100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Europese rechtsgeschiedenis $5.16   Add to cart

Summary

Samenvatting Europese rechtsgeschiedenis

 12 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Dit is een samenvatting van week 1 tot en met 5. Er mist dus 1 week aan literatuur. De samenvatting is desondanks goed en duidelijk. Ik heb hiermee zonder enige moeite het vak gehaald.

Preview 3 out of 20  pages

  • December 7, 2022
  • 20
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Week 1 Codificatie van het natuurrecht



Hoofdstuk 1 Codificatie
1.1 Begripsbepaling
Grieken en Romeinen maakten al onderscheid tussen het geschreven recht (ius ex scripto) en het ongeschreven recht
(ius ex non scripto). Geschreven recht kwam voort uit de behoefte van rechtszekerheid, maar niet alle geschreven
recht is codificatie. Drie kenmerken zijn wezenlijk voor codificatie:
1. Een overheid, die gezag uitoefent over haar onderdanen: Bij een overheid zonder gezag ook geen codificatie.
Overheid kan een wereldlijke instantie zijn, maar ook een kerkelijke overheid is mogelijk.
2. Op schrift gesteld recht.
3. De volledigheid van het recht, die wordt bewerkstelligd door het machtswoord van de overheid, dat aan dat
recht exclusieve gelding verleent: Buiten welke op haar gebied geen ander recht geldt.

1.2 De wetgever
In de verlichting meende de wetgever dat men zulke duidelijke en volledige wetten kon maken, dat uitleg overbodig
was. De rechter is dan slechts la bouche de la loi (Montesquieu). Maar deze opvatting is onjuist, want iedere wet heeft
uitleg nodig en het is de uitlegger die de inhoud ervan bepaalt. De macht van de wetgever is daarom beperkt, want hij
heeft de uitlegging niet in de hand. In de geschiedenis gaven wetgevers daarom in verordeningen zelf een uitleg
(authentieke interpretatie), maar ook deze hadden weer uitleg nodig. Er is wel een mogelijkheid voor de wetgever om
de toekomstige uitleg door de rechter wettelijk aan banden te leggen.

De meest vergaande maatregel is het algeheel verbod van ieder commentaar op het wetboek. Een andere methode was
de plicht van de rechter om uitleg aan de wetgever te vragen (dit deed Keizer Justinianus). Dit noemt met ook wel
référé législatif. Deze manieren zijn allemaal ondeugdelijk.

Codificatie dient drie doelen:
1. De rechtszekerheid: Voornamelijk het strafrechtelijke legaliteitsbeginsel (nulla poena sine previa lege
poenali).
2. Een economisch doel (denk aan grensoverschrijdend handels- en betalingsverkeer).
3. Een politiek doel: Creëren en verstevigen nationale eenheid.

Iedereen is in beginsel vrij om te interpreteren. De acceptatie van die interpretatie is echter afhankelijk van de status
van degene die het interpreteert. De Engelse rechter heeft dat wat het gewoonterecht (common law) in Engeland in,
verwoord en van zijn autoriteit voorzien. In Nederland zal de rechter zijn uitspraak daarentegen steeds presenteren als
toepassing van de wettekst. In Nederland is de rechter dus geen formele rechtsbron.

1.3 De rechter
Er zijn verschillende soorten uitlegging te onderscheiden:
1. Grammaticale interpretatie: Taalkundige uitleg, gekeken naar de betekenis van woorden (vooral door Engelse
rechter gebruikt).
2. Wetshistorische interpretatie: De wat de wetgever destijds met de tekst heeft bedoeld.
3. Rechtshistorische interpretatie: Zoeken naar de herkomst van een regel (bijvoorbeeld naar Romeins recht
kijken).
4. Systematische interpretatie: Hoe past een regel in het stelsel en hoe verhoudt het zich tot andere regels?
5. Analogie: Een regel wordt, ondanks de verschillende bewoordingen en bedoelingen, toch toegepast, omdat
deze op elkaar lijken.
6. Teleologische interpretatie: Het doel van de regel is bepalend, men maakt uitlegging ondergeschikt aan het
doel.


~1~

,De uitlegger is in beginsel vrij om een methode te kiezen. Hierdoor is het van belang dat er een instantie is die de
enige gezaghebbende uitlegger van de wet is. Bij ons is dit de rechter. Nu zou men kunnen zeggen dat ook de uitleg
van de rechter, uitleg behoeft. Dit is te zijen aan de vele noten onder een vonnis of arrest. De rechter dient zijn uitleg
echter zo duidelijk mogelijk te doen.
De ruime interpretatievrijheid is er echter alleen op het gebied van privaatrecht. In het strafrecht hebben de worden de
betekenis die de samenleving eraan toekent. Dit lijkt op Engelse rechtsstelsel, maar daar heb je een statute en geen
codificatie.

De continentale wetgever drukt de stempel van volledigheid op de codificatie, waardoor deze wetteksten meer
bijzonder zijn dan een willekeurige andere tekst. Dit is ook wel de bron van het recht (fons omnis iuris). De wijze van
interpretatie is dan wel vrij, maar in de motivering van zijn uitspraak zal de rechter van elke betekeniswijziging
nauwkeurig verantwoording af moeten leggen.

De Engelse rechter dient aan de woorden van een wettekst geen andere dan de traditionele betekenis te hechten. Als
dit niet mogelijk is, kan hij terug vallen op common law en is hij niet gevonden aan enige wettekst. De eenheid van
het recht wordt gewaarborgd door de star edecisis-regel, die de rechter verplicht zich te houden aan zijn eerdere
uitspraken. Bij geen gelijk geval, moet hij analogie gebruiken. De Engelse rechter kan een nieuwe regel uitvaardigen,
indien naar zijn oordeel geen precedent voorhanden is.

Voor- en nadelen van de interpretatiemogelijkheden van de rechter:
 Nadeel: Rechter kan wettekst uitleggen naar de politieke overtuiging van zijn tijd.
 Voordeel: De betekenis verstart niet, maar wordt steeds aan de tijd en omstandigheden aangepast.

Hoofdstuk 2 Codificatie en natuurrecht
2.1 Declaration of Independence
Op 20 oktober 1740 stierf Karel van Habsburg. Karel sloot verdragen met diverse Europese vorsten, waarin hij
afsprak dat ze de gebieden van zijn dochter, de troonopvolgster, met rust zouden laten. De inhoud van deze verdragen
heette Sanctio Pragmatica, maar vrijwel direct na de dood van Karel veroverde Frederik van Pruisen Silezië en
ontketende hiermee een reeks van oorlogen die uitgroeide tot wereldwijde conflicten. Dit leidde voor met name
Engeland en Frankrijk tot grote veranderingen, die ook de loop van de Europese geschiedenis zou bepalen.

Frankrijk had een groot stak van Canada en gebieden in het midden en zuiden van de VS. Engeland had koloniën op
de oostkust. Beide streden vanaf deze gebieden tegen elkaar, totdat de Engelse generaal in 1759 Quebec veroverde.
Bij de Vrede van Parijs in 1763 moest Frankrijk het gehele Noord-Amerikaanse continent afstaan. Om de hoge kosten
te dekken, voerde Engeland daar nieuwe belastingen in, maar de Amerikanen maakten bezwaar, want ‘no taxation
without representation’. Er ontstonden spanningen met een gewapende opstand in 1775 tot gevolg.

De kolonisten wisten zich niet goed raad met hun opstand, omdat ze eigenlijk de band met hun moederland niet
wilden verbreken. Daar kwam verandering in toen Paine in 1776 een pamflet genaamd ‘Common Sense’ ontwikkelde,
waarin gestreefd werd naar onafhankelijkheid. De titel was kenmerkend voor de geest van de tijd. Paine doet namelijk
een beroep op het gezonde verstand en niet op precedenten uit het verleden. Dit sluit aan bij de ‘age of reason’. Aan de
oproep werd op 4 juli 1776 gevolg gegeven, er kwam een Declaration of Independence. De rechten de Declaration zijn
self-evident (vanzelfsprekend) en was dus gebaseerd op natuurrecht.

2.2 Ius Civile en Ius naturale
Al in de oudheid was het bekend dat het natuurrecht boven het door mensen gestelde recht staat. Volgens Aristoteles
geldt het natuurrecht overal en is het onafhankelijk van opinies. De romeinen waren van mening dat niet al het recht
‘positief recht’ is. Ook stelden ze dat natuurrecht geen bijzondere bekrachtiging nodig heeft. De romeinen maakten
een onderscheid tussen:
 Ius civile (burgerrecht)
 Ius gentium (recht der volkeren) en later ius naturale (natuurrecht)

2.3 Positivisme en natuurrecht


~2~

, Epicurus stelde dat de oerstaat van de mens een bellum omnium contra omnes was: Een staat van oorlog van allen
tegen allen. Dit zou ondragelijk zijn geworden en daarom zou men zich vrijwillig hebben onderworpen aan een gezag
en zijn voorschriften. Epicurus erkent daarom enkel door de overheid gesteld recht. Het begrip recht is volgens hem
dus formeel van aard.
De stoa heeft zich tegen dit epicureïsche rechtsbegrip verzet. Zij vonden dat recht ook inhoudelijk dient te worden
beoordeeld op grond van zijn rechtvaardigheidsgehalte. Cicero schrijft dat recht de natuurlijke rede zelf is. Het recht
geldt, omdat het een natuurlijk gegeven van de mens is dat men door redenering kan vinden. De Stoa huldigt daarmee
het materieel rechtsbegrip.

2.4 Ius Gentium en Ius Naturale
Deze beschouwingswijze van de Stoa komt overeen met de Romeinse rechtsbronnenleer. Het ius gentium is puur
feitelijk en het ius naturale heeft een sterk morele lading. Hierdoor kan een geval wel vallen onder het ius gentium,
maar in strijd zijn met het ius naturale.

2.5 Het natuurrecht in de Middeleeuwen
Na de codificatie van keizer Justinianus werd al het recht, ook ius gentium het nieuwe ius civile. Er was geen behoefte
meer aan een op ratio gebaseerde bestudering, want dit werd geacht aanwezig te zijn in het wetboek van Justinianus
(Corpus Iuris Civilis). Het natuurrecht werd niet meer als afzonderlijke discipline behandeld, maar onderwezen in
verband met het kerkelijk recht. Natuurrecht was immers van goddelijke oorsprong en had daarom veel waarde. Zo
bevat het Corpus Iuris Canonici, een middeleeuwse verzameling van regels van kerkrecht, het primaat van de rede
boven gewoonte, zelfs boven het positieve recht.
Het natuurrecht werd opgevat als het overal en te allen tijde geldende echt dat God had gesteld. Al het positieve recht
moest dus worden getoetst aan natuurrecht. Dit was gek, want bij de Romeinen bestonden Ius Civile en Ius Gentium
naast elkaar, zonder verdere gevolgen bij strijdigheid. Het natuurrecht was nu de bron van de aequitas canonica (de
canoniekrechtelijke billijkheid) waardoor het ius strictum (positief recht), werd gecorrigeerd.

2.6 Hugo de Groot en het natuurrecht
De denkbeelden van de Stoa hebben invloeden gehad tijdens de middeleeuwen. Aquino (1225-1274) gaf het volk het
recht om in opstand te komen, indien de koning de grondrechten schendt. Pas in de zeventiende eeuw werd het
natuurrecht een afzonderlijke juridische discipline.
Hugo de Groot, ook wel de vader van het natuurrecht, stelde in zijn werk De iure belli ac pacis (recht van oorlog en
vrede), dat zelfs onder God het natuurrecht zou hebben bestaan. Met behulp van rede zou volgende de Groot een heel
rechtstelsel kunnen worden opgebouwd. Tot op de dag van vandaag is zijn werk de meest gezaghebbende bron van het
Volkenrecht.
In zijn latere werk: Inleydinge tot de Hollandsche Rechts-Geleerdheid, stelde de Groot dat het Romeinse recht om zijn
inhoudelijke natuurrechtelijke kwaliteiten (wijsheid en billijkheid) in Nederland zou zijn gerecipieerd. Dit biedt
mogelijkheid tot kritiek op Romeins recht. Het Romeinse recht stond niet meer centraal, maar vulde het natuurrecht
aan. De rechtsregels uit het Corpus waren dus niet meer tijdloos, maar aan tijd en plaats gevonden.

2.7 The Age of Reason
Het natuurrecht wordt gedragen door de veronderstelling dat er naast en boven het door de mensen gestelde recht een
ideaal recht bestaat. Dit had, in combinatie met de verplichting grote gevolgen. Van dit nieuwe inzicht, maakte met
name Franse filosofen gebruik. De Franse koning was van oordeel dat hij aan niemand verantwoording schuldig was.
Dit hoefde geen belemmering te vormen voor veranderingen in verlichte zin. Maar wat als de vorst niet naar rede
wilde luisteren? Het natuurrecht bood dan een mogelijkheid de vorst af te zetten. De verlichting leek ook tot de
allerhoogste kringen te zijn doorgedrongen, waardoor noodzakelijke veranderingen van bovenaf konden worden
doorgevoerd. Frederik de Grote, Koning van Pruisen was hier een groot voorbeeld van. De vorsten bleven wel
alleenheersers en hun macht was erfelijk.

In Frankrijk bleven noodzakelijke hervormingen achterwege. Frankrijk was klaar voor een revolutie. De verlichting
bood hiervoor de motieven en het natuurrecht bood de juridische rechtvaardiging. Er was bovendien een voorbeeld:
De Amerikaanse Revolutie.

2.8 Rousseau en het Contrat Social
~3~

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller britnydewit. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.16. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

76669 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.16  1x  sold
  • (0)
  Add to cart