HC 16/02: Het logisch empirisme
dinsdag 2 februari 2016 11:18
Samenvatting voorgaande
• Wetenschappelijke Revolutie
○ Mechanistisch-mathematische stroming
○ Experimenteel-empiristische stroming
• Komen samen in het werk van Newton
○ Alle kennis van de natuur in axiomatisch systeem
• David Hume (1711-1776)
○ Analytische uitspraken (relations of ideas)
A priori: gaat vooraf aan ervaring
○ Synthetische uitspraken (matters of fact)
A posteriori: volgen op ervaring
• Levert problemen op:
○ Inductieprobleem: van beperkt aantal observaties kan je eigenlijk geen logische universele uitspraken afleiden
○ Causaliteit: oorzakelijke relaties onderstellen een noodzakelijk verband en dat kan je niet waarnemen
• Hume gaat morrelen aan de feiten van Newtons natuurkunde
• Immanuel Kant wil deze problemen oplossen
Immanuel Kant (1724-1804)
• Hoe is de fysica van Newton als je daarbij ook de problematisering van Hume in acht neemt? Welk antwoord moet je
Hume geven om Newtons natuurkunde mogelijk te maken
• Kritik der reinen Vernunft (1781)
○ Geen kritiek op de zuivere reden maar kritisch onderzoek naar de werking/grenzen van zuivere reden
○ Probeert fundamentele verandering van natuurwetenschappen te verwerken in filosofisch systeem zonder zo
sceptisch te zijn als Hume
○ Ambitie was om copernicaanse wending tot stand te brengen in filosofie
Zijn werk werkt zowel op negatieve manier als positieve manier door
• Kant is einde van vroegmoderne reflectie op kennis en begin van moderne denken over filosofie
• Vertrekpunt van Kant is onderscheid tussen analytische en synthetische uitspraken
A S
○ A priori X X
A posteriori X
• Er bestaan synthetische a priori uitspraken
○ Zoals: elke verandering heeft een oorzaak
Dit is een feit, maar je hoeft het niet op basis van observaties vast te stellen
○ 1 + 1 = 2; som van hoeken van een driehoek is 180 graden
Hume zou zeggen dat dit analytisch is, Kant zegt dat het ook in de wereld zo is en dus synthetisch
○ F = m*A is niet puur een definitie, ook een uitspraak over feiten in de wereld
• Deze uitspraken zijn het fundament van de natuurwetenschappen
• Hoe zijn deze uitspraken mogelijk??
• Kant: synthetische a priori uitspraken zijn mogelijk vanwege de structuur van ons kennen
○ De waarheden leggen we als het ware op aan de wereld
• Kant noemt zijn filosofie transcedentaal
○ Dat wil zeggen dat Kant onderzoek doet naar de mogelijkheidvormen/mogelijkheidsvoorwaarden van onze
kennis
○ Aan welke voorwaarden moet ons kenvermogen voldoen wil natuurwetenschappen mogelijk zijn?
• Transcedentaal is niet transcedent
○ Transcedent = betrekking op iets dat voorbij deze wereld ligt
• Transcedentaal onderzoek is ook geen psychologie
○ Kant onderzoekt niet hoe ons kenvermogen feitelijk werkt. Dat deed Hume. Gaat om de
mogelijkheidsvoorwaarden voor kennis (= natuurkunde van Newton)
• Volgens Kant speelt ons kenvermogen een actieve rol
○ Kennis is geen simpele afspiegeling van de dingen in de wereld. Dat is empiristisch
• Kant: uiteindelijk kunnen we de Dinge an sich, zoals ze op zichzelf bestaan, niet kennen. Die zijn voor ons niet
toegankelijk
• We kunnen alleen iets zeggen over de fenomenale wereld
WF Pagina 1
dinsdag 2 februari 2016 11:18
Samenvatting voorgaande
• Wetenschappelijke Revolutie
○ Mechanistisch-mathematische stroming
○ Experimenteel-empiristische stroming
• Komen samen in het werk van Newton
○ Alle kennis van de natuur in axiomatisch systeem
• David Hume (1711-1776)
○ Analytische uitspraken (relations of ideas)
A priori: gaat vooraf aan ervaring
○ Synthetische uitspraken (matters of fact)
A posteriori: volgen op ervaring
• Levert problemen op:
○ Inductieprobleem: van beperkt aantal observaties kan je eigenlijk geen logische universele uitspraken afleiden
○ Causaliteit: oorzakelijke relaties onderstellen een noodzakelijk verband en dat kan je niet waarnemen
• Hume gaat morrelen aan de feiten van Newtons natuurkunde
• Immanuel Kant wil deze problemen oplossen
Immanuel Kant (1724-1804)
• Hoe is de fysica van Newton als je daarbij ook de problematisering van Hume in acht neemt? Welk antwoord moet je
Hume geven om Newtons natuurkunde mogelijk te maken
• Kritik der reinen Vernunft (1781)
○ Geen kritiek op de zuivere reden maar kritisch onderzoek naar de werking/grenzen van zuivere reden
○ Probeert fundamentele verandering van natuurwetenschappen te verwerken in filosofisch systeem zonder zo
sceptisch te zijn als Hume
○ Ambitie was om copernicaanse wending tot stand te brengen in filosofie
Zijn werk werkt zowel op negatieve manier als positieve manier door
• Kant is einde van vroegmoderne reflectie op kennis en begin van moderne denken over filosofie
• Vertrekpunt van Kant is onderscheid tussen analytische en synthetische uitspraken
A S
○ A priori X X
A posteriori X
• Er bestaan synthetische a priori uitspraken
○ Zoals: elke verandering heeft een oorzaak
Dit is een feit, maar je hoeft het niet op basis van observaties vast te stellen
○ 1 + 1 = 2; som van hoeken van een driehoek is 180 graden
Hume zou zeggen dat dit analytisch is, Kant zegt dat het ook in de wereld zo is en dus synthetisch
○ F = m*A is niet puur een definitie, ook een uitspraak over feiten in de wereld
• Deze uitspraken zijn het fundament van de natuurwetenschappen
• Hoe zijn deze uitspraken mogelijk??
• Kant: synthetische a priori uitspraken zijn mogelijk vanwege de structuur van ons kennen
○ De waarheden leggen we als het ware op aan de wereld
• Kant noemt zijn filosofie transcedentaal
○ Dat wil zeggen dat Kant onderzoek doet naar de mogelijkheidvormen/mogelijkheidsvoorwaarden van onze
kennis
○ Aan welke voorwaarden moet ons kenvermogen voldoen wil natuurwetenschappen mogelijk zijn?
• Transcedentaal is niet transcedent
○ Transcedent = betrekking op iets dat voorbij deze wereld ligt
• Transcedentaal onderzoek is ook geen psychologie
○ Kant onderzoekt niet hoe ons kenvermogen feitelijk werkt. Dat deed Hume. Gaat om de
mogelijkheidsvoorwaarden voor kennis (= natuurkunde van Newton)
• Volgens Kant speelt ons kenvermogen een actieve rol
○ Kennis is geen simpele afspiegeling van de dingen in de wereld. Dat is empiristisch
• Kant: uiteindelijk kunnen we de Dinge an sich, zoals ze op zichzelf bestaan, niet kennen. Die zijn voor ons niet
toegankelijk
• We kunnen alleen iets zeggen over de fenomenale wereld
WF Pagina 1