Praktijkcursus MSK 4
HEUP-regio
Introductie
Actieve revalidatie vs. Manuele Therapie
Het aandeel actieve revalidatie is veel groter dan het aandeel Manuele Therapie. Er zijn
verschillende argumenten om dit aan te nemen.
1) De structuren van de heupregio liggen te diep om er passief te geraken.
2) Doorbloeding is beter te stimuleren bij actieve revalidatie.
3) Je traint veel meer bij een oefening: niet alleen spierkracht, ook coördinatie,
evenwicht, proprioceptie etc. worden getraind. Wanneer je Manuele Therapie
toepast is dit niet het geval. Met het oog op functionaliteit is de actieve revalidatie
dus veel nuttiger.
4) Locus of control: door middel van actieve revalidatie kan je de patiënt het gevoel
geven dat hij/ zij zelf controle heeft over zijn of haar revalidatie. Dit in tegenstelling
tot het uitvoeren van Manuele Therapie waarbij je de foute perceptie van de patiënt
gaat bevestigen dat de therapeut de tovenaar is die het probleem in jouw plaats zal
oplossen.
5) Adaptatievermogen: het is ons doel dit te sturen en langzaam de belasting te
verhogen zodat het lichaam stilaan meer aankan en de belastbaarheid dus omhoog
gaat.
Besluit: Hoewel actieve oefeningen centraal blijven staan, is MT wel belangrijk maar dient
het vooral ter ondersteuning.
,Reactiviteit
Reactiviteit = graad van irriteerbaarheid: hoe snel is het heupgewricht (articulair!) nog
sneller geïrriteerd dan het al is (lokaal gezien!). Het inschatten van de reactiviteit is van groot
belang voor het instellen van de behandelparameters (zie cockpit model). Dit inschatten is
ook een indicatie van de toestand van het immuunsysteem (bv. aanhoudende inflammatie).
Afhankelijk van de reactiviteit gaan we onze patiënt anders behandelen! Maar hoe kunnen
we reactiviteit nu herkennen?
1) Vragen naar evolutie: ‘Als je meer gedaan hebt, heb je dan ook meer pijn?’
2) Typische ontstekingstekens: bij een hoge reactiviteit zijn we volgende tekens:
a. Roodheid (rubor)
b. Zwelling (tumor)
c. Warmte (calor)
d. Functieverlies (functio laesia)
e. Pijn in rust, nachtelijke pijn (dolor)
f. Gerefereerde pijn (hoe groter het gebied, hoe hoger de reactiviteit)
g. Drukgevoeligheid (bv. niet op aangedane zijde kunnen liggen)
h. Slecht begrensde pijn
i. Alle tekens van sympathische overactiviteit (ernstig zweten, blozen,
angststoornissen)
Het inschatten van de reactiviteit gebeurt voor elke behandeling!
➔ Voorbeelden pathologie met een hoge reactiviteit:
o Coxartrose kan hoog reactief zijn maar hoeft niet (de ene patiënt heeft meer
klachten dan een andere) → we spreken dan van een flair up, een periode
van traumatische artritis
o RA
➔ Voorbeelden pathologie met een lage reactiviteit:
o Mensen die geïmmobiliseerd zijn (bv als een patiënt uit de gips komt →
meestal na 6 weken). Bot is dan hersteld maar kunnen toch nog niet stappen.
Dit komt niet door pijn maar wel door sterke vermindering van de mobiliteit
(door vorming van cross links, verklevingen…)
,Hulpvraag
Een duidelijke formulering van de hulpvraag is belangrijk in het kader van:
▪ Misverstanden tussen therapeut en patiënt kunnen vermeden worden
▪ We kunnen werken in functie van de verwachtingen van de patiënt
▪ Bepaalde prioriteiten leggen in de behandeling
▪ Biopsychosociale benadering
Diepe dwarse fricties
Hierbij wordt lokaal de aangedane structuur met 1 of 2 vingers behandeld in dwarse richting
met voldoende amplitude en diepte.
Men gaat er vanuit dat pezen of ligamenten zelden groter zijn dan 1 cm 3, en dat is precies
waar men met DDF gaat behandelen.
Men gaat uit van de volgende effecten:
1. Pijnstilling: tijdens DDF moet de pijn normaal afnemen, belangrijk is om de juiste
krachtdosering te vinden
2. Mobilisatie: de ‘transversale mobiliteit’ wordt verbeterd door prikkeling in het
bindweefsel (want men werkt in dwarse richting)
3. Doorbloeding: verbeteren van de lokale doorbloeding
Rekkingen
Is belangrijk bij het op lengte brengen van spieren en helpt de vezels in de juiste richting te
oriënteren.
Aandachtspunten: rekkingen gebeuren traag en lang om de myotatische reflex te vermijden
(contractie als gevolg van het op rek brengen van een spier)
Mobilisaties:
➔ Actief/ passief/ Activo-passief
➔ Artrokinematisch - osteokinematisch:
o Spin: bij kogelgewricht
o Angulatie: osteokinematisch: flexie/ extensie (2 botstukken in zijn geheel tov
elkaar)
o Tracties (artrokinematisch: separatie BINNEN het gewricht)
o Translatie (artrokinematisch: glijding BINNEN het gewricht)
, Cockpit model
Het cockpit model is ontwikkeld om je mobilisaties te leren doseren. Dit is erg moeilijk dus
elk model dat hierbij hulp biedt, kan handig zijn. Als je het verkeerd doet, kan je patiënt of
met nog meer pijn naar huis of gaat je patiënt totaal niet geholpen zijn. Allereerst moeten
we de reactiviteit nagaan om de behandelparameters goed te kunnen bepalen (zie
reactiviteit). Een correcte dosering van onze behandeltechnieken is belangrijk om het
gewenste effect te bekomen. Een goede kennis over de fasen van weefselherstel,
belastbaarheid en reactiviteit van onze patiënt is hierbij heel belangrijk.
Het cockpitmodel is een hulpmiddel dat kan worden gebruikt om de dosering te bepalen en
wordt gebruikt om de behandelparameters te bepalen:
▪ Het werkt met verschillende variabelen (in de vorm van wijzerplaten)
▪ De variabelen kunnen worden bijgestuurd aan de evolutie van het letsel en
feedback van de patiënt
▪ We kunnen de variabelen kwantificeren
Verschillende parameters
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller StuviaCM. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.69. You're not tied to anything after your purchase.