100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Ontwikkelingspsychopathologie bij kinderen en jeugdigen samenvatting H1 t/m 8 + 11 $8.05
Add to cart

Other

Ontwikkelingspsychopathologie bij kinderen en jeugdigen samenvatting H1 t/m 8 + 11

 26 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Uitgebreide samenvatting van de hoofdstukken 1 t/m 8 en hoofdstuk 11 van het boek 'Ontwikkelingspsychopathologie bij kinderen en jeugdigen' van Jakop Rigter en Malou van Hintum.

Preview 4 out of 52  pages

  • December 7, 2022
  • 52
  • 2022/2023
  • Other
  • Unknown
avatar-seller
Hoofdstuk 1: introductie
1.1 Ontwikkelingspsychopathologie
Ontwikkelingspsychopathologie → de wetenschappelijke discipline die onderzoekt hoe
psychische stoornissen ontstaan en zich ontwikkelen.
Er spelen veel verschillende factoren een rol bij het ontstaan en het beloop van psychische
stoornissen. Hierdoor gebruikt de OPP de inzichten van verschillende disciplines:
- De ontwikkelingspsychologie → normale ontwikkeling
- De klinische psychologie → afwijkende ontwikkeling
- De pedagogie → opvoeding
- De kinderpsychiatrie → psychiatrische ziekten
- De biologie → erfelijkheid en lichamelijke rijping
- De sociologie → maatschappelijke processen
- De antropologie → culturele normen en waarden
- De epidemiologie → voorkomen van ziekten en stoornissen onder de bevolking
Normaal → gedrag dat volgens de heersende maatschappelijke normen, waarden en
verwachtingen niet te veel afwijkt van het gemiddelde. Normaal is een tijd- en
plaatsgebonden begrip.
3 belangrijke thema’s uit de OPP:
1. Vroeger en nu
- De dingen die je vroeg heb meegemaakt neem je mee naar je toekomst. Bv als je op
de basisschool gepest bent, kan je een plagerijtje op de middelbare school zien als
pesten. Ook kan je leren dat plagerijtjes bestaan en anders gaan kijken naar je
verleden.
- Herinneringen beïnvloeden de waardering van bepaalde ervaringen, maar andersom
beïnvloeden ervaringen ook weer herinneringen → eindeloze wisselwerking.
2. Een dynamisch gezichtspunt
- Je hebt onder wisselende omstandigheden wisselend last van je stoornis.
- Of we gedrag normaal of wenselijk vinden, hangt samen met de
ontwikkelingsopgaven die een kind op een bepaalde leeftijd heeft.
3. Een uniek individu met unieke ervaringen
- Verschillende factoren beïnvloeden op verschillende momenten zowel het ontstaan
als het beloop van gedrag. Het gaat dan om:
o Kindgebonden factoren → bv genetische aanleg, intelligentie, sekse, enz.
o Ouder- en gezinsgebonden factoren → bv opleiding, inkomen, gezondheid,
enz.
o Omgevingsgebonden factoren → bv sociaal netwerk, maatschappelijke
factoren, enz.

,H2: classificatie, diagnostiek en epidemiologie
2.1 Inleiding
Classificatiesystemen → worden gebruikt om gedragingen van kinderen te beschrijven, van
elkaar te onderscheiden en in te delen in verschillende categorieën.
Epidemiologisch onderzoek → onderzoek naar het voorkomen, de verspreiding van en de
samenhang tussen psychische en lichamelijke ziekten onder de bevolking of
bevolkingsgroepen.
Diagnosticeren → proberen gedrag te begrijpen en te verklaren.
Classificeren → het in kaart brengen van mogelijk problematisch gedrag.

2.2 Classificatie
2.2.1 Definitie van classificatie
Classificatie → een persoon/voorwerp/situatie herkennen, er een naam aan geven en
indelen in een categorie.
Doel van (ontwikkelings)psychopathologie → afwijkend of vreemd gedrag goed in kaart
brengen. Psychische stoornissen worden herkend, van elkaar onderscheiden en ingedeeld.
2.2.2 Het nadeel van categorisatie
Stigmatiseren → kinderen en volwassenen worden nagewezen omdat zij een stoornis
hebben.
Ook kan iemand zich ten onrechte naar het verkregen etiket gaan gedragen → bv weigeren
een opdracht uit te voeren omdat je dat niet kan met je ADHD.
Door het plakken van etiketten worden stoornissen gegeneraliseerd. Mensen zien de
verschillen niet meer.
2.2.3 De DSM-5: een classificatiesysteem, geen diagnostisch handboek
DSM → Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders. Handboek voor de
classificatie van psychische stoornissen. Is gebaseerd op afspraken die specialisten maken
voor iedere groep stoornissen. Die afspraken hebben een wetenschappelijke basis, maar
deze staan vaak ter discussie.
Uitgangspunten van de DSM:
- Observeerbaar gedrag en/of innerlijke kenmerken (gedragssymptomen)
- Symptomen beschrijven de stoornis (ze verklaren de stoornis niet)
- DSM beschrijft ook welk aantal symptomen in welke mate en gedurende welke
termijn aanwezig moeten zijn wil er sprake kunnen zijn van een stoornis.
- Hoe meer symptomen iemand heeft, hoe ‘ernstiger’ hij eraan toe is
- Symptomen moeten een al een bepaalde tijd of vanaf een bepaald moment aanwezig
zijn

, - Termijn is belangrijk; iedereen voelt zich weleens een week niet zo fijn. Als je je een
aantal weken niet fijn voelt, kan er wel sprake zijn van bijvoorbeeld een depressie
- Het is belangrijk in welke mate de stoornis iemands functioneren negatief beïnvloedt
en een last voor zichzelf of zijn omgeving is.
Allerlei stoornissen delen symptomen met elkaar. Daardoor is het soms lastig om haarfijn te
classificeren welke stoornis iemand heeft. In de DSM-5 bestaat bij sommige stoornissen de
mogelijkheid om te specificeren of een stoornis licht, matig of ernstig is. De vuistregel die
daarbij geldt is: ‘’Hoe groter in aantal en hoe ernstiger de symptomen zijn, hoe groter de
lijdenslast.’’ Het hebben van een classificatie betekent niet automatisch dat je een
behandeling nodig hebt.
Comorbiditeit → iemand kan twee of meerdere psychische stoornissen tegelijkertijd
hebben, of psychische stoornissen en lichamelijke klachten tegelijk.
Psychische stoornissen komen niet alleen vaak tegelijk voor, maar gaan ook vaak samen met
lichamelijke klachten.
Kritiek op de DSM → er wordt onvoldoende rekening gehouden met de
ontwikkelingscontext waarin een stoornis is ontstaan. Kenmerken van een psychische
stoornis kunnen veranderen wanneer een kind ouder wordt. Ook kunnen er verschillen zijn
in jongens en meisjes. Ook wordt er weinig rekening gehouden met de culturele context
(homoseksualiteit).
2.2.4 Een dimensionale benadering van classificatie
Categoriale indeling → ja of nee (wel of niet)
Dimensionale indeling → in een lichte, matige of ernstige mate
Meestgebruikte dimensionale vragenlijst → CBCL (Child Behavior CheckList). Bestaat uit 120
uitspraken waarop geantwoord moet worden met ‘helemaal niet van toepassing’, ‘soms van
toepassing’ of ‘vaak van toepassing’.
2.2.5 Categoriaal en dimensionaal classificeren vergeleken
Voordelen van een dimensionale classificatie (CBCL):
- Sluit beter aan bij de ontwikkeling psychopathologische ideeën
- Gaat ervan uit dat er geen harde criteria bestaan voor psychische stoornissen
- Niet alleen de hulpverlener, maar ook het kind, de ouder en evt betrokkenen geven
hun opvattingen
Nadelen van een dimensionale classificatie (CBCL):
- De mondiale verspreiding van de vragenlijst is lager
- Zeldzame stoornissen kunnen minder goed worden opgespoord met CBCL

, 2.3 Diagnostiek
Classificatie kan leiden tot stigmatisering, maar kan bij goed gebruik juist een eerste aanzet
geven voor behandeling.
Diagnose → een aanzet om te kunnen verklaren en begrijpen wat hulpverleners zien bij een
kind. Daarbij maken zij gebruik van:
- Wetenschappelijke inzichten → biopsychosociaal model
- Het model van risicofactoren en beschermende factoren
- Inzichten uit de psychologie, pedagogie, psychiatrie of andere wetenschappen die
voor een specifiek probleem relevant zijn
Bij een diagnose worden meerdere invloeden nauwkeurig in beeld gebracht: de kenmerken
en aanleg van het kind, opvoedingsprocessen, maatschappelijke factoren, enz.
Verschillen tussen classificatie en diagnostiek:

Classificatie Diagnostiek
Wat (herkenning: wat is er aan de hand?) Hoe (oorzaken zoeken: hoe is dat zo
gekomen?)
Algemene kennis Specifieke kennis
Beschrijvend Verklarend
Betreft groepen Betreft een uniek individu en/of een uniek
gezin
Gedragskenmerken Meerdere niveaus van de persoon en
context
Relatief snel te stellen Tijdrovend proces
Geeft enige richting aan hulpverlening Is voorwaardelijk voor (goede)
hulpverlening


2.4 Diagnostische methoden en instrumenten
2.4.1 Vier diagnostische methoden
1. Het diagnostisch gesprek → het gesprek is het belangrijkste instrument bij
classificatie en diagnostiek. Bij het gesprek gaat het om 3 dingen:
o Luisteren
o Vragen stellen
o Observeren
- De juiste houding is van cruciaal belang → zich verplaatsen in de ander, begrijpen &
aanvoelen en openstaan voor het verhaal.
- Hoe hoger de mate van empathie, acceptatie en zelfkennis van de hulpverlener, des
te beter de hulpvrager zich begrepen voelt en hoe meer hij vertelt → de hulpverlener
kan hem dan beter helpen.
- Het diagnostisch en hulpverleningsproces begint met een intake gesprek dat bijna
altijd gevoerd wordt door een psychiater of een psycholoog. Deze neemt een
anamnese af; hij brengt de voorgeschiedenis van de problemen in kaart op grond van

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller SandraVos. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.05. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

54879 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.05
  • (0)
Add to cart
Added