psychological responses occurring in individuals, dyads, small groups or
organisations of communities as a result of exposure to or processing of or otherwise on media
messages
Als de vraag wordt gesteld wat verwacht je van de gevangenis? Dan komen alle stereotypes van
Amerikaanse gevangenissen naar boven effect van de media
Wat toont dit voorbeeld aan: we creëren een beeld van de wereld aan de hand van de media. We
staan hier pas bij stil als het plots niet overeenkomt in de realiteit
Kan je enkel zien als je heel specifiek vragen gaat stellen in specifieke situaties
Premisse media-effecten: zijn er nog zaken in ons leven die niet beïnvloed wordt door de media?
Doelen van wetenschappen
1. Voorspellen
a. =zeggen wat er in de toekomst gaat gebeuren
b. Mensen baseren hun gedrag daarop
c. Media-effecten vb. voorspellen welke kinderen vatbaar zijn voor geweldeffecten
d. Maar beperkingen aan voorspellen
2. Verklaren
a. :in bredere context plaatsen
b. Worden voortdurend verder opgebouwd
c. Media-effecten vb. verschillende verklaringen voor geweld effect
3. Begrijpen
a. =de volgorde kennen van causale gebeurtenissen
b. Komt voort uit een goede verklaring
c. Media effecten vb. welke verschillende stappen tussen blootstelling en gedrag
4. Controleren (in een ideale wereld)
a. =gevolg van voorspellen, verklaren en begrijpen
1
, b. Media-effecten vb. rating systemen films of games
c. = de bredere context van wetenschappelijk onderzoek
Hoe bereiken we die doelen?
1. Theorie
a. Theorie vs idee
i. Meer dan 1 statement
ii. Kernconcepten bepalen en hun relaties
iii. Hypotheses die getest kunnen worden
iv. Wisselwerking tussen theorie en data
2. Falsifieerbaarheid
i. Je moet op voorhand kunnen zeggen welke bevindingen ervoor zorgen dat
de hypothese fout is
ii. Vb. alle zwanen zijn wit
1. H: de volgende zwaan die je ziet is wit
2. O: de zwaan is wit
3. H is bevestigend
3. Creativiteit
a. Theorie wordt door mensen gemaakt, die ooit ook studenten waren
b. Mensen zijn meer geneigd ze ernstig te nemen als ze logisch lijken
4. Generealiseerbaarheid
a. Wetenschap zoekt naar algemene patronen
b. Zo weinig mogelijk variabelen om te verklaren
c. Case studies zeggen weinig over algemene patronen
d. Die algemene patronen als kennis verspreiden help veel meer
5. Objectieve waarheid ontdekken
a. “er is geen objectieve waarheid”
b. Media heeft een invloed op kinderen of media heeft geen invloed op kinderen
c. Betekent niet dat die invloed op alle kinderen hetzelfde is
6. Sceptisch blijven
a. Altijd mogelijkheid tot controverses
b. Er zijn geen definitieve conclusies
c. Maar consensus groeit met meer onderzoek te doen
Toekomst van media-effecten onderzoek
1. Ondertussen duizenden studies naar effecten van media op attitudes, gedrag en cognities
2. Meta-analyse= vb. veel studies kijken naar relatie media en prestaties op school allemaal
anderen manieren maar kijken allemaal naar hetzelfde. Al die studies samen te nemen en
proberen een gemiddelde samenhang te berekenen van al die studies. Het is een belangrij
instrument in de media.
Vb. gewelddadige videogames r=0.08-0.19 (over het algemeen is dit niet veel maar wel
consistent, maar er komt later nog een grote nuance)
Grootste waarden die het kan aannemen is 1 de kleinste 0 = toont samenhang fenomenen
aan
2
, 3. Maar wat is de theoretische en praktische waarde?
Het probleem met kleine effectgroottes in media-effecten onderzoek
1. We zijn er altijd open over geweest= positief MAAR te veel nadruk op het falen om een effect
te vinden= afstoten interesse journalisten en politici
2. Tegenstrijdige visies over media-effecten
a. Cfr. Geschiedenis van Magic Bullet tot limited-effects perspective
3. Gaat in tegen dagelijkse ervaring: veel voorbeelden te vinden van sterke media-effecten
4. blijvend stilstaan bij vaag of kleine effecten goede representatie zijn van realiteit
Uitdagingen voor media-effecten onderzoek
1. Verbetering meetinstrumenten media-effecten
PROBLEMEN:
a. Weinig consensus; soms meer dan 100 verschillende maneiren om 1 concept te meten
b. Veel gebruik zelf gerapporteerde data
i. Cognitieve problemen: herinneren
ii. Motivationele problemen sociaal wenselijk antwoorden
c. Nieuwe media technologieën
a. Media gebruik kan over overal, ieder moment, simultaan
OPLOSSINGEN
a. geen globale blootstelling meten, want media-effecten zijn niet globaal
i. liever specifiek op bepaalde media-inhoud, bepaald medium of technologie
ii. aanvullen inhoudsanalyse
b. specifieke metingen
i. specifieke titels of inhoud (vb. Politiek nieuws)
ii. kan aangevuld worden met inhoudsanalyse
c. metingen van herkenning ipv herinnering
i. minder motivationele problemen
ii. alleen als de populatie boodschappen niet te groot is
iii. opletten false recognition
d. werken aan validatie van methoden standaardisatie
2. Meer aandacht conditionele media-effecten
a. Meer effect bij een kleinere groep
b. Geen gelijke ontwikkeling media-effecten voor iedereen
c. Wel erkend in theorie maar niet altijd in het onderzoek
PROBLEMEN:
a. Individuele verschillen worden aanzien als ruis
i. Vb. experiment; individuele verschillen uitschakelen door random selectie
3
, ii. Toegevoegd als covariaten/controlevariabelen, niet als variabelen die
interacties veroorzaken
iii. Kan verklaren waarom effecten in voorgaand onderzoek klein waren
OPLOSSING:
a. specifieke hypotheses over bij welke specifieke groep mensen effecten verwacht worden
3. Meer cumulatieve theorie testen
a. Media -theorieen: de effecten worden gemedieerd door de manier waarop de
boodschap verwerkt wordt
PROBLEMEN:
o Onderzoek doet dit niet
o Vb; onduidelijk welke effecten van welke soorten media geweld welke types
agressief gedrag beïnvloeden en welke cognitieve, fysiologische en emotionele
processen dit verklaren
o Komt deels doordat theorieën de processen niet voldoende specifiëren
o Weinig toegankelijkheid tot de theorieën
4. Erkenning transactionele media-effecten
a. Het gaat niet van a naar b maar van b naar a, het zijn effecten die op elkaar inspelen
PROBLEMEN:
1. Conceptualiseren media-effecten als éénrichtingsverkeer: oorzaak gevolg
OPLOSSING:
1. Rekening houden transactionele modellen: gevolg heeft weer een invloed op de oorzaak
5. Nieuwe media = nieuwe theorieën en onderzoek
a. mass self-communication: media inhoud is geen éénrichtingsverkeer meer è self generated
media effects
i. Direct@
ii. Indirect
OPLOSSING
a. Focus niet alleen op de receptie processen, ook op de productie processen
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller louisa-marievandenheede. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.44. You're not tied to anything after your purchase.