100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Fundamentele Wijsbegeerte (COOBOa) $8.63
Add to cart

Summary

Samenvatting Fundamentele Wijsbegeerte (COOBOa)

 43 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Dit is een samenvatting van het vak Fundamentele wijsbegeerte op basis van het boek, wijsbegeerte een historische inleiding. Sommige slides uit de hoorcolleges zitten ook verwerkt in de samenvatting. De samenvatting bevat ook een begrippenlijst en een klein overzicht.

Preview 4 out of 73  pages

  • December 8, 2022
  • 73
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Filosofie/Wijsbegeerte
Inleiding: filosofie en wetenschapsleer
Plato’s grot
Plato’s grot in een allegorie = op een andere manier denken. Bv: “Het is zoals”
Verhaal: In de grot worden mensen opgesloten, er komen mensen voorbij en door het licht dat in de grot valt
zien de gevangenen schaduwen voorbijkomen. Ze denken dat dit de werkelijkheid is. Op een dag wordt er één
persoon bevrijdt en ziet die de echte werkelijkheid. Deze persoon keert terug en vertelt tegen de andere wat hij
heeft gezien. De andere geloven hem niet en vragen hem om hun met rust te laten.

 Met dit verhaal wordt de vraag gesteld “wat is de echte werkelijkheid”
 Men gaat een verwondering creëren, deze verwondering kan negatief of positief zijn = betekenisverlies
 Is de werkelijkheid het immateriële of het materiele?
 “de werkelijkheid is de werkelijkheid dat niet de werkelijkheid is” (symbolic)
 Er ontstaat een symbolische orde = Er zijn bepaalde dingen en wij geven er betekenis en verbanden aan.
Bv: Een lach op zichzelf is niets, maar we geven er symboliek aan  namelijk iemand is gelukkig.
 “we kunnen de echte werkelijkheid niet zien”  Je kunt niet naar de werkelijkheid kijken zonder betekenis.
Bv: de zon is niet de zon zonder naam, seksualiteit etc..
 Niche zegt: Een kind durft die werkelijkheid vernietigen, bijvoorbeeld: het omver duwen van lego blokjes.
 Deze werkelijkheid kan zowel negatief als positief zijn. Bijvoorbeeld vuur kan ofwel licht en warmte
betekenen maar tegelijkertijd ook brand en verwoesting van huizen

Filosofie en ideologie
Filosofie Ideologie
Argumentatie Definitieve zekerheden
Technische vocabularium conservatief
Stelling poneren /



De historiciteit van de filosofie
 Spactio – temporele context  er zijn andere denkbeelden in andere tijden
 Vragen en antwoorden veranderen voortdurend Bv: Zijn mannen en vrouwen gelijk?
 “filosofie is wezenlijk historisch” (Hegel)
 Interpretatie is ook historisch bepaald
 Historisch object en subject  “Ik moet een object begrijpen doormiddel van de geschiedenis”
 Er is geen objectieve maatstaf
 Bv: een schilderij zal ook andere betekenissen krijgen doorheen de jaren


S O



Wereldbeeld

Je wereldbeeld hangt af van hoe je bent maar je moet bewust zijn van een bias. We kunnen een betekenis niet
volhouden
 Bestaanshorizon waarin we zijn geworpen. Bv: Een taal spreken
 Het is voor ons gekozen. Bv: We hebben de taal niet gekozen
 Slechts gedeeltelijk expliciet baar
 Veranderlijk
- Revoluties
- Avant grande

, - Breuken  Bv: breuken tussen de middeleeuwen en de nieuwe tijd
 Wijsbegeerte vs wereldbeeld
o Conservatief - legitimerend vs Kritisch – progressief


Deel 1: Lotgevallen van de filosofische nationaliteit
Hoofdstuk 1: Wijsbegeerte binnen de antieke bestaanshorizon (6de
eeuw V.C – 6de eeuw N.C)
1. Het ontstaan van wijsbegerige rationaliteit
1.1 Van mythos naar Logos
 Fascistisch wereldbeeld
 Nestle (6de eeuw voor christus)
Mythes = verhalen  zoals bijvoorbeeld die van Persefone (seizoenen)
Dit verhaal is niet gedateerd “ergens, niet ergens”
Het is niet kritisch want het is een mythe  het is gewoon een verklaring voor de seizoenen.

MAAR  “is het ene beter dan het ander”
Deze vraag wekt een cultuurschok op rond de 6de eeuw V.C
 Er is een contact met andere volkeren. Bijvoorbeeld over Goden.
 Er komt hierdoor een kritiek op de mythes, deze kritiek was
1. Kritiek op het antropomorfisme (afbeelden van mensen/goden)
2. Kritiek van mondeling naar schriftelijke cultuur

Door deze cultuurschok komt een drang van logos, rede, uitleg
 Nestle “Het is niet omdat ze niet consistent zijn dat ze ook systematisch zijn”
 Er zal dus altijd een mythe zijn in de logos en een logos in de mythe
 MYTHOS  MYTHO – LOGIE  LOGOS

De logos zorgde voor de desacralisering van de natuur
 God van de natuur losmaken
 Bv: de bliksem niet meer als God beschouwen maar als het attribuut van een God
 Het goddelijke wijkt uit de natuur, waardoor het een organisme op zichzelf wordt
 Dit is het ontstaan van de filosofie, het “Griekse wonder”




1.2 De natuurfilosofen: Het ontstaan van de kosmologie
 Filosofie ontstaat als natuurwetenschap
 De gedesacraliseerde natuur al phusis (mooi) (structuur)
 Er is ook een rationele benadering in de natuur aanwezig  je kan achterhalen wat er in de natuur
aanwezig is (oerstof) (stof)  Bv: water, licht etc..
 Er is een archij  eerste principe  een begin
 Fysica  kosmos  logos  archij (oerstof)

Realisme




“Heraclitus” “alles vloeit”

,= De duistere, sombere, het worden
 Tegenpool van Parmenides
 Ca 543 V.C
 “Aforisme” = samengestelde passages die moeilijk te interpreteren zijn
 Niets is permanent “alles vloeit, niets blijft” (pantarij)
 De werkelijkheid is in verandering

 Er zijn tegengestelde maar hij ziet nog altijd een harmonie tussen die tegengestelde
 Bv: Bios of boog  los touw vs vaste basis  een geheel
1) Concepten en begrippen hebben elkaar nodig (complementair)
 Bv: u heeft geen dag zonder nacht en omgekeerd
2) Alles wat u kan zien gaat over in het tegengestelde
 Bv: u kan iemand zien groeien (van klein naar groot) (van jong naar oud) etc…
3) Leven en dood zit ook in dat tegengestelde
 Bv: zout water  vissen leven in zout water mensen zouden er in sterven

 Ze heffen elkaar op  conflict = constitutief  KOSMOS
 Archij of oerstof  Bv: vuur(bij Heraclitus)  licht en brand
 volg de zintuigen en u vindt de werkelijkheid  Bv: niet zeggen de rivier, maar alles wat vloeit
 Historisch object = het interpreteren van iets Bv tekst
 Historisch subject = de historische context van de persoon die het interpreteert ook in rekening moet
worden gehouden, deze kan variabel zijn

“Parmenides” “het zijnde is"

 Filosoof van het zijn, onveranderlijk
 ca 515 – ca 440 V.C)
 Werd verder onderzocht door de grondleggers Owen en Russel  analytische filosofie
 Hier spelen godinnen een rol  waarheid of mening
 De godin staat centraal voor de logos ≠ openbaring
 Parmenides kiest de weg van de waarheid  “esti ei oek esti estie” “is of niet is?”
 Volgens de interpretatie van Owen en Russel is het “is” “alles/totaliteit”  de vraag is: is of is dat
niet?
 3 opties
- A. het is en het is noodzakelijk dat het is
- B. het is niet en het is noodzakelijk dat het niet is
- C. het is en het is niet



Stukje uitleg

A. Het bestaat en het is onmogelijk dat het niet bestaat: Dit wil zeggen dat we het bestaan ruimer gaan
zien dat het materiële bestaan. Bv: een eenhoorn bestaat, want ik kan eraan denken en erover spreken.

B. Het bestaat niet en het is onmogelijk dat het bestaat: het is niet en het kan niet bestaan. Bv: het niet
zijnde bestaat, dus kan er geen niet zijnde zijn. Dit is een tegenstelling in concepten.


C. Het is en het is niet: Dit is iets wat alleen mensen zien “tweehoofdige”. Dit kan niet, iets kan niet
tegelijkertijd wel en niet bestaan. Het is niet hetzelfde als zeggen dat iets vroeger bestond en nu niet zoals
een boekentas (non – contradictie)  Bv: het kan niet tegelijkertijd op één plaatst droog zijn en regenen
tegelijk.


 Het enige dat je kan doen is weg A volgen
 Alles waar je over denkt of spreekt bestaat
 Materieel & immaterieel gaan samen

, A: Is de weg van de waarheid!
 Eigenschappen van het zijnde
 Niet ontstaan: u kan niet zeggen dat er een niet zijnde is. Dan zou het zijnde uit een niet zijnde
moeten ontstaan zijn en dat kan niet. Wat als er iets ontstaan is uit iets anders moest het al
bestaan hebben. Het kan ook niet vergaan want dan is het er nog steeds!
 Onbeweeglijk: als het zou bewegen dan zou het niet zijnde bestaan, en het niet zijnde is niet. Dus
het is niet mogelijk dat het zijnde onbeweeglijk is.
 Begrensd: er is een volmaaktheid, er is geen andere kan van de grens
 Ondeelbaar: Je kan niet zeggen dat een stoel meer bestaat dan een mens. Het zijnde is identiek.
De zintuigen kunnen we niet vertrouwen
 Volmaakt: al het zijnde is het zijnde: het is af
 Bolvormig: volmaakte geografische figuur, alles ligt op dezelfde afstand rond het middelpunt.




“Kritiek Aristoteles”

 Onderscheid tussen fysica en metafysica (niet zintuigelijk waarneembaar)
 Hij spreekt over de werkelijkheid als een fysiek iets (bolvormig)
 Hij maakt geen onderscheidt tussen fysica en metafysica



1.3 Het ontstaan van een ethiek
 Ethiek = studie van de moraal  Het goede of het slechte
 Kritieken op de mythe en de desacralisering
 Bepaalde principes kunnen keuzes zijn en het bijt niet vast aan de natuur  Bv: dieren vermoorden elkaar
wanneer ze honger of zin hebben, mensen doen dit niet.
 Zo ontstond de Griekse democratie
 Einde van de bloedwraak  straffen op Draco
 Phulai  démoi  bepaalde mensen krijgen kennis over de democratie
 ETISCH VACUÜM = iedereen denkt anders over de dingen
 Gebruikten de prille democratie om als rondtrekkende leraren rond te trekken, ze willen gelijk krijgen in het
“democratisch Athene”  logos  monoloog
 Opportunisme vs gefundeerd plobisme (Protagoras)
 Sofisten: Calicles, Socrates

“Sofisten”

 Rondtrekkende geleerden
 Wouden hun gelijk in het democratische Athene
 Komt kritiek op door Socrates


“Oerstof”
 Monist = Geloofd in 1 oerstof
 Pluralist = Meer dan 1 oerstof
 Atomisten = kwantitatief verschillende atomen

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller pablomeys. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.63. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.63  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added