Onderzoekspracticum (designs) alle aantekeningen hoorcolleges + samenvatting boek 'how to design and evaluate research in education'
227 views 23 purchases
Course
Onderzoekspracticum (PABA2057)
Institution
Rijksuniversiteit Groningen (RuG)
Book
How to Design and Evaluate Research in Education
Alle aantekeningen van de hoorcolleges en samenvatting van de bijbehorende hoofdstukken 4, 6-9, 13-18 en 21-23 uit het boek 'how to design and evaluate research in education' voor het vak onderzoekspracticum (designs).
AANTEKENINGEN
HOORCOLLEGES &
SAMENVATTING ‘HOW TO
DESIGN AND EVALUATE
RESEARCH IN EDUCATION’
Onderzoekspracticum (designs)
(PABA2057)
,COLLEGE 1: 16 NOVEMBER 2022
Onderzoeksvraag
Waar moet een goede onderzoeksvraag aan voldoen?
Haalbaar om te onderzoeken
Helder en open geformuleerd
Zinvol om te onderzoeken
Ethisch verantwoord
Empirische cyclus
Explorerend onderzoek er ontbreekt nog veel kennis en er
bestaat nog geen goede theorie
Toetsend onderzoek er bestaat al kennis en deze wordt onderzocht/getoetst
1. Observatie
2. Inductie
- Aan de hand van concrete observaties een algemenere uitspraak formuleren
3. Deductie
- Aan de hand van een algemeen verband/uitspraak een uitspraak doen over concrete situaties
4. Toetsen
- Hypothesen worden getest
- Als de uitkomst van de analyse overeenkomt met de hypothese wordt deze bevestigd
5. Evaluatie
- Is het kennisprobleem opgelost?
Wetenschappelijk bewijs
HOOFDSTUK 4
Basisprincipes van ethiek
De term ethiek refereert naar vragen over wat goed en fout is. De vraag die wordt gesteld is ook wel ‘zorgen de
resultaten van het onderzoek voor psychische of psychologische schade bij de participanten?’.
Er moet tijdens onderzoek rekening gehouden worden met drie principes:
1. Geen schade aanbrengen aan de participanten
2. Vertrouwelijkheid van data verzameling
Privacywetgeving (AVG)
Anonimiteit en vertrouwelijkheid
- Niemand anders mag toegang hebben tot de data. De namen van de participanten moeten
verwijderd worden en er kunnen letters/nummers toegevoegd worden aan elke participant.
Zo weet zelf de onderzoeker niet welk nummer bij welke participant hoort.
Geïnformeerde toestemming (informed consent)
- Participanten informeren over het onderzoek (+ enkele risico’s) en toestemming vragen
Etnische commissie
- ‘National Research Act’ (1974) alle onderzoeksinstituties ontvangen geld voor
‘institutional review boards’ (IRBs) voor het reviewen/goedkeuren van onderzoeksprojecten.
Als een institutie niet voldoet aan waarden kunnen steun en vergoedingen ontzegd worden.
- Department of Health and Human Services (HHS) verantwoordelijk voor onderzoeken,
waarbij mensen als onderwerp worden gebruikt
- Family Privacy Act (Buckley Amendment, 1974) privacy beschermen van educatieve
dossiers van studenten. Educatieve dossiers mogen alleen worden geïdentificeerd als de
, student/ouders toestemming geven. In de informed consent formulieren moet worden
verteld welke data wordt onthuld, voor welk doel en voor wie.
- Regels ‘institution review board’:
o Minstens vijf leden
o Bestaande uit mannen, vrouwen en niet-onderzoeker
o Individuen die competent zijn met een bepaald relevant gebied mogen wel
reviewen, maar niet stemmen
o Individuen met een ‘conflict of interest’ mogen niet geïncludeerd worden
- IRB classificeert onderzoeksvoorstellen in drie categorieën:
o Vrijgestelde beoordeling
• Het onderzoek bevat geen risico, zoals anonieme vragenlijsten/observaties
• Het onderzoek is vrijgesteld van informed consent
o Versnelde beoordeling
• Het onderzoek bevat niet meer dan de minimale risico’s, zoals onderzoek
naar individueel of groepsgedrag (klassenonderzoek), waarbij er geen
psychologische interventie misleiding is
• Het onderzoek vereist geen geschreven informed consent, maar wel oraal
o Volledige review
• Het onderzoek bevat twijfelachtige elementen, zoals onderzoek met
speciale populaties, kwetsbare individuen, ongewone procedures,
misleiding, interventie of invasieve meting
• Overleg van alle IRB leden is verplicht en de onderzoeker moet samen met
de leden discussiëren en vragen beantwoorden
3. Misleiding
Als het niet mogelijk is dat de onderzoeker geen misleiding gebruikt, moet de onderzoeker zich
afvragen of het gerechtvaardigd kan worden a.d.h.v. het belang van het onderzoek
Men kan onderzoekers gaan zien als leugenaars of als individuen die dingen mis-interpreteren,
waardoor het algemene beeld van onderzoek verdwijnt. Steeds minder mensen zouden hierdoor
mee willen doen aan onderzoek, waardoor het verkrijgen van betrouwbare informatie over de
wereld wordt belemmerd.
Voorbeeld leerkrachten worden geobserveerd om te kijken wat de impact van de leerkrachten
is op het gedrag van de leerlingen. De leerkracht kan doorhebben dat die geobserveerd wordt,
waardoor hij ander gedrag kan vertonen.
Ethische regels voor kinderen
Minderjarige kinderen hebben toestemming (informed consent) nodig van de ouders/verzorgers. Alle
nodige informatie moet worden gegeven en iemand moet de mogelijkheid hebben het af te wijzen.
Onderzoekers vertegenwoordigen zichzelf niet als adviseurs bij het rapporten van de resultaten naar
de ouders en er wordt ook geen vertrouwelijke informatie van kinderen gerapporteerd
Kinderen mogen nooit gedwongen worden mee te doen aan een onderzoek
Alle vormen van vergoedingen hebben geen effect op de toepassing van deze ethische principes
In kwantitatief onderzoek kan de participant de inhoud en de mogelijke gevaren van het onderzoek verteld
worden. Bij kwalitatief onderzoek evolueert de relatie tussen onderzoek en participanten over de tijd. Volgens
Bodgan en Biklen is het doen van kwalitatief onderzoek iets als het hebben van een ‘vriendschap’ met de
participanten i.p.v. een contract. De participanten hebben een zeggen in de regulatie van de relatie en maken
steeds keuzes over hun deelname.
Plagiaat
Het verkeerd voorstellen van iemand anders werk als dat van jezelf
Richtlijnen voor het vermijden van plagiaat
Gebruik de woorden van iemand anders niet, zonder referenties of citeren
Gebruik de ideeën van iemand anders niet, zonder referenties of citeren
Je kunt beter over-citeren dan onder-citeren
HOOFDSTUK 6
, Steekproeven
Sample = de groep waarvan informatie wordt verzameld
Populatie = de grote interessegroep, waartoe de verkregen data representatief moet zijn
Kan elke grootte hebben en heeft ten minste één kenmerk dat zich onderscheid van andere populaties
De leden van een populatie zijn aan elkaar gelijk qua kenmerken
Waarom trek je een steekproef?
Eerst bepalen in welke populatie je geïnteresseerd bent
Dan kiezen voor een methode
Selecte steekproef
- Doelgericht sampling, iedereen heeft geen gelijke kans om geselecteerd te worden
Aselecte steekproef
- Iedereen heeft dezelfde kans om geselecteerd te worden. Er mag geen bias optreden, waarbij
de onderzoeker of andere factoren geen invloed hebben op wie er gekozen wordt. Er wordt
zo een representatieve sample getrokken uit de populatie.
Aselecte steekproeven
Simple random sampling
- Elk individu heeft een gelijke kans gekozen te worden
o M.b.v. ‘table of random numbers’, waarbij individuen een random nummer krijgen.
- Elk individu moet geïdentificeerd kunnen worden uit de lijst
- Bij en grotere omvang is de representativiteit ook groter
Stratified random sampling
- Bepaalde subgroepen (strata) worden geselecteerd en vanuit elke strata worden bepaalde
individuen geselecteerd. De geselecteerde individuen vormen een sample.
- Het vergroot de kans op representativiteit
- De kenmerken van individuen (hoe ze ook voorkomen in de populatie) worden geïncludeerd
Cluster random sampling
- Het selecteren van groepen (clusters) van onderwerpen i.p.v. individuen
- Alle leden van clusters worden onderzocht
- Bij meer clusters is de representativiteit groter
- Lijkt op simple random sampling, maar er worden groepen
random geselecteerd i.p.v. individuen
Two-stage random sampling
- Combinatie van cluster random sampling en individuele
random sampling
o I.p.v. 100 studenten selecteren vanuit een populatie
van 3000 uit 100 klassen worden er random 25 klassen
geselecteerd uit de 100 klassen en worden daaruit 4
studenten per klas gekozen
Selecte steekproeven
Systematische sampling
- Voorbeeld elk 10de individu uit 5000 individuen wordt geselecteerd, totdat er 500
individuen zijn verzameld
- ‘Sampling interval’ = de afstand tussen de geselecteerde individuen
o Berekenen populatie grootte/sample grootte
- ‘Sample ratio’ = proportie van individuen in de populatie dat geselecteerd is voor de sample
o Berekenen sample grootte/populatie grootte
- Periodiciteit = door het patroon kan bias ontstaan in de sample
o Studenten kunnen bijvoorbeeld op een bepaalde volgende in lijsten staan
Convience sampling
- Een groep individuen die het best beschikbaar is voor het meedoen aan onderzoek
o Een nieuwreporter vraagt voorbijgangers naar hun mening
- Grote kans op bias en dus niet erg representatief
Purposive sampling
- Onderzoekers gebruiken hun oordeel om individuen te selecteren
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mkoops. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.22. You're not tied to anything after your purchase.