100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Hoorcolleges Ziekteleer $9.25   Add to cart

Summary

Samenvatting Hoorcolleges Ziekteleer

 38 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

Dit is een uitgebreide samenvatting van het vak ziekteleer dat onderdeel is van de master medische psychologie op Tilburg University. Alle hoorcolleges zijn meegenomen en verduidelijkt met afbeeldingen. Ook de zelfstudievragen van elk hoorcollege komen aan bod.

Preview 4 out of 162  pages

  • December 6, 2022
  • 162
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting Hoorcolleges
Ziekteleer 2022-2023
Hoorcollege 1: Diabetes deel 1

Diabetes: de cijfers
 Ruim 1,2 miljoen Nederlanders heeft een vorm van diabetes
 Het zijn vaker mannen dan vrouwen
 Kwart van de mensen met diabetes weten niet dat ze dit hebben
 Op basis van zelfrapportage is het aantal mensen met diabetes lager
 Ongeveer 9% van alle diabetespatiënten heeft type 1
 Mensen met een Hindoestaanse, Turkse of Marokkaanse afkomst hebben een grotere kans
op het krijgen van diabetes
 Rijke mensen hebben over het algemeen ook minder vaak diabetes, omdat ze vaak slanker
zijn

Wat is diabetes?
 Diabetes is een stofwisselingsziekte die primair gekenmerkt wordt door teveel glucose in het
bloed  dit wordt ook wel chronische hyperglykemie genoemd
 Het hormoon insuline speelt een sleutelrol bij het op peil houden van de hoeveelheid glucose
in het bloed en dus ook bij diabetes
 Insuline zorgt ervoor dat glucose dat in het bloed zit in de cellen komt waar glucose verbrand
wordt
 Insuline wordt gemaakt in de alvleesklier
 Als gevolg van defecten in de secretie (afgifte) van insuline, treden ook stoornissen op in vet-
en eiwitstofwisseling

Eilandjes van Langerhans
 Dit zijn groepjes met cellen in de alvleesklier die de insuline maken
 De bètacellen in de alvleesklier zijn verantwoordelijk voor de productie van insuline

Wat zijn criteria voor het stellen van de diagnose van diabetes mellitus?
 Dit doe je op basis van de waarde van de bloedglucose
 Dit kan gemeten worden aan de hand van een vingerprik (capillair bloed) of uit een ader
(veneus plasma)  het bloed is op beide plekken anders
 De makkelijkste manier is via de vingerprik, maar de meest betrouwbare manier is uit een
ader
 De glucosewaardes betekenen het volgende:
Capillair bloed Veneus plasma
Diabetes Nuchter ≥ 6,1 mmol/l ≥ 7,0 mmol/l
2 uur na 75 gram OGTT ≥ 11,1 mmol/l ≥ 11,1 mmol/l
Normaal Nuchter < 5,6 mmol/l < 6,1 mmol/l
2 uur na maaltijd < 7,8 mmol/l < 7,8 mmol/l
 OGTT is een drankje met suiker  dit wordt nu niet meer veel gedaan, behalve bij vrouwen
die zwanger zijn en er gedacht wordt aan zwangerschapsdiabetes
 Pre-diabetes: dit wordt ook wel glucosestofwisselingsstoornis genoemd  dit heb je als je
tussen een normale waarde en een diabetes-waarde zit
Onderverdeling van de verschillende vormen van diabetes

,  Diabetes type 1: de alvleesklier maakt geen insuline meer  insulinedeficiëntie
- Auto-immuun diabetes type 1: het immuunsysteem richt zich op het eigen lichaam in
plaats van een bacterie of virus waarbij er ook antistoffen worden gevonden
- Idiopathische diabetes type 1: er worden geen antistoffen aangetroffen in het bloed
 Diabetes type 2: er wordt wel insuline aangemaakt, maar je bent er minder gevoelig voor
- Je hebt in dit geval dan meer insuline nodig om een effect te bereiken
- Dit is niet meteen een probleem, maar er komt een moment waarbij de alvleesklier op
zijn maximale afgifte van insuline zit en op dit punt is er niet meer genoeg insuline om de
glucose in het bloed af te breken  dit noemen we insulineresistentie
- Insulineresistentie is afhankelijk van je gewicht  hoe zwaarder je bent, hoe meer
insuline je nodig hebt
- Maar ook van je leeftijd  hoe ouder je wordt, hoe minder insuline de alvleesklier
produceert
- Type 2 diabetes wordt ook bepaald door genetische factoren
 Zwangerschapsdiabetes
- Bij zwangerschapsdiabetes liggen de grenzen van de bloedglucosewaarden wat lager
- Vrouwen met hogere bloedglucosewaarden krijgen grotere en zwaardere baby’s
- Dit komt doordat de glucose niet voldoende wordt afgebroken in het bloed van de
moeder en zo dus naar de baby kan gaan
- Dit is vooral een probleem voor de bevalling
- Vrouwen die zwangerschapsdiabetes hebben, krijgen dan vaak dieetadviezen en
eventueel een diabetes-behandeling
- Het gevolg bij het kind is dat het meer insuline gaat produceren om die extra glucose af
te kunnen voeren, maar wanneer het kind is geboren en het die extra insuline dus niet
meer hoeft te produceren, kan dit ervoor zorgen dat het kind een te lage bloedglucose
heeft  dit moet goed gecontroleerd worden
 Overige specifieke typen diabetes
- Diabetes door medicatie: bijvoorbeeld bij prednison  dit verlaagt de insuline-
gevoeligheid, maar dit kan ook weer weggaan wanneer de medicatie gestopt wordt
- Mensen met problemen aan de alvleesklier: bijvoorbeeld wanneer een tumor wordt
weggehaald, waarbij ook een deel van de alvleesklier wordt weggehaald, zorgt ervoor
dat er minder insuline wordt geproduceerd
- MODY: een monogenetische vorm van diabetes  er is 1 gen dat verantwoordelijk is
voor het ontwikkelen van diabetes, wat betekent dat je 50% kans hebt dat een kind dit
krijgt
- LADA: een vorm van type 1 diabetes die je pas op latere leeftijd krijgt

Diabetes mellitus type 1
 Type 1 diabetes ontstaat doorgaans op jongere leeftijd, vrij acuut met flink ziek zijn en
gewichtsverlies
 Ongeveer 9% van alle mensen met diabetes heeft type 1
 Door een afweerreactie van het lichaam tegen de bètacellen in de eilandjes van Langerhans
wordt er geen insuline meer gemaakt
 Erfelijke vatbaarheid en omgevingsfactoren spelen hierbij een rol
 Het lichaam kan geen suiker gebruiken als brandstof, omdat de insuline deze niet
transporteert naar de cellen waar glucose wordt omgezet in brandstof
 Hierdoor pakt het lichaam vetzuren, omdat het toch energie nodig heeft
 Hierbij komen ketonen vrij, wat vervolgens in het bloed gaat zitten
 Ketonen zijn zuur, waardoor het bloed gaat verzuren
 Als je hier niets aan doet, kan dit extreme gevolgen hebben  misselijkheid, buikpijn,
overgeven, slap, coma en uiteindelijk de dood
 Dit wordt een ketoacidose genoemd

,Hoe werkt insuline?
 Voeding wordt afgebroken tot glucose
 Insuline is een soort sleutel die de cel openmaakt waar glucose dan in kan om omgezet te
worden in energie
 Wanneer er dus geen insuline wordt aangemaakt, kan de glucose niet in de cellen komen
waar het omgezet wordt en blijft de glucose in het bloed

Diabetes type 2
 Type 2 diabetes ontstaat doorgaans op oudere leeftijd, al komt het steeds vaker bij jongeren
voor  dit komt door vroegtijdig overgewicht
 Dit type ontstaat meestal geleidelijk met weinig klachten
 Omdat mensen met type 2 diabetes wel insuline aanmaken, zullen ze nooit een ketoacidose
ontwikkelen
 Omdat deze noodsituatie niet voorkomt bij type 2 diabetes, kan de bloedsuikerspiegel
eindeloos stijgen, tot het moment dat iemand aan de bel trekt
 Door insulineresistentie ontstaat er op langere termijn bètaceldisfunctie  de alvleesklier
raakt uitgeput, omdat het steeds de hoogste insulineproductie moet leveren en dit zorgt
ervoor dat de eilandjes van Langerhans kapot gaan
 Als dit gebeurt, ontstaat er een insulinedeficiëntie en moet er ook, net zoals bij type 1,
insulinetherapie aan te pas komen  wanneer men op dit punt is, kan er wel weer een
ketoacidose ontstaan
 Dit type komt vaak bij meerdere mensen in een familie voor
 De belangrijkste oorzaken zijn erfelijke vatbaarheid om ongevoelig te worden voor insuline
bij overgewicht en onvoldoende beweging

Pathofysiologie van diabetes type 2
 Diabetes type 2 heeft twee belangrijke mechanismen
1. Glucosetoxiciteit (het verlammen van de alvleesklier door continu hoge glucoseniveaus)
zorgt voor bètacel-falen, wat weer zorgt voor insulinedeficiëntie
2. Ouderdom en overgewicht zorgt voor insulineresistentie
 Een derde mechanisme wat in de laatste jaren ook een rol blijkt te spelen, is het verminderde
incretine-effect
 Incretines zijn verzadigingshormonen
 Wanneer iemand begint met eten, zorgen incretines ervoor dat er een signaal wordt
gestuurd naar de hersenen dat er een eetproces gestart is en dat er voorbereidingen
getroffen kunnen worden  het alvast produceren van insuline voor als er zo meteen
glucose in het bloed komt, wat ervoor zorgt dat de glucosespiegel niet te hoog wordt
 Mensen met diabetes type 2 hebben minder incretine-hormonen
 Dit betekent dat zij een minder verzadigingsgevoel hebben en een verminderd voorspellend
vermogen wat betreft het aanmaken van insuline wanneer er net begonnen is met eten
 Het belangrijkste incretine-hormoon is GLP-1
 Insulinetherapie is meestal de enige oplossing 7-12 jaar nadat de diagnose type 2 is gesteld
 tegenwoordig is dit pas wat later als dit vroegtijdig wordt ontdekt

Welke symptomen heeft een patiënt met diabetes?
 Moe zijn
 Veel plassen: polyurie
 Afvallen zonder specifieke reden
 Wondjes die slecht genezen
 Seksuele problemen
 Altijd honger

,  Wazig zien
 Zenuwschade
 Veel dorst: polydipsie
 Vaginale schimmelinfecties
 De klachten ontstaan meestal bij een bloedglucose van 10-15 mmol/l

Acute klachten diabetes type 1: ketoacidotische ontregeling
 Het snel ontstaan van bovenstaande klachten
 Misselijkheid en overgeven
 Buikpijn
 Soms verminderd bewustzijn en uitputting
 Snelle diepe ademhaling (wordt ook wel kussmaul genoemd)
 Ruiken naar aceton
 Uitdrogingsverschijnselen

Het normale beloop van glucose- en insulineconcentratie over 24 uur
 In principe is de insulineconcentratie laag
 Wanneer er wordt gegeten, dan gaat deze concentratie omhoog
 Bij type 2 patiënten maakt het lichaam te weinig insuline aan ten opzichte van wat het
lichaam nodig heeft  in de grafiek lijkt het alsof iemand met type 2 altijd minder insuline
produceert dan een normaal persoon, maar dit is niet altijd het geval. Het kan ook zijn dat
iemand met type 2 meer insuline produceert dan een normaal persoon, maar dan is de
bloedglucose nog hoger, waardoor de insuline op dat moment niet genoeg is om die
glucosewaarden te laten dalen
 In de grafiek zie je ook dat de insulinespiegel later stijgt bij type 2 dan normaal  dit komt
door de incretine hormonen




Micro- en macrovasculaire complicaties
 Als de glucosewaardes op lange termijn buiten de grenzen blijven, zorgt dit voor schade aan
de bloedvaten
 Dit heeft gevolgen op verschillende niveaus
1. Microvasculaire complicaties: complicaties in de kleine bloedvaten
- Retinopathie : schade aan de ogen
- Nefropathie : schade aan de nieren
- Neuropathie : schade aan de zenuwen
2. Macrovasculaire complicaties : complicaties in de grote bloedvaten
- CVA
- Myocardinfarct
- Perifeer vaatlijden
 De gemiddelde diabetespatiënt heeft na 20-25 jaar een van deze complicaties

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller imkepeters. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.25. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75759 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$9.25  2x  sold
  • (0)
  Add to cart