Samenvatting van de volgende hoofdstukken:
- Wat is kanker?
- Epidemiologie en etiologie
- Oncogenen - TS genen - Celcyclus
- De hypoxische tumomicro-omgeving
- Apoptose en p53
- Metabolisme
- Invasie en metastasering
- Tumorimmunologie
- Symptomen - Diagnose - Prognose
- Principes van co...
EXAMEN
- Groepsopdracht: 25% van cijfer
- Examen 75%
o Open vragen
o Meerkeuze met gis
- Op beide moet men slagen
LES 1: WAT IS KANKER?
Celdeling als motor van ontwikkeling, groei en weefselhomeostase
- In een normaal weefsel interageren de cellen zoals in een ecosysteem met cellen als
individuen.
- Strikte groeiregulerende mechanismen:
o Complexe signalisatie
o Groei en ontwikkeling van individuele organen tot hun normale afmetingen. Zodra
die bereikt zijn, blijft er in de meeste weefsels een zekere activiteit aan celdeling
bestaan: die staat in voor vervanging van afstervende cellen en verzekert dus het
behoud van de weefselhomeostase = turnover van cellen
o Turnover varieert zeer sterk
▪ Sommige cellen hebben snelle turnover: bv dunne darmepitheel en
hematopoëtische cellen
▪ Trager in bv nieren, endocriene organen en endotheel
▪ Zeer traag tot geen bij zeer gedifferentieerde weefsels zoals spiercellen of
neuronen
- Cellen kunnen zich aanpassen aan een wisselende situatie bv weefselschade
o Hypertrofie: toename in volume van de individuele cellen (het
aantal cellen blijft gelijk) → bv spierweefsel (dat zijn
delingscapaciteit verloren heeft) reageert op een verhoogde
belasting met hypertrofie (bv door toegenomen fysieke
inspanning) of hartspierhypertrofie bij hypertensie patiënten
o Hyperplasie: toename van het aantal cellen in het betreffende
orgaan (volume van cel blijft gelijk) → bv. de neutrofiele
leukocytose die optreedt bij infecties, vooral van bacteriële
oorsprong
Als de beschadiging hersteld is of het uitlokkende fenomeen verdwenen is, komen deze
adaptieve mechanismen opnieuw tot rust = reversibel. Weefsels bezitten dus het
vermogen zich op een flexibele en dynamische manier aan te passen aan wisselende
omstandigheden: dit berust op een delicate balans van groeistimulerende en groei-
inhiberende signalen die vanuit het extracellulaire milieu op de individuele cellen
inwerken.
1
,Neoplastische groei
Bij kankercellen gaat de groeiregulatie fout lopen en ontstaat er een
ongeregelde, autonome groei. Gaan zich dus reproduceren zonder
beperkingen van het normaal weefsel. Ze groeien onafhankelijk van de
normale verankering ('anchorage-independent') en zijn ongevoelig
voor beperkingen van populatiedensiteit = neoplasie.
Neoplasie: toename aantal cellen zonder fysiologische stimuli
- Irreversibel (is geen antwoord op, en dus niet afhankelijk van
een uitlokkende stimulus)
- Berust op verworven verstoringen in groeistimulerende of -
inhiberende processen en de daarmee verbonden cascades
(komt nog terug later)
- Fouten in regulatie leiden tot tumorgroei
- Regulatie kan mislopen op verschillende niveaus van de cel
(kan al vanaf stamcel stadia)
Voorbeeld:
Bij normale epitheliale groei (links) is er enkel proliferatie in de
basale laag van het epitheel. Naarmate de onderste lagen van
de endotheelcellen opschuiven, veranderen de cellen van vorm
en verliezen ze de capaciteit om te delen. Bij tumorgroei
(rechts) is dit proces verstoord en behouden sommige cellen
hun delingscapaciteit. De celdeling is niet in evenwicht met de
cel differentiatie waardoor er een progressieve stijging is van
het aantal delende cellen
Invasief en metastatisch gedrag
De 2 belangrijke eigenschappen van kankercellen die de cel zo gevaarlijk maakt:
1. Onbeperkte groei
2. Irreversibiliteit
→ Als de proliferatie niet meer gecontroleerd is, wordt een tumor gevormd = neoplasma
Benigne = goedaardig:
- Omkapseling – mooi afgelijnd
- Geen invasief gedrag en geen metastase
- Zelfde necrotische zone binnenin
- Trage groei
- Goed behandelbaar (bv via chirurgische ingreep)
Maligne = kwaadaardig:
- Niet mooi afgelijnd (onregelmatige begrenzing)
- Metastase naar omliggende weefsels en ook op afstand
2
, Invasie en metastasering: in een meerstappenproces -
tumorcellen komen los van de initiële tumor en groeien
door de basale membranen of orgaankapsels heen om te
invaderen in het omringend weefsel → kunnen in bloed- en
lymfebanen terecht komen → uitzaaiingen op afstand en
vorming van nieuwe symptomen. Metastaserende
kankercellen verspreiden zich over het hele lichaam en zijn
hierdoor moeilijk te verwijderen. Metastase is een
multistappenproces dat verschillende moleculaire
interacties vereist
- Invasie: directe migratie en penetratie van
kankercellen in naburige weefsels
o Cel-cel interacties tussen kankercellen
daalt: adhesiemoleculen (zoals E-
cadherinen) worden down gereguleerd in kankercellen
o Verhoogde gerichte cel motiliteit: er komen chemoattractanten vrij die de kankercel
gaan aantrekken
o Moeten vaak door membraan, dus gaan matrix-metalloproteïnasen (protease die
extracellulaire matrix kan afbreken) aantrekken om membraan af te breken
→ een kritische barrière waar de tumorcellen meestal door moeten = lamina basalis
die de epitheliale lagen scheidt van onderliggende weefsels
- Metastase: kankercel komt in bloedbaan en migreert naar verre weefsels – metastase zijn
dan niet meer fysisch verbonden met primaire tumor
→ gebeurt niet random, er zijn zeer specifieke sites = seed and soil hypothese (van Paget):
kankercellen worden vergeleken met zaadjes en ons lichaam = voedingsbodem voor zaadjes
→ kankercellen hebben een verhoogde kans om thv longen, lever en bot te metastaseren en
een verminderde kans thv spierweefsel en milt
Selectie van tumorcellen
Tumor begint met 1 cel die verschillende ronden van mutaties en natuurlijke selectie ondergaat. Dit
resulteert in een cel met andere fysiologische behoeften dan normale cel bv groeimogelijkheden in
hypoxische toestand met weinig nutriënten en de mogelijkheid om de natuurlijke barrières van een
normaal weefsel te doorbreken.
- Kankercellen die de aanpassingen aankunnen = dominante kloon → overleven
- Kankercellen die de aanpassing niet aankunnen overleven niet.
De snelheid van evolutie van een populatie hangt van verschillende factoren af:
- Mutatiesnelheid (de probabiliteit per gen en per tijdseenheid om een genetische
verandering te ondergaan)
- Het aantal individuen in de populatie
- De snelheid van reproductie (het aantal generaties nakomelingen per tijdseenheid)
- Het selectieve voordeel van de mutanten (de ratio van het aantal overlevende fertiele
nakomelingen van de mutanten op het aantal overlevende fertiele nakomelingen van de
non-mutanten)
Deze kritische factoren tellen zowel voor de evolutie van kankercellen in een multicellulair
organisme als voor alle levende organismen op aarde.
3
, De meerderheid van de humane kankers heeft een verhoogde mutatiesnelheid (genomische
instabiliteit). Dit kan verschillende vormen aannemen:
- Sommige kankercellen kunnen hun lokale DNA-schade of hun replicatiefouten niet
herstellen → deze cellen accumuleren meer puntmutaties en kleine veranderingen in DNA-
sequenties dan normale cellen
- Andere kankercellen hebben problemen met de integriteit van hun chromosomen en
vertonen dan ook grote karyotypische abnormaliteiten.
Hoe groter de initiële kloon van gemuteerde cellen is, hoe meer kans er is dat een bijkomende
mutatie voor een meer agressieve variant zal zorgen
Mutaties kunnen een invloed hebben op het aantal cellen. In normale weefsels is er een evenwicht
tussen celdeling en celdood (en dit laatste vooral door apoptose). Veranderingen die de normale
maturatie van cellen naar een niet-delende, terminaal gediffentieerde staat blokkeren of die een
normale, geprogrammeerde celdood inhiberen, spelen een belangrijke rol bij heel wat kankers.
Gele vlak = selectie-barrière (bv hypoxie) – gaan
voor veel cellen het eindpunt zijn → gaan
afsterven. Enkel de cellen die de barrière
overwinnen gaan verder leven
Hallmarks van kanker – verworven eigenschappen (tijdens meerstappenproces) die gewone cel
transformeren tot kankercel
1. Zelfvoorzienend in GF – meest fundamentele kenmerk van kankercellen (vermogen om
continue te blijven prolifereren) → kan op verschillende manieren
o Kunnen zelf GF produceren (autocriene stimulatie van proliferatie)
o Kankercellen gaan nabije cellen stimuleren van de tumor-geassocieerde stroma (bv
fibroblasten) om GF te produceren
o Upregulatie van receptorproteïnen – overgevoelig voor binding van ligand
(hyperresponsief)
o Bepaalde EW van de downstream signaaltransductie worden constitutief
geactiveerd (niet meer afhankelijk van binding van ligand voor activatie)
2. Ongevoelig voor groeiremmende signalen – via TSG (p54 en pRB)
3. Vermijden van celdood (apoptose) op verschillende manieren
o Mutaties in p53 (verlies van p53)
o Upregulatie van anti-apoptotische EW (zoals BCl-2, BCL-XL)
o Upregulatie van survival factoren (zoals IGF1 en IGF2)
o Downexpressie van pro-apoptotische regulatoren (bv Bax, Bim, Puma)
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lizaburdz. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.