Internationaal privaatrecht
4 vragen, 3 uur tijd
- Er staan punten op het geven van de toepasselijke artikelen + de toepassing ervan
Enkel bronnenboek meenemen naar examen: staat alles in
Een belgische rechter past de verordeningen toe (nationaliteit van de partijen is irrelevant)
Omvat GEEN fiscaal recht
! Kwalificeren! Vaak komen er in een casus meerdere kwalificatieproblemen bv man verduistert geld en
er is ook een faillissement à zowel onrechtmatige daad als insolventie
Bekwaamheid: volwassenenbeschermingsverdrag ó echtscheiding: brussel II ter en rome III: het zijn
aparte vragen, dus apart behandelen
Op een examen krijg je een arrest en de bedoeling is dat je die op het examen leest. Je moet het arrest
in een notendop kunnen samenvatten dan: feiten, bedoeling enz..
- Zal nederlandstalig zijn
NIET te kennen
- Les ouderlijke verantwoordelijkheid en kinderontvoering: 11.8 en 11.9
- Hoofdstuk 5.10: Amerikaanse IPR
- Hoofdstuk 8: 8.4-8.6 valt weg
- Hoofdstuk 9 valt weg
- Hoofdstuk 10.6
- 15.6 niet kennen
- Hoofdstuk 19 over trust niet kennen
- Hoofdstuk 18 over rechtspersonen: hebben we via andere domeinen al bekeken
- Draagmoederschap is ook al beknopt in het handboek: niet kennen
- Nieuwe betekenisverordening staat niet in de codex: betekening moet je niet kennen
Inhoudsopgave
Algemeen deel ................................................................................................................................................ 2
Inleiding.............................................................................................................................................................. 2
Luiken van het IPR.............................................................................................................................................. 3
Bronnen .............................................................................................................................................................. 5
• Hiërarchie ............................................................................................................................................. 5
• Europese bronnen ................................................................................................................................ 6
• Internationale bronnen ........................................................................................................................ 8
• Nationale bronnen ............................................................................................................................. 10
Begrippen in het IPR ........................................................................................................................................ 11
Internationale bevoegdheid ............................................................................................................................ 15
• Toepassingsgebied verordeningen en verdragen .............................................................................. 17
• De bevoegdheidsladder...................................................................................................................... 28
• Voorlopige maatregelen..................................................................................................................... 32
Toepasselijke recht .......................................................................................................................................... 33
Erkenning en uitvoerbaarheid ......................................................................................................................... 46
Grensoverschrijdende betekening (niet kennen) ............................................................................................ 59
Bijzonder deel ............................................................................................................................................... 68
Staat en bekwaamheid en de bescherming van volwassenen ....................................................................... 68
1
, Naam ................................................................................................................................................................ 71
Geslachtsregistratie ......................................................................................................................................... 77
Huwelijk ........................................................................................................................................................... 78
Niet-huwelijkse samenlevingsvormen: zelfstudie ........................................................................................... 84
Echtscheiding/verstoting (eenzijdig beëindigen van het huwelijk) ................................................................ 85
Afstamming...................................................................................................................................................... 91
Adoptie ............................................................................................................................................................. 94
Onderhoudsverplichtingen .............................................................................................................................. 96
Huwelijksvermogen en partnerschapsvermogen.......................................................................................... 100
Erfopvolging ................................................................................................................................................... 109
Goederen ........................................................................................................................................................ 115
Contractuele verbintenissen .......................................................................................................................... 119
Niet-contractuele verbintenissen .................................................................................................................. 138
Bedrijven en mensenrechten: de rol van internationaal privaatrecht ......................................................... 150
Insolventie ...................................................................................................................................................... 153
Voorbeeldvragen ........................................................................................................................................ 159
Algemeen deel
Inleiding
IPR in vele nieuwsberichten
• “Al een miljoen Erasmusbaby’s geboren” (De Standaard, 22 september 2014)
• “24 kindbruidjes in asielcentra zijn lastig vraagstuk” (De Morgen, 1 april 2016)
• “Huis of geld in het buitenland? Zo erven je erfgenamen” (Knack, 24 april 2016)
• “Moslima's eisen stopzetting splitsing weduwenpensioen van polygame mannen” (vrtnws, 25
oktober 2016)
• “Thyssen wil dat Ryanair onmiddellijk lokaal arbeidsrecht toepast” (vrtnws, 19 september
2018)
• “Excuses aanbieden voor koloniale wandaden kan leiden tot schadeclaims” (De Standaard, 14
februari 2019)
• “De aasgieren cirkelen al boven Sala. Zelfs een dode voetballer heeft zijn prijs” (De Standaard,
26 februari 2019)
• “Baby's van Oekraïense draagmoeders voor wensouders in buitenland geraken niet op
bestemming” (vrtnws, 16 mei 2020)
• “Regels tegen schijnhuwelijken gelden in tijden van corona ook voor wie een partner in het
buitenland wil zien” (De Morgen, 27 augustus 2020)
• “Historische uitspraak in klimaatzaak: Shell moet CO2-uitstoot drastisch verminderen” (De
Morgen, 26 mei 2021)
• “Toch geen adoptiepauze: Vlamingen zullen nog kinderen uit buitenland kunnen adopteren”
(vrtnws, 10 september 2021)
• “Oekraïense transpersonen worden tegengehouden aan de grens” (De Standaard, 22 maart
2022)
2
, • “German judges visit Peru glacial lake in unprecedented climate crisis lawsuit” (The Guardian,
27 mei 2022)
• “Minister Brouns laat contracten alle buitenlandse werknemers Borealis doorlichten” (vrtnws,
27 juli 2022)
IPR
• IPR is nodig bij de regeling van ‘internationale’ rechtsverhoudingen: internationale
rechtsverhouding, rechtsrelatie: één casus waarbij verschillende rechtsordes met elkaar in
dialoog of concurrentie gaan en deze rechtstak moet daarvoor een oplossing zoeken. Kan om
conflicten gaan bv borealis of het kan gaan over een Syrisch koppel die naar België komt en
hier een kind krijgen: welk naamrecht moeten we toepassen, maakt het verschil of ze hier
erkend zijn als vluchteling ja dan nee.
- Internationaal element nodig om IPR te activeren
- Meerdere rechtsstelsels komen met elkaar in samenloop of concurrentie
o Oplossing van juridische conflicten, bv. niet-naleving van een arbeidscontract met
internationale elementen
o Ook in internationale zaken zonder conflict, bv. de vaststelling van een naam in de
geboorteakte
- IPR als bruggenbouwer tussen verschillende rechtssystemen
• IPR enkel voor ‘private’ rechtsverhoudingen à geen fiscaal, geen administratief recht, geen
sociale zekerheid. Wel soms op de rand met publiekrecht.
• IPR regelt internationale rechtsrelaties, maar ≠ internationaal recht
- Nog geen eenvormige benadering van alle grensoverschrijdende casussen
- Ook al is internationale harmonie wel ultieme doel
o Zie verdragen Haagse Conferentie voor Internationaal Privaatrecht
o à Internationaal privaatrecht is ontstaan uit nationaal recht (ó internationaal
publiekrecht), maar evolueert: steeds meer verdragen en verordeningen
• IPR nog steeds voor groot deel nationaal recht
- België: Wetboek IPR (WIPR)
- In Nederland: Boek 10 BW
Luiken van het IPR
• 4 grote sokkels: heel belangrijk bij een casus: het verkeerde uitleggen = 0
- 1) Internationale bevoegdheid: vraag moet eerst beantwoord worden voor je verder kunt
à waar-vraag.
o Naar welke rechter kan je?
o Hoeft niet altijd over procederen te gaan: kan ook zijn wie naar de ambtenaar mag
om een geboorteakte te laten opmaken.
o Illustratie: een Spaanse vrouw veroorzaakte een verkeersongeval in Frankrijk. Een
Belgische bestuurder van een andere wagen raakte zwaar gewond. Ook een
voetganger werd aangereden. De voetganger is een Belgische bejaarde vrouw die
zoals elk jaar overwintert in het zuiden van Frankrijk.
§ Voor welke rechter(s) kan de Belgische chauffeur de Spaanse vrouw
dagvaarden? De Belgische, de Franse of de Spaanse rechter?
o Illustratie: de Belgische Privacycommissie procedeert tegen Facebook: Facebook
Ireland Ltd. (vennootschap naar Iers recht), Facebook Inc. (vennootschap naar het
recht van de Staat Delaware, VS) en bvba Facebook Belgium (vennootschap naar
Belgisch recht). Het betreft een vordering tot staking van een aantal activiteiten van
Facebook m.b.t. gegevensverwerking.
§ Welke rechters zijn internationaal bevoegd? Waar kan de Privacycommissie
de stakingsvordering inleiden, in België, Ierland, de VS, …?
3
,- 2) Toepasselijk recht (ook regels van het conflictenrecht of de collisieregels genoemd)
o Illustratie: een Syrisch meisje en haar Syrische vriend willen trouwen in België. Het
meisje is 16 jaar oud.
§ Welk (huwelijks)recht zal de Belgische ambtenaar van de burgerlijke stand
toepassen? Het Belgische en/of het Syrische? à het is niet omdat een
Belgische rechter internationaal bevoegd is dat deze rechter ook het
Belgische recht zal toepassen.
§ Op grond van welk recht zal hij oordelen of de minderjarigheid van het meisje
een probleem vormt?
§ Luik 1 en 2 hangen samen: als je weet wie bevoegd is, volgt automatisch de
vraag welk recht die moet toepassen.
• Illustratie: een Belgische vrouw is gehuwd met een Italiaanse man.
Tijdens hun huwelijk werd een kind geboren. De vrouw wil het
vaderschap van haar echtgenoot weerleggen en leidt hiertoe een
vordering in bij de rechtbank.
- 3) Erkenning en uitvoerbaarheid van buitenlandse rechterlijke beslissingen en
authentieke akten (hier ook de term exequatur) à het effect dat een buitenlandse
rechterlijke beslissing of authentieke akte in België zullen hebben.
o Erkenning
§ Illustratie: een Belgische man doet beroep op een draagmoeder in India. In
de Indische geboorteakte van het kind staat de Belgische man als vader
vermeld. Er is geen melding van een moeder. De man wenst met het kind naar
België te komen en vraagt een Belgisch paspoort aan op de Belgische
ambassade in India.
• Geldt het vaderschap ook in België? Kan de Indische geboorteakte
worden erkend door de Belgische autoriteiten?
• Geldt het vaderschap ook in België: om een Belgisch paspoort af te
geven, moet het kind de Belgische nationaliteit hebben. Die zal enkel
die nationaliteit hebben als het een Belgische man als vader heeft à
is die man de vader van het kind. Gaan we de afstammingsband in
België gaan erkennen.
o Uitvoerbaarheid gaat nog een stapje verder: een buitenlandse rechterlijke
beslissing krijgt dezelfde werking in België als in het land van oorsprong
§ Illustratie: de ontginningsactiviteiten in Zambia van een Engels mijnbedrijf
hebben ernstige milieuschade veroorzaakt. Op grond van een uitspraak van
een Engelse rechtbank moet het bedrijf een grote som aan schadevergoeding
betalen aan een groep van meer dan 2000 inwoners van de regio. De groep
Zambianen wil beslag leggen op een bankrekening die het Engelse bedrijf heeft
in Brussel.
• Kan het Engelse vonnis in België uitvoerbaar worden verklaard?
- Goed onderscheid maken tussen 1) internationale bevoegdheid, 2) toepasselijk recht en
3) erkenning en uitvoerbaarheid, anders onmogelijk om de juiste rechtsbron te vinden en
toe te passen!
- 4) Samenwerking: is pas de laatste jaren belangrijk geworden
o Administratief/gerechtelijk
§ Administratief: houdt in dat overheidsorganen van verschillende landen
rechtstreeks met elkaar in verbinding treden om de burger bij te staan in
internationale zaken.
§ Gerechtelijk: samenwerking tussen rechters van verschillende landen.
o Illustratie: een Poolse moeder vertrekt met haar kinderen – die lang in België
hebben gewoond – naar Polen en ontneemt de Belgische vader elk contact met zijn
kinderen. Wat kan de vader doen?
4
, § Welke samenwerking tussen administratieve en gerechtelijke overheden is
mogelijk? Kan de man beroep doen op het Federaal Aanspreekpunt
Internationale Kinderontvoeringen bij de FOD Justitie (= Centrale Autoriteit
voor België)?
o Illustratie: een Belgische rechter moet Italiaans afstammingsrecht toepassen. Waar
kan de rechter informatie over het Italiaanse recht vinden?
§ Welke samenwerking tussen rechters is mogelijk?
§ Op welke informatiekanalen kunnen rechters beroep doen?
• Werk- en denkmethode
- Eerst bepalen of het gaat om
o Internationale bevoegdheid
o Toepasselijk recht
o Erkenning en uitvoerbaarheid
o Administratieve/gerechtelijke samenwerking
- Dan opletten voor regelgeving/bronnen op verschillende niveaus
o Internationale verdragen
o Europese regels
o Nationale wetgeving
Bronnen
• Hiërarchie à niet zomaar naar wetboek IPR grijpen: pas vanaf er geen bronnen internationaal
of Europees zijn. Ze verwijst wel soms naar die verdragen, maar het is niet omdat er niet
verwezen wordt, dat er geen verdrag bestaat à zelf controleren en niet eerst in het wetboek
kijken.
- België heeft een Wetboek Internationaal Privaatrecht (WIPR)
o Een eerste volledige codificatie van het Belgische IPR
o Inwerkingtreding 1 oktober 2004
- MAAR: internationale verdragen en EU-wetgeving voorrang op WIPR
o Zie art. 2 WIPR: “Onder voorbehoud van de toepassing van internationale
verdragen, van het recht van de Europese Unie of van bepalingen in bijzondere
wetten, regelt deze wet voor internationale gevallen de bevoegdheid van de
Belgische rechters, de aanwijzing van het toepasselijk recht en de voorwaarden
voor de uitwerking in België van buitenlandse rechterlijke beslissingen en
authentieke akten in burgerlijke zaken en in handelszaken.”
o Dus: niet zomaar teruggrijpen naar WIPR; altijd eerst kijken of er geen
internationale verdragen of Europese regels bestaan!
- WIPR verwijst naar bepaalde verdragen en Europese verordeningen, maar niet altijd
o Bv. voor ouderlijk gezag, voogdij, kinderbeschermingsmaatregelen: art. 35, § 1
WIPR verwijst naar Haags Kinderbeschermingsverdrag (1996) en art. 35, § 2 naar
Haags Volwassenenbeschermingsverdrag (2000)
o Bv. voor contracten: art. 98, § 1 WIPR verwijst naar de Rome I-Verordening
o ≠ Bv. echtscheiding: art. 55 WIPR verwijst niet naar de Rome III-Verordening
- Dus: altijd nagaan of er verdragen/EU-verordeningen bestaan, ongeacht of het WIPR er
melding van maakt
- Primeert verdrag of EU-wetgeving?
o Geen eenduidig antwoord
o Telkens nagaan in Europese verordeningen
§ EU-wetgeving vaak voorrang in de verhoudingen tussen de lidstaten
• Bv. Brussel Ibis-Verordening primeert op een aantal verdragen, zie art.
69 Brussel Ibis
§ Soms complementair
5
, • Bv. art. 9, art. 29 Brussel IIter-Verordening verwijzen naar Haags
Kinderontvoeringsverdrag (1980) en vullen dit verdrag aan
o à Kijk eerst in de verordening, want daar staat soms dat de verordening voorrang
heeft op het verdrag à vuistregel: eerst zoeken naar EU-bronnen, dan
internationale, dan nationale bronnen.
• Europese bronnen
- Vóór 1999
o Drie pijlers:
§ EG-pijler
§ Gemeenschappelijk Buitenlands- en Veiligheidsbeleid
§ Justitie en Binnenlandse Zaken (daarin zat toen het IPR)
o Derde pijler: intergouvernementele samenwerking
§ De lidstaten zelf sloten verdragen over IPR-materies
• Vb. EEX-verdrag (Verdrag van Brussel van 27 september 1968
betreffende de gerechtelijke bevoegdheid en de tenuitvoerlegging
van beslissingen in burgerlijke en handelszaken)
§ Nadelen:
• Verdragen onder deze werkwijze konden moeilijk gewijzigd worden
• Verdragen waren niet automatisch van toepassing in nieuwe lidstaten
• Hof van Justitie niet automatisch bevoegd om prejudiciële vragen
over interpretatie van verdragen te beantwoorden, want de materies
vielen niet onder de bevoegdheid van de EG à protocollen sluiten
- Vb. Protocol van 3 juni 1971 bij EEX-verdrag
- Verdrag van Amsterdam (1999)
o EU-bevoegdheden inzake IPR (van derde naar eerste pijler) à de europese
wetgever verwierf bevoegdheid om wetgeving over IPR aan te nemen
§ Justitiële samenwerking in burgerlijke zaken
§ Burgerlijke zaken met grensoverschrijdende gevolgen
o Eenparigheid vereist van de Raad (veto mogelijk door elke lidstaat)
o Hof van Justitie bevoegd om Europese IPR-regels te interpreteren: enkel
prejudiciële vragen van hoogste rechtscolleges (België: Hof van Cassatie)
o Bijzondere positie Denemarken, Verenigd Koninkrijk en Ierland
§ De europese wetgeving van IPR heeft geen werking in Denemarken, maar
voor bepaalde materies heeft de EU verdragen gesloten met Denemarken
zodat dezelfde regels daar toepassing kunnen vinden.
§ Ierland en VK: speciale regime van de opt-in/opt-out: ze mogen telkens
beslissen als ze aan een bepaald instrument willen deelnemen of niet.
- Verdrag van Nice (2003)
o EU-bevoegdheden inzake IPR bevestigd
o Gekwalificeerde meerderheid volstaat, behalve voor familierecht (daar nog
eenparigheid vereist)
- Verdrag van Lissabon (2009):
o Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) en Verdrag betreffende de werking
van de Europese Unie (VWEU)
o Nog meer EU-bevoegdheden inzake IPR (zie art. 81 VWEU)
o Medebeslissingsprocedure wordt normale wetgevingsprocedure, ook voor IPR-
aangelegenheden (m.u.v. familierecht: eenparigheid in de Raad, zie art. 81.3
VWEU) à raad en parlement spelen evenwaardige rol (art 289 en 294 VWEU)
§ Verordening (EU) 2015/848 van het Europees Parlement en de Raad van 20
mei 2015 betreffende insolventieprocedures
6
, § Verordening (EU) 2016/1103 van de Raad van 24 juni 2016 tot uitvoering van
de nauwere samenwerking op het gebied van de bevoegdheid, het
toepasselijke recht en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen op
het gebied van huwelijksvermogensstelsels
o Alle rechtbanken kunnen prejudiciële vragen stellen aan Hof van Justitie
§ Brexit: VK zal niet meer gebonden zijn door EU-wetgeving en door de
interpretaties van het HvJ.
o Handvest van de grondrechten juridisch bindend – verwijzingen in de preambule
van IPR-verordeningen:
§ Rome III-verordening (overweging 30): “Deze verordening eerbiedigt de
grondrechten en de beginselen die zijn erkend bij het Handvest van de
grondrechten van de Europese Unie, en met name bij artikel 21 daarvan, dat
elke discriminatie met name op grond van geslacht, ras, kleur, etnische of
sociale afkomst, genetische kenmerken, taal, godsdienst of overtuiging,
politieke of andere denkbeelden, het behoren tot een nationale minderheid,
vermogen, geboorte, een handicap, leeftijd of seksuele gerichtheid verbiedt.
Deze verordening moet door de rechterlijke instanties van de deelnemende
lidstaten worden toegepast met eerbiediging van deze rechten en
beginselen.”
- Europeanisering van het IPR
o Meer en meer EU-wetgeving in het IPR, zie overzicht handboek (p. 30)
§ Van verdragen naar verordeningen
• Bv. EEX-verdrag werd Brussel I-Verordening
• Bv. EVO-verdrag werd Rome I-Verordening
§ Verordeningen met regels over internationale bevoegdheid + erkenning en
uitvoerbaarheid (bv. Brussel Ibis, IIter), over toepasselijk recht (bv. Rome I, II,
III), of over het volledige IPR (bv. Onderhoud-Vo)
§ Opgelet:
• Bijzondere positie van Ierland en Denemarken (Protocol nr. 21 en
Protocol nr. 22 bij VWEU)
• Verenigd Koninkrijk niet meer gebonden door EU-wetgeving
o Beginselen van het EU-recht
§ Beginsel van loyale samenwerking tussen EU en lidstaten (art. 4, lid 3 VEU)
en wederzijds vertrouwen tussen lidstaten, zie bv. Turner v. Grovit (HvJ 27
april 2004, C-159/02): anti-suit injunctions geen plaats in EU-context
§ Subsidiariteitsbeginsel en evenredigheidsbeginsel
• In de preambule van verordeningen: “Aangezien de doelstelling van
deze verordening niet voldoende door de lidstaten kan worden
verwezenlijkt en beter door de Unie kan worden verwezenlijkt, kan de
Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de
Europese Unie (VEU) neergelegde subsidiariteitsbeginsel,
maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel
neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet
verder dan nodig is om de doelstelling ervan te verwezenlijken.”
• Subsidiariteitsbeginsel: de wetgeving op EU-vlak mag enkel worden
aangenomen wanneer de EU beter in staat is om de materie te
regelen dan de nationale wetgevers
• Evenredigheidsbeginsel: wetgeving mag niet verder gaan dan nodig
voor het bereiken van de doelstelling.
§ Beginsel van wederzijds vertrouwen: de gerechten van de lidstaten moeten
ervan uitgaan dan hun collega-gerechten in de andere lidstaten even goed
geplaatst zijn om recht te doen.
7
, • Turner vs grovit: HvJ oordeelde dat het beginsel het niet toelaat dat
een Engelse rechtbank het bevel kan geven aan de Spaanse rechtbank
om de procedure stop te zetten.
§ Gelijkheids- of non-discriminatiebeginsel
• Vb. verbod van discriminatie op grond van nationaliteit (art. 18 VWEU)
- Zie arrest Garcia Avello v. België (HvJ 2 oktober 2003, C-148/02)
• Avello: geboorteakten bij de belgische ambtenaar en het belgische
naamrecht toegepast en had de kinderen de naam van de vader
gegeven. In de spaanse documenten van de ambassade (kinderen
hadden dubbele nationaliteit) hadden de kinderen een spaanse
familienaam naar spaans recht. Het naamrecht is ondertussen
veranderd onder invloed van deze uitspraak. Ouders wouden niet da
ze verschillende namen hadden in verschillende lidstaten. HvJ heeft
gezegd dat naamrecht wel nationaal kan blijven, maar ogv
nationaliteit kan je niet discrimineren. Een EU-nationaliteit is niet
bepalender dan een ander.
§ Beginsel van vrij verkeer en het Unieburgerschap
• Zie bv. arrest Grunkin en Paul (HvJ 14 oktober 2008, C-353/06):
overweging 22: “Wanneer iemand verplicht wordt om in de lidstaat
waarvan hij de nationaliteit bezit, een andere naam te dragen dan de
naam die reeds in de lidstaat van geboorte en verblijf is gegeven en
ingeschreven, kan dit de uitoefening van het […] recht om vrij op het
grondgebied van de lidstaten te reizen en te verblijven, belemmeren.”
• à Kind was geboren in denemarken en andere familienaam in
denemarken dan duitsland: verschil is ontstaan door een verschillend
recht toe te passen. Beginsel van vrij verkeer van personen werd
opgeroepen. Het hebben van verschillende namen door de werking
van IPR-regels, kan het recht op vrij verkeer belemmeren
• Zie bv. arrest Coman (HvJ 5 juni 2018, C-673/16): overwegingen 29 en
30: “Er zij aan herinnerd dat Coman als Roemeens staatsburger
krachtens artikel 20, lid 1, VWEU de hoedanigheid van burger van de
Unie heeft.
• Dienaangaande heeft het Hof meermaals geoordeeld dat de
hoedanigheid van burger van de Unie de primaire hoedanigheid van
de onderdanen van de lidstaten dient te zijn […]”
o Rechtspraak van het Europees Hof van Justitie
§ Uniforme interpretatie van de IPR-verordeningen
§ Bescherming van de 4 vrijheden: vrij verkeer personen, goederen, diensten
en kapitaal
• Arrest Garcia Avello v. België (overweging 25): “Zo de lidstaten in de
huidige stand van het gemeenschapsrecht bevoegd blijven om de
naamgeving van personen te regelen, moeten zij niettemin bij de
uitoefening van deze bevoegdheid het gemeenschapsrecht
eerbiedigen […] en, in het bijzonder, de verdragsbepalingen
betreffende de vrijheid van elke burger van de Unie om op het
grondgebied van de lidstaten te reizen en te verblijven […].”
• Internationale bronnen
- Mensenrechtenverdragen
o EVRM, Kinderrechtenverdrag, …
o Van belang in alle onderdelen van het IPR
§ Bv. in België geen toepassing buitenlands afstammingsrecht dat gelijkheid
man/vrouw schendt
8
, § Bv. erkenning van in het buitenland rechtsgeldig tot stand gekomen
familierelaties, bv. EHRM, Wagner v. Luxemburg (28 september 2007) of
Orlandi e.a. v. Italië (14 december 2017)
- Specifieke IPR-verdragen
o Multilaterale verdragen
§ Verdragen over internationale bevoegdheid, toepasselijk recht, erkenning en
tenuitvoerlegging; verdragen over legalisatie; verdragen over toepassing van
buitenlands recht, …
• Haagse Conferentie voor Internationaal Privaatrecht, zie
www.hcch.net / filmpje Haagse Conferentie
- Bv. Verdrag van 4 mei 1971 inzake de wet welke van toepassing
is op verkeersongevallen op de weg
- Bv. Verdrag van 19 oktober 1996 inzake de bevoegdheid, het
toepasselijk recht, de erkenning, de tenuitvoerlegging en de
samenwerking op het gebied van ouderlijke
verantwoordelijkheid en maatregelen ter bescherming van
kinderen
- Bv. Apostilleverdrag van 5 oktober 1961
• Commission Internationale de l’état Civil (CIEC), zie
http://www.ciec1.org
- Bv. Verdrag van 5 september 1980 betreffende de wet van
toepassingen op de namen en voornamen
- Bestaan van deze intergouvernementele organisatie staat
onder druk
- van Loon, H., “Requiem or Transformation? Perspectives for the
CIEC/ICCS and its work”, Yearbook of Private International Law
2018-2019, Vol. 20, 73-93
• Raad van Europa
- Bv. Europese Overeenkomst van 7 juni 1968 nopens het
verstrekken van inlichtingen over buitenlands recht (Verdrag
van Londen)
o Bilaterale verdragen
§ EU)recht kan internationale verdragen (gedeeltelijk) vervangen
§ Verdragen kunnen weer van belang worden bij bv de brexit
- IPR-bepalingen in andere internationale verdragen
o Bv. Verdrag van Den Haag nopens zekere vragen betreffende de wetsconflicten
inzake nationaliteit (1930)
§ MvT over art. 3 WIPR: “De oplossing van het positieve nationaliteitenconflict
bevestigt de klassieke regel, zoals gehuldigd in het Verdrag van Den Haag van
12 april 1930. Het wetboek bevat een nuttige conflictregel omdat het
toepassingsgebied van dit Verdrag beperkt is, gelet op de weinige Staten die
erbij partij zijn en de formulering van de regel, zoals de Raad van State
aanbeveelt, het voorbeeld volgt van artikel 3 van dat Verdrag.”
o Bv. Verdrag betreffende de status van vluchtelingen (1951) of staatlozen (1954), zie
Bronnenboek p. 3-4
§ Art. 12 in beide verdragen: “De persoonlijke staat van een
vluchteling/staatloze wordt beheerst door de wet van het land van zijn
woonplaats, of, indien hij geen woonplaats heeft, van het land van zijn
verblijf.”
- Verdragen die uniform recht invoeren
o Sommige verdragen creëren uniform materieel recht
9
, § Bv. VN Verdrag van 11 april 1980 houdende het recht voor de internationale
koop-verkoop van roerende lichamelijke zaken (Weens Koopverdrag of
CISG), zie Bronnenboek p. 33
o De IPR-regels kunnen naar dit eengemaakt materieel recht verwijzen i.p.v. naar
nationaal recht
- Lex mercatoria: bestaat uit handelsgebruiken in bepaalde sectoren die handelaars over
de grenzen heen respecteren.
- Soft law
o Sustainable Development Goals (SDGs)
• Nationale bronnen
- Belgisch Wetboek Internationaal Privaatrecht
o Sedert 1 oktober 2004, ondertussen al een aantal keren gewijzigd
o WIPR is didactisch opgesteld (art 2)
§ Verhouding tot de Europese en internationale bronnen
§ Drie luiken van het IPR
§ Eerst algemene bepalingen, dan volgen verschillende hoofdstukken per
materie van het privaatrecht
§ Latere wetswijzigingen hebben deze didactische structuur verstoord
o Hou ook rekening met de Circulaires bij het WIPR
o Lees art. 2 WIPR: onder voorbehoud van de toepassing van internationale
verdragen, van het recht van de Europese Unie of van bepalingen in bijzondere
wetten, regelt deze wet (= WIPR) voor internationale gevallen de bevoegdheid van
de Belgische rechters, de aanwijzing van het toepasselijk recht en de voorwaarden
voor de uitwerking in België van buitenlandse rechterlijke beslissingen en
authentieke akten in burgerlijke zaken en in handelszaken.
- IPR in bijzondere/andere wetten
o Burgerlijk Wetboek – enkele illustraties:
§ Art. 68: “Iedere Belg, of zijn wettelijke vertegenwoordiger, kan de ambtenaar
van de burgerlijke stand verzoeken om een akte van de burgerlijke stand, […],
op te maken op basis van een buitenlandse akte van de burgerlijke stand die
op hem betrekking heeft.”
§ Art. 69, § 1: “De akte van de burgerlijke stand op basis van een buitenlandse
akte vermeldt uitsluitend de gegevens zoals voorzien in dit hoofdstuk en die
erkend kunnen worden overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van
Internationaal Privaatrecht.”
§ Art. 357 e.v. - internationale adoptie
§ Art. 499/7: “kan de vrederechter de plaatsing van de persoon in een
buitenlandse instelling of een buitenlandse plaats waar bescherming kan
worden geboden overeenkomstig artikel 33 van het Verdrag van `s-
Gravenhage van 13 januari 2000 inzake de internationale bescherming van
volwassenen in overweging nemen na advies van de buitenlandse Centrale
Autoriteit of van de bevoegde buitenlandse autoriteit van de Staat waar de
persoon zal worden opgevangen”
o Gerechtelijk Wetboek – enkele illustraties:
§ Art. 40, 42, 46 - internationale betekeningen en kennisgevingen
§ Art. 1250 e.v. - bescherming van volwassenen
§ Art. 1322bis e.v. - internationale kinderontvoeringen
o Wetboek Economisch Recht (WER)
§ Zie bv. art. X.25: “Onverminderd de toepassing van internationale verdragen
die België heeft gesloten en niettegenstaande andersluidende bedingen in de
handelsagentuurovereenkomst, is elke activiteit van een handelsagent met
10