Thema 3: hs 1 stoorzenders bij de persoonlijkheidsontwikkeling
1 – het nature-nurture debat
1.1 nature – erfelijk bepaalde eigenschappen
erfelijke eigenschappen die de ontwikkeling kunnen verstoren:
- mentale kenmerken (syndroom v Down, ASS, …)
- uiterlijke kenmerken (huidskleur, haarkleur, …)
- fysieke beperking (blindheid, doofheid, …)
mentale kenmerken:
kinderen met mentale beperkingen hebben kans om minder rechten te hebben & anders behandelt te worden.
Alledaagse activiteiten kunnen ook meer moeite en tijd kosten dan bij mensen zonder die beperking.
uiterlijke kenmerken:
de Jim-Crow wetten legaliseerden rassenscheiding in de Verenigde Staten. Nu bestaat in de VS de affirmative
action, waarbij minderheden een duwtje in de rug krijgen.
fysieke beperkingen:
- psychologisch kwetsbaar
2.2 nurture – omgeving en opvoeding
2.2.1 Theodor Adorno (autoritaire persoonlijkheid)
bron van frustratie = in de opvoeding
Ouders willen via hun kinderen hun sociale status veiligstellen en gaan daardoor streng opvoeden. Ze willen
doorzettingsvermogen en wilskracht.
kinderen gaan die agressie onderdrukken, maar eens ze volwassen zijn komt die tot uiting.
etnocentrische mensen zouden in hun jeugd niet in staat geweest zijn om een liefdevolle relatie op te bouwen
& te onderhouden
2.2.2 Diane Baumrind
opvoeding = combinatie van liefde voor hun kinderen en controle van hun kinderen
--> voorspelling van sociale vaardigheden, schoolprestaties, psychosociale ontwikkeling, …
--> communicatie = belangrijk
controle = het gedrag van ouders met de bedoeling het gedrag van hun kind te reguleren en te sturen
responsiviteit = emotionele en fysieke steun die ouders hun kind geven & uiten van zorg en liefde
autoritaire ouders: hoog op controle & laag op responsiviteit
autoritatieve of democratische ouders: hoog op controle & hoog op responsiviteit
permissieve ouders: laag op controle & hoog op responsiviteit
opvoedingsstijl
autoritair autoritatief permissief
teruggetrokken assertief impulsief
kenmerken kinderen weinig enthousiasme onafhankelijk lage zelfwaarde
bedeesde meisjes, vriendelijk en lage zelfcontrole
vijandige jongens coöperatief
lage prestatiedrang hoge prestatiedrang agressief
lage sociale hoge sociale weinig
competenties competenties verantwoordelijkszin
1
, 2.2.3 kans armoede
kans armoede is wanneer mensen (vooral kinderen) langdurig beperkt worden in hun kansen om deel te
nemen aan maatschappelijk hooggewaardeerde goederen (onderwijs, arbeid, huisvesting)
6 criteria: (zwak op 3)
- maandinkomen van het gezin
- opleiding van de ouders
- stimulatieniveau van kinderen
- arbeidssituatie van de ouders
- huisvesting
- gezondheid
2.2.4 traumatische ervaringen
trauma is serieuze psychologische schade als gevolg van een (onverwachte) gebeurtenis die als heel intens
wordt ervaren (posttraumatische stressstoornis = gevolg van trauma)
2.2.5 nature en nurture samen – kan ontwikkeling verstoren
gen-omgevingscorrelatie: mate waarin een persoon blootgesteld wordt aan een bepaalde omgeving wordt
bepaald door genen
gen-omgevingsinteractie: door interactie van genen en omgeving
hs 2: een verstoorde zelfontwikkeling
1 – genderidentiteit
genderdysforie of genderidentiteitsstoornis: een toestand waarbij de genderidentiteit van een persoon niet
overeenstemt met de biologische sekse
gender normatief: in overeenstemming met de typische en klassieke man-vrouw rollen en verwachtingen
transgender: travestie, transgenderisme, transseksualiteit, gendervariatie, …
transseksualiteit: genderidentiteit staat volkomen haaks op de sekse – hormonen en nodige operaties –
geslachtsverandering
transseksuele man: geboren als vrouw met mannelijke genderidentiteit (ftm)
transseksuele vrouw: geboren als man met vrouwelijke genderidentiteit (mtf)
travestie: naar buiten brengen van transgenderidentiteit via gedrag, houding, taal, …
2 – persoonlijke identiteit
ontwikkeling volgens Erikson:
1 babyfase: vertrouwen tegenover wantrouwen
2 peuterfase: zelfstandigheid tegenover schaamte en twijfel
3 kleuterfase: initiatief tegenover schuldgevoel
4 schoolleeftijd: vaardigheid tegenover minderwaardigheid
5 adolescentie: identiteit tegenover identiteitsverwarring
6 eerste volwassenheid: intimiteit en solidariteit tegenover isolement
7 volwassenheid: generativiteit en productiviteit tegenover egocentrisme en stagnatie
8 rijpheid: integriteit tegenover wanhoop
2.2 anomietheorie – Emile Durkheim
anomie: verwijst naar een toestand waarin normen niet meer hun invloed van gedragsregulering hebben, met
afwijkend gedrag als gevolg. (gebrek aan eenheid in de maatschappij)
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller monaverheugenluchie. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.20. You're not tied to anything after your purchase.