Lessen Inleiding tot de Europese Unie
1 Geschiedenis van de EU ............................................................................................... 2
2 EU-Instellingen – Besluiten en Commissie .................................................................. 10
3 Invloed op politieke besluitvorming .......................................................................... 25
4 Reflectie op Europese integratie ................................................................................ 28
5 Beleid ........................................................................................................................ 34
6 Democratie en vertrouwen in de EU .......................................................................... 50
1
,1 Geschiedenis van de EU
Verschillende associaties bij de Europese Unie:
- Geschiedenis
- Verdragen
- Crises
- Beleid
- Instellingen
- Personen en lidstaten
- Waarden EU in de wereld
- Politieke structuur
1.1 Verdragen
1.1.1 7 centrale verdragen
1) Verdrag van Parijs (EGKS) 1951-1952
2) Verdrag(en) van Rome (EEG, Euratom) 1957-1958
3) Europese akte (SEA): verdrag rond interne markt 1986-1987
4) Verdrag van Maastricht = Europese Unie Verdrag (TEU) 1992-1992
5) Verdrag van Amsterdam 1997-1999
6) Verdrag van Nice 2000-2003
7) Verdrag van Lissabon 2007-2009
à Deze 7 verdragen vormen de juridische basis waarop de Europese Unie rust.
Mislukt 8ste verdrag: Constitutionele verdrag (formeel= Verdrag tot vaststelling van een grondwet voor Europa
= ‘Europese grondwet’) 2004-2005
1.1.2 Samenhang Verdragen & Politieke structuur
De Europese Unie karakteriseert zich met haar voorhangers met verdragen.
Constitutie
Ø Staat: Nationale of Federale staat of een variant hiervan (= de politieke structuur)
Ø Algemene ‘regeer’-regels vb. democratie, gelijke rechten voor burgers
o Idealiter: een constitutie wordt gedragen door de burgers
Ø Voorbeeld: Verenigde Staten (verzameling van (deel)staten)
o Hebben als staten veel meer gemeenschappelijk als de Europese Unie
Verdrag
Ø Internationale organisatie (afspraken tussen landen)
Ø Afspraken onder internationaal recht over samenwerking tussen soevereine staten of internationale
organisaties
Ø Voorbeeld: Europese Unie
o Superstaat? Niet echt
o Confederatie? Niet echt
à Hybride politieke structuur
Ø De verdragen in de EU en hun opeenvolgingen (aanpassingen, wijzigingen, uitbreidingen) sijpelen
door op een wijze die je kan vergelijken met constituties
o Er vindt dus in de EU een proces van constitutionalisering plaats
o Vb. door stapeling van verdragen of bekrachtiging EU wetgevingen of toetsing Hof Europese
Justitie…
Heeft EU al een constitutie? Geen vast antwoord: is discussie gaande hieromtrent.
2
,1.1.3 Verdragen opsplitsen in Fases
Fase 1 van verdragsontwikkeling
Þ 1951-1952: Verdrag van Parijs (EGKS)
Þ 1957-1958: Verdrag(en) van Rome (EEG, Euratom)
Þ 1986-1987: Europese Akte (EA): Verdrag rond interne markt
De eerste fase wordt gekarakteriseerd door volgende elementen:
• Besluitvorming was iets dat vooral achter gesloten deuren plaatsvond
• De besluitvorming werd genomen door technocraten, regeringsleiders
• Hoofdrol voor technocraten, regeringselites en economische integratie
• Er was geringe belangstelling voor de inhoudelijke procedures en input van bredere Europese publiek
• Staats- en persoonlijke belangen van regeringsleiders waren vaak leidend/ dominerend in
conflictueuze totstandkoming
• (Relatief) gemakkelijk om goedkeuring te krijgen van verdragen
Fase 2 van verdragsontwikkeling
Þ 1992-1993: Verdrag van Maastricht
Þ 1997-1999: Verdrag van Amsterdam
Þ 2000-2003: Verdrag van Nice
Þ 2004-2005: Mislukte Grondwet
Þ 2007-2009: Verdrag van Lissabon
De tweede fase wordt gekarakteriseerd door volgende elementen:
• Toename van de impact van de Europese Gemeenschap en Europese Unie op het leven van haar
burgers
• EG/EU gaat nog steeds over economie, maar nu ook op sociaal beleid, werkgelegenheidsbeleid,
juridische elementen…
• Meer hobbels door de instelling van nationale referenda over EU
o Vb. Deense Hobbel: Denemarken wou verdrag van Maastricht niet ratificeren
o Vb. Ierse Hobbel: Ierland wou het verdrag van Nice niet goedkeuren
o Vb. Fr-Ne Blokkade: Franse en Nederlandse burgers spraken referendum uit tegen het
grondwettelijk verdrag van 2004-2005.
• Dus: Meer directe inspraak van Europese burgers was nodig (Europese leiders en nationale leiders
laten betrekken in Europese politiek) à Hoe burgers nadrukkelijker betrekken in Europese politieke
besluitvorming?
Paradox:
Terzelfdertijd: Toenemende democratisering van de Europese organen en uitbreiding van de macht van het
Europees parlement.
Aan de ene kant groeit de macht van het Europees Parlement. Aan de andere kant ontstond er onvrede bij de
burgers over hoe ‘ondemocratisch’ de Europese unie zou functioneren.
• Groei Euroscepticisme en populisme
• Noodzaak Unie dichter bij burger brengen
3
, 1.2 Historische belangrijke agenda’s van Europese integratie
1.2.1 Verdiepingsagenda
1.2.1.1 Economische agenda
In fase 1 van verdragsontwikkeling:
Vanaf de Tweede Wereldoorlog economische herstructurering.
Bretton Woods Systeem (1944)
à Door VS werd een begin gemaakt met een internationale economische orde met dit systeem.
Hierin werd afgesproken dat een poging moest worden gedaan om wisselkoers te stabiliseren en te
organiseren via het internationaal monetair fonds (IMF) + leningen die verstrekt worden die een belangrijke rol
moeten spelen bij het herstel van de economieën bij en na de afloop van WOII.
Onderliggende motivatie:
- Beurscrash van Wallstreet
- Door instabiliteit van wisselkoers
- Dit voorkomen via het Bretton Woods Systeem
Marshall Plan (1948)
à Tweede initiatief van de VS was gericht op Europa (specifiek op West-Europa)
Minister van Buitenlandse zaken kwam met een plan om de Europese Economieën te ondersteunen (ook met
politieke bedoeling, in de hoop dat landen die de economische steun zouden aanvaarden niet in de richting
van het communisme zouden bewegen) à Economisch herstelplan voor (West)-Europa.
OEES (1948), vanaf 1960: OESO
Was het eerste orgaan om economisch herstel mogelijk te maken + orgaan dat direct verbonden was met de
coördinatie van de implementatie en uitwerking van het Marshallplan en de hulp die hierin vervat lag.
SUPRANATIONAAL: Europese Gemeenschappen
EGKS (1951) sectoren - Parijs
Functionalistische aanpak à Vooral gericht op het opheffen van handelsbelemmeringen.
Het was relatief klein in omvang als het ging om de Europese agenda, maar het was politiek en institutioneel
van groot belang!
ð Politiek: maakte samenwerking nodig tussen zes landen waaronder de twee verliezers van de oorlog.
ð Institutioneel: de institutionele infrastructuur van een hogere autoriteit met een raad van ministers,
met een parlement en hof à blauwdruk van wat we vandaag de dag kennen.
Euratom (1957) sector – Rome
Functionalistische aanpak
EEG (1957) Interne markt
Ambitieuzer op het economisch plan à versteviging van de interne markt (planmatig iets)
De interne markt verder uitbouwen in de komende jaren:
ð Douane-unie
ð Vrij verkeer
ð Beleid: Markt & Handel, Landbouw, Competitie, Transport
ð Europees sociaal fonds
ð Investeringsbank (als gevolg van het Marshallplan)
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller DieDhe. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.10. You're not tied to anything after your purchase.