Beroepscode (1.2.2 en 5.1): vastgelegde waarden en normen van een beroep die als leidraad dienen voor
een goede beroepsuitoefening.
Beroepsethiek (1.2.2 en 5.1): Specifieke morele regels voor een bepaalde beroepsgroep.
Beschrijvend universalisme (1.2.3) Deze benadering stelt dat het een feit is dat overal dezelfde waarden
gelden.
Conventioneel niveau (gilligan) (1.3.3): Tweede niveau in de morele ontwikkeling, waarin zelfopoffering
het doel is. De actor handelt vanuit altruïsme.
Conventioneel niveau (Kohlberg) (1.3.2): Tweede niveau in de morele ontwikkeling waarin de morele actor
rekening houdt met zijn omgeving. Hierbij zijn achtereenvolgens de volgende stadia de onderscheiden:
‘brave jongen/ braaf meisje’ eb ‘wet en orde’.
Cultureel relativisme (1.2.3): Het standpunt dat wat moreel juist of onjuist is, volledig bepaald wordt door
culturele context.
Descriptieve ethiek (1.2): beschrijvende ethiek.
Deugd (1.1.2 en 2.3): goede eigenschap die de handelwijze van de mens bepaalt.
Economisch-culturele gelijkheid (1.2.3): De mate waarin mensen gelijk zijn wat betreft inkomen en
maatschappelijke mogelijkheden.
Empowerment (1.2.2, 4.1.1, 4.3.2, 6.1 en 7.2.2): Werkwijze waarbij sociaal werkers de cliënten
ondersteunen om meer zeggenschap over hun eigen leven te krijgen. De hulpvrager praat actief mee en hij
krijgt zo veel mogelijk de regie.
Ethiek (1.2): Een systematische reflectie op morele vragen, op basis van rationele argumenten.
Fatsoensnormen (1.1.1): omgangsregels, conventies, ‘goede manieren’, die vastleggen wat hoort en wat
niet hoort. Dit noemt men ook wel ‘kleine ethiek’ of etiquette.
Juridische normen (1.1.1): Wettelijke regels
Maatschappelijke vrijheid (1.2.3, 6.1 en 7.1): Vrijheid van een individu binnen de samenleving.
Meta-ethiek (1.2): Ethiek die fundamentele morele vraagstukken bestudeert
Moraal (1.1): zede of gewoonte. In de moraal gaat het over waarden en normen. Dat zijn opvattingen over
wat waardevol is in het leven.
Morele opvattingen (1.1): opvattingen die betrekking hebben op de vraag hoe men zich als mens goed en
verantwoordelijk kan gedragen.
Morele vragen (1.1): vragen over de manier waarop mensen zouden moeten leven.
Natuurlijke gelijkheid (1.2.3): Het uitgangspunt dat mensen van nature gelijk zijn.
Normatief universalisme (1.2.3): Deze benadering streeft ernaar dat bepaalde centrale waarden, zoals die
in de universele verklaring van de rechten van de mens, mondiaal worden aanvaard. Het gaat hier dus om
een ideaal.
Normatieve ethiek(1.2): Voorschrijvend ethiek, gebaseerd op waarden en hoe mensen zich zouden moeten
gedragen.
Normatieve professionaliteit (1 en 5.4.4): de sociaal werker kan in dialoog met de cliënt of klant doelen
stellen
Normen (1.1.1): op waarden gebaseerde handelingsvoorschriften.
Prescriptieve ethiek (1.2): normatieve/voorschrijvende ethiek.
Rechtsgelijkheid (1.2.3): de norm dat mensen gelijk zijn voor de wet.
Schaamte (1.3.1): onaangenaam gevoel van een persoon die denkt dat anderen hem veroordelen omdat hij
tekortschiet ten opzichte van de waarden en normen van zijn sociale omgeving.
Schuld (1.3.1): onaangenaam gevoel van een persoon die zich realiseert dat hij tekortschiet ten opzichte
van zijn geweten.
Subjectivisme (1.2.3): De opvatting dat morele principes individueel zijn en dat een morele handeling juist
is als de persoon deze zelf goedkeurt.
Technisch- instrumentele professionaliteit (1 en 5.4.4): de sociaal werken kan effectief en efficient
gebruikmaken van methodische vaardigheden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller RHorlings. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.31. You're not tied to anything after your purchase.