100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting cultuurwetenschappen 6 thema 1 $9.18   Add to cart

Summary

Samenvatting cultuurwetenschappen 6 thema 1

1 review
 94 views  2 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

macht van staten, kenmerken van staten, verschillende staten en bestuursvormen, organisatie van de Belgische staat, politieke partijen

Preview 3 out of 20  pages

  • No
  • Thema 1
  • December 5, 2022
  • 20
  • 2021/2022
  • Summary
  • Secondary school
  • 3e graad
  • 5

1  review

review-writer-avatar

By: ingeborgverheye • 1 year ago

Translated by Google

Clear and structured

avatar-seller
Thema 1: hs 1 macht van staten
1 – ontstaan van staten

middeleeuwen: nood aan structuur en organisatie – koningen zagen inwoners als persoonlijk bezit
verlichting: koninklijke macht inperken
-> Vrede van Westfalen: geboorteakte van de staat (einde aan een dertigjarige oorlog)
met soevereiniteit als basis

soevereiniteit: elke staat moet bevoegd zijn om alle beslissingen over het eigen grondgebied te
nemen, zonder bemoeienis van anderen

sociaal contract: het idee dat het volk door middel van een stilzwijgende overeenkomst een deel van
zijn vrijheid afstaat aan de vorst of overheid in ruil voor wederdiensten zoals bescherming

3 theoriën over staten:

Thomas Hobbes:
- mens neigt uit nature naar geweld, dat leidt onherroepelijk tot een oorlog
- staat heeft als taak de onderdanen te beschermen, zij geven vrijheid af

John Locke:
- mens = moreel wezen, van nature vrij – mag geen schade toebrengen aan het leven, … v
anderen
- heerser moet veiligheid boven eigen belangen zetten

Jean-Jacques Rousseau:
- om samen te kunnen leven, sluiten ze sociaal contract af
- geven individuele rechten en vrijheiden uit handen aan een overheid
- overheid ontleent macht aan dat contract & dient algemene wil vh volk
- ‘wat een mens verliest door het sociaal contract is zijn natuurlijke vrijheid en een onbeperkt
recht op alles wat hem verleidt en wat hij kan bereiken; wat hij wint is de burgelijke vrijheid en de
eigendom van alles wat hij bezit’

natiestaten: staten waar de bevolking zich verbonden voelt en die samenhorigheid ook territoriaal
ook heeft vastgelegd (Fr Rev – 1789)

nationalisme: de staat is het verlengstuk van de natie of het volk en dient de staat de belangen van
dat volk te verdedigen

2 – de natiestaat

streven naar versterking van eigen volk en ijveren voor zelfbeschikkingsrecht (wij-zij)
nationalisme = samenhorigheidsgevoel, volk heeft eigen staat/wil (niet altijd duidelijk te omschrijven)
belgisch samenhorigheidsgevoel: vlag, volkslied, nationale feestdag

-> zekere solidariteit tussen leden van het volk
-> zekere rivaliteit tussen verschillende volken

vandaag: nationalisme onder druk door mondialisering (open grenzen in Europa & migratiestromen)
superdiversiteit: benadrukt dat het niet alleen meer gaat om verscheidenheid aan afkomst, maar dat
er een grote diversiteit binnen de diversiteit is (etnisch nat. maakt plaats voor politiek nat.)


1

,3 – stateloze organisatievormen

-> groep mensen die met elkaar verbonden zijn door afstamming
bv. Bedoeïnen – Mongoolse volk

4 – waarin staatsvormen verschillen

grondgebied kan wijzigen door:
- eenmaking tussen 2 of meerdere staten
- annexatie (aanhechting) van een deel van een andere staat
- afscheiding of separatisme
- ontbinding van een staat in nieuwe staten

grenswijzigingen van staten gebeuren door:
- (burger)oorlogen
- hoewelijken en erfenissen
- schenkingen, verkoop of aankoop van grond
- natuurfenomenen

separatisme: een deel van een land wilt zich afscheiden van de rest en onafhankelijk worden
-> eigen instellingen uitbouwen

motief voorbeeld
economische motieven Irak vs. Iran / koloniale oorlogen
gebiedsuitbreiding / prestige 3e rijk in WO II
religieus motief Jihaad, kruistochten, Israel en Palestina
nationalistische overtuiging hitler’s superioriteitsgevoel (arisch ras)
wraak voor eerdere conflicten WO I
burgeroorlog amerikaanse / afrikaanse burgeroorlog
defensieve oorlog afghanistan


5 – staatsgrepen

staatsgreep – coup d’etat – putsh: wanneer een individu een groep de staatsmacht in een bepaald
gebied of niet-wettelijke wijze naar zich toetrekt
-> succesvol als ze meer macht naar zich toe weten te trekken dan de zittende overheid
(geweldmonopolie)

revolutie: wanneer een regime omvergeworpen door een bevolkingsgroep die voordien van de
macht verstoten was

6 – verschillende staatsvormen

unitaire staat – eenheidsstaat: macht licht uitsluitend bij centrale overheid (Fr & Nl)
bestuursniveaus liggen ondergeschikt aan centrale bestuur – kunnen opgericht en afgeschaft worden

federale staat – bondsstaat: macht verdeeld tussen centrale of federale overheid en de deelstaten
deelstaten hebben grote verantwoordelijkheid – centrale overheid mag niet zomaar bevoegdheden
toevoegen of afnemen – deelstaten eigen werkingsmiddelen, parlement, regering en soms grondwet




2

, België: voor de Tweede Wereldoorlog was de Belgische grondwet nauwelijks gewijzigd. Enkel de
kieswet was in de loop der jaren aangepast. Vanaf 1970 kwam daar verandering in. Zes
staatshervormingen volgden elkaar op. De unitaire structuur van België werd opgeheven en
bevoegdheden werden overgedragen naar de gemeenschappen en gewesten.

confederatie – statenbond: bond van soevereine staten die voor bepaalde beleidsdomeinen
samenwerken
verschil met federale staat: de staten houden hun soevereiniteit – dmv een vedrag geven ze een deel
van hun macht af, maar ze kunnen dat verdrag ook delen of intrekken

residuaire bevoegdheden: bevoegdheden die niet uitdrukkelijk toegewezen zijn (defensie, soc. zek.)

7 – samenwerking en besluitvorming tussen verschillende staten

supranationale organisaties: bepaalde bevoegdheden van de nationale staten worden overgedragen
naar een autoriteit die boven de nationale staten staat
-> staat behoudt zijn soevereiniteit maar schikt zich naar de beslissingen op supranationaal niveau
-> tussen intergouvernementalisme en federalisme
-> verplicht

intergouvernementele organisaties: lidstaten zijn gebonden aan het vedrag van de internationale
organisatie waar zij uitdrukkelijk mee hebben ingestemd
-> niet tegen wil
-> unanieme beslissingen

7.1 de Europese Unie

1e visie: Europa van de politieke samenwerking en eenheid in beleid (federaal Europa met
supranationale instellingen)
2e visie: Europa met een economische eenheidsmarkt waarbij de politieke macht bij de nationale
staten ligt (intergouvernementeel Europa)

Europese Unie = in economische & monetaire opzichten te beschouwen als een supranationale unie.
op andere gebieden -> meer karakter van een intergouvernementele organisatie

-> vrij verkeer van goederen, personen, diensten & kapitaal -> interne Europese markt

voorzitter Europese Commissie voorzitter Europese Raad Hoge Vertegenwoordiger




Ursula von der Leyen Charles Michel Josep Borell




3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller monaverheugenluchie. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.18. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

66579 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$9.18  2x  sold
  • (1)
  Add to cart