Leereenheid 1 – Goederen-, geld- en informatiestromen
Stromen binnen de onderneming;
1. Goederenstroom > geheel van verplaatsing en aanwezigheid van productiefactoren
(arbeid en kapitaal).
2. Informatiestroom > primaire (opdrachten, vooraf aan goederenstroom) en
secundaire informatie.
3. Geldstroom > rekeneenheid (kwantiteiten, optelbaar maken), betalingseenheid
(primaire en secundaire geldstroom) en spaareenheid.
Planningsbeslissingen;
Beslissingen die betrekking hebben op toekomstige activiteiten.
Bijv. nieuwe machine kopen? Of oud type product afsluiten?
Controlebeslissingen;
Beslissingen die betrekking hebben op de beheersing en het leidinggeven binnen een
organisatie. Uitvoering van de plannen en de beoordeling daarvan
Bijv. heeft de nieuwe reklamecampagne geleid tot een omzetstijging?
Gestructureerde beslissingen;
Routinematig, volgens bepaalde gewoonten en procedures.
Lenen zich goed voor computertoepassing.
Ongestructureerde beslissingen;
Niet-routinematig, geen standaardprovedures. Unieke, ongewone problemen.
Persoonlijk oordeel van de manager heeft een belangrijke rol.
Informatieverstrekking op het gebied van;
4. Score-keeping > stand bijhouden. D.m.v. een analyse beoordelen of de zaken goed of
slecht gegaan zijn. (waakhondfunctie)
5. Attention-directing > aandacht vestigen op. Schijnwerper richten op bepaalde
probleemgebieden om te bepalen welke problemen verder uitgediept moeten
worden.
6. Problem-solving > probleem oplossing. Informatie voor langetermijnplanning en niet-
routinematige beslissingen. Op welke wijze kan het probleem het beste opgelost
worden?
1
,Beheersingssysteem c.q. besturingsysteem (planning en control systeem);
Het beheersen van plannen/doeleinden en automatisch bijsturen. Universeel en technisch.
Managementbeheersingssysteem;
Rol van mens wordt toegevoegd, min. één superieur en één uitvoerende die het proces van
de besluitvorming op gang moeten brengen.
Geheel van structuren en activiteiten t.b.v. planning, uitvoering, controle en coördinatie van
de activiteiten.
Feedback;
Terugkoppeling van resultaten aan opdrachtgever. Acties die uit de vergelijking met het doel
en de realiteit kan voortvloeien >
7. Doeleinden aanpassen.
8. Alternatieve middelen zoeken om het gestelde doel te bereiken.
9. Gebruiken van andere beslissingsregels of criteria (keuze voor reparatie i.p.v.
vervanging)
10. Aanpassing of opstellen van voorspellingen (prijsontwikkeling).
11. Verandering van procedures.
12. Aanpassing van de norm in relatie tot de beloning.
Planning;
Het maken van een plan dat betrekking heeft op het nemen van (voorlopige) beslissingen
t.b.v. toekomstige activiteiten.
13. Strategisch plan;
Geheel van beleidsregels en doelstellingen die gericht zijn op de continuiteit van de
onderneming rekening met de factor “omgeving”.
Collectie voorschriften en opdrachten voor de lagere managementniveau’s > productbeleid,
financieel beleid en het organisatiebeleid.
14. Projectplannen;
Strategisch plan > opstellen projectplannen > activiteiten ontplooien. D.m.v. projectplannen
is het voor het management van de onderneming mogelijk om de gang van zaken in de
onderneming te beheersen (controle) en te antcipiceren op veranderingen in de omgeving
(innovatie).
Productplan;
Object van projectplannen is een nieuw product. Centraal in deze plannen staat een
product-marktcombinatie. Bewegingen in de ondernemingsmatrix > Matrix van Ansoff.
2
, 15. Periodeplan;
Geven een beeld v/d stituatie waarin de onderneming zich de komende jaren zal verkeren bij
uitvoering van het geheel van de goedgkeurde plannen. Categorieen van capaciteiten welke
beoordeeld worden:
1. Materiaal > hoeveelheid productiemiddelen; grond, gebouwen, machines, etc...
2. Personeel > aantal personen met kennis en vaardigheid.
3. Financieel > omvang van beschikbaar vermogen.
De uit het periodeplan voorvloeiende gegevens hebben betrekking op:
1. Standen > tijdstip van de meting, bijv. vermogen en voorraden.
2. Stromen > gedurende een periode (jaar), bijv. omzet en inkoop.
16. Operationele plannen;
Vaststellen van activiteiten op detailniveau, welke routing (weg) + scheduling (tijd). Voor elk
onderdeel van de onderneming wordt bepaald:
1. De invoer > inkomende elementen die nodig zijn voor de productie van
desbetreffende onderdeel.
2. De transformatie > van die elementen. Toewijzing van financiele, materiele en
personele capiciteiten van desbetreffende onderdeel.
3. De uitvoer > productieomvang per onderdeel.
Indien er alternatieven zijn, dan dient het management beslissingscalculaties toe te passen.
Coördinatie en beheersing;
Afstemmen van noodzakelijke activiteiten in een organisatie. Beheersing (control) is het
proces waarbij gezorgd wordt voor de aanpassing van het feitelijke gedrag van iets/iemand
die overeenkomt met de gestelde doelen.
Belang van economisch waarderen voor een onderneming;
Een onderneming reageert op interne en externe invloeden en ervaringen. Het is nodig tijd
er tijdig op invloeden geanticipeerd wordt en de juiste acties ondernomen worden.
Leereenheid 2 – Een indeling in vakgebieden
Bedrijf;
Fysieke eenheid.
Onderneming;
Juridische eenheid. Onderneming is opgebouwd uit een bedrijf, kan een geheel van
bedrijven zijn.
Aandachtspunten besturen van een onderneming;
Het besturen van een onderneming is een proces van beslissingen, die consistent
(samenhangend) met elkaar zijn zowel in de tijd als op verschillende deelgebieden waar ze
betrekking op hebben.
P&C:
3
, Planningsproces met meetbare elementen (begroting) > uitvoering volgens plan?, stromen
en standen meten > bijsturing nodig?
Marketing (5P’s):
1. Product
2. Prijs
3. Plaats
4. Promotie
5. Personeel
Doel bedrijfseconomie;
Stelt vragen in het kader van de besturing van de bedrijfshuishouding. Het vinden van
informatie hoort daar ook bij, soms met methoden en technieken van andere disiplines.
Economie:
De studie die zich bezighoudt met het productie, verspreiding en consumptie van geld,
goederen en diensten.
Hoofdvakken bedrijfseconomie;
1. Externe verslaggeving (financial accounting);
Informeren van belanghebbenden over het bedrijf door het management.
Jaarrekening staat centraal. Samenhangend met juridische discipline.
2. Interne verslaggeving (management accounting;
Informeren van het management. Belangrijk onderdeel is de berekening van
kostprijzen. Heeft ook psychologische kanten.
3. Financiering (financial management);
Geldstroom staat centraal.
4. Administratieve organisatie;
Vormgeven van de informatiestromen > zinnige informatie registreren.
5. Logistiek;
Vormgeven goederenstroom > transformatieproces, afleveringsproces, etc...
6. Marketing;
Inspanning om de vraag te verhogen.
7. Interne organisatie;
Organisatiestructuur > voldoende sturing zodat organisatie efficiënt werkt (span of
control)
Hangt nauw samen met interne verslaggeving en financieel management.
8. Externe organisatie;
Relatie v/d onderneming als geheel met de omgeving, bijv. concurrentieslag.
9. Strategisch management;
Specificiteit van onderneming, wat onderscheidt deze onderneming van andere?
Nauw samenhangend met de externe organisatie.
Vakken meer naar buiten en binnen gericht;
- interne verslaggeving
- Financiering
- administratieve organisastie
- interne orgaisatie
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Anita01. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.