Dit is een samenvatting van het vak Fundamentele wijsbegeerte op basis van het boek, wijsbegeerte een historische inleiding. Sommige slides uit de hoorcolleges zitten ook verwerkt in de samenvatting. De samenvatting bevat ook een begrippenlijst en een klein overzicht.
Filosofie/Wijsbegeerte
Inleiding: filosofie en wetenschapsleer
Plato’s grot
Plato’s grot in een allegorie = op een andere manier denken. Bv: “Het is zoals”
Verhaal: In de grot worden mensen opgesloten, er komen mensen voorbij en door het licht dat in de grot valt
zien de gevangenen schaduwen voorbijkomen. Ze denken dat dit de werkelijkheid is. Op een dag wordt er één
persoon bevrijdt en ziet die de echte werkelijkheid. Deze persoon keert terug en vertelt tegen de andere wat hij
heeft gezien. De andere geloven hem niet en vragen hem om hun met rust te laten.
Met dit verhaal wordt de vraag gesteld “wat is de echte werkelijkheid”
Men gaat een verwondering creëren, deze verwondering kan negatief of positief zijn = betekenisverlies
Is de werkelijkheid het immateriële of het materiele?
“de werkelijkheid is de werkelijkheid dat niet de werkelijkheid is” (symbolic)
Er ontstaat een symbolische orde = Er zijn bepaalde dingen en wij geven er betekenis en verbanden aan.
Bv: Een lach op zichzelf is niets, maar we geven er symboliek aan namelijk iemand is gelukkig.
“we kunnen de echte werkelijkheid niet zien” Je kunt niet naar de werkelijkheid kijken zonder betekenis.
Bv: de zon is niet de zon zonder naam, seksualiteit etc..
Niche zegt: Een kind durft die werkelijkheid vernietigen, bijvoorbeeld: het omver duwen van lego blokjes.
Deze werkelijkheid kan zowel negatief als positief zijn. Bijvoorbeeld vuur kan ofwel licht en warmte
betekenen maar tegelijkertijd ook brand en verwoesting van huizen
De historiciteit van de filosofie
Spactio – temporele context er zijn andere denkbeelden in andere tijden
Vragen en antwoorden veranderen voortdurend Bv: Zijn mannen en vrouwen gelijk?
“filosofie is wezenlijk historisch” (Hegel)
Interpretatie is ook historisch bepaald
Historisch object en subject “Ik moet een object begrijpen doormiddel van de geschiedenis”
Er is geen objectieve maatstaf
Bv: een schilderij zal ook andere betekenissen krijgen doorheen de jaren
S O
Wereldbeeld
Je wereldbeeld hangt af van hoe je bent maar je moet bewust zijn van een bias. We kunnen een betekenis niet
volhouden
Bestaanshorizon waarin we zijn geworpen. Bv: Een taal spreken
Het is voor ons gekozen. Bv: We hebben de taal niet gekozen
Slechts gedeeltelijk expliciet baar
Veranderlijk
- Revoluties
- Avant grande
, - Breuken Bv: breuken tussen de middeleeuwen en de nieuwe tijd
Wijsbegeerte vs wereldbeeld
o Conservatief - legitimerend vs Kritisch – progressief
Deel 1: Lotgevallen van de filosofische nationaliteit
Hoofdstuk 1: Wijsbegeerte binnen de antieke bestaanshorizon (6de
eeuw V.C – 6de eeuw N.C)
1. Het ontstaan van wijsbegerige rationaliteit
1.1 Van mythos naar Logos
Fascistisch wereldbeeld
Nestle (6de eeuw voor christus)
Mythes = verhalen zoals bijvoorbeeld die van Persefone (seizoenen)
Dit verhaal is niet gedateerd “ergens, niet ergens”
Het is niet kritisch want het is een mythe het is gewoon een verklaring voor de seizoenen.
MAAR “is het ene beter dan het ander”
Deze vraag wekt een cultuurschok op rond de 6de eeuw V.C
Er is een contact met andere volkeren. Bijvoorbeeld over Goden.
Er komt hierdoor een kritiek op de mythes, deze kritiek was
1. Kritiek op het antropomorfisme (afbeelden van mensen/goden)
2. Kritiek van mondeling naar schriftelijke cultuur
Door deze cultuurschok komt een drang van logos, rede, uitleg
Nestle “Het is niet omdat ze niet consistent zijn dat ze ook systematisch zijn”
Er zal dus altijd een mythe zijn in de logos en een logos in de mythe
MYTHOS MYTHO – LOGIE LOGOS
De logos zorgde voor de desacralisering van de natuur
God van de natuur losmaken
Bv: de bliksem niet meer als God beschouwen maar als het attribuut van een God
Het goddelijke wijkt uit de natuur, waardoor het een organisme op zichzelf wordt
Dit is het ontstaan van de filosofie, het “Griekse wonder”
1.2 De natuurfilosofen: Het ontstaan van de kosmologie
Filosofie ontstaat als natuurwetenschap
De gedesacraliseerde natuur al phusis (mooi) (structuur)
Er is ook een rationele benadering in de natuur aanwezig je kan achterhalen wat er in de natuur
aanwezig is (oerstof) (stof) Bv: water, licht etc..
Er is een archij eerste principe een begin
Fysica kosmos logos archij (oerstof)
Realisme
“Heraclitus” “alles vloeit”
,= De duistere, sombere, het worden
Tegenpool van Parmenides
Ca 543 V.C
“Aforisme” = samengestelde passages die moeilijk te interpreteren zijn
Niets is permanent “alles vloeit, niets blijft” (pantarij)
De werkelijkheid is in verandering
Er zijn tegengestelde maar hij ziet nog altijd een harmonie tussen die tegengestelde
Bv: Bios of boog los touw vs vaste basis een geheel
1) Concepten en begrippen hebben elkaar nodig (complementair)
Bv: u heeft geen dag zonder nacht en omgekeerd
2) Alles wat u kan zien gaat over in het tegengestelde
Bv: u kan iemand zien groeien (van klein naar groot) (van jong naar oud) etc…
3) Leven en dood zit ook in dat tegengestelde
Bv: zout water vissen leven in zout water mensen zouden er in sterven
Ze heffen elkaar op conflict = constitutief KOSMOS
Archij of oerstof Bv: vuur(bij Heraclitus) licht en brand
volg de zintuigen en u vindt de werkelijkheid Bv: niet zeggen de rivier, maar alles wat vloeit
Historisch object = het interpreteren van iets Bv tekst
Historisch subject = de historische context van de persoon die het interpreteert ook in rekening moet
worden gehouden, deze kan variabel zijn
“Parmenides” “het zijnde is"
Filosoof van het zijn, onveranderlijk
ca 515 – ca 440 V.C)
Werd verder onderzocht door de grondleggers Owen en Russel analytische filosofie
Hier spelen godinnen een rol waarheid of mening
De godin staat centraal voor de logos ≠ openbaring
Parmenides kiest de weg van de waarheid “esti ei oek esti estie” “is of niet is?”
Volgens de interpretatie van Owen en Russel is het “is” “alles/totaliteit” de vraag is: is of is dat
niet?
3 opties
- A. het is en het is noodzakelijk dat het is
- B. het is niet en het is noodzakelijk dat het niet is
- C. het is en het is niet
Stukje uitleg
A. Het bestaat en het is onmogelijk dat het niet bestaat: Dit wil zeggen dat we het bestaan ruimer gaan
zien dat het materiële bestaan. Bv: een eenhoorn bestaat, want ik kan eraan denken en erover spreken.
B. Het bestaat niet en het is onmogelijk dat het bestaat: het is niet en het kan niet bestaan. Bv: het niet
zijnde bestaat, dus kan er geen niet zijnde zijn. Dit is een tegenstelling in concepten.
C. Het is en het is niet: Dit is iets wat alleen mensen zien “tweehoofdige”. Dit kan niet, iets kan niet
tegelijkertijd wel en niet bestaan. Het is niet hetzelfde als zeggen dat iets vroeger bestond en nu niet zoals
een boekentas (non – contradictie) Bv: het kan niet tegelijkertijd op één plaatst droog zijn en regenen
tegelijk.
Het enige dat je kan doen is weg A volgen
Alles waar je over denkt of spreekt bestaat
Materieel & immaterieel gaan samen
, A: Is de weg van de waarheid!
Eigenschappen van het zijnde
Niet ontstaan: u kan niet zeggen dat er een niet zijnde is. Dan zou het zijnde uit een niet zijnde
moeten ontstaan zijn en dat kan niet. Wat als er iets ontstaan is uit iets anders moest het al
bestaan hebben. Het kan ook niet vergaan want dan is het er nog steeds!
Onbeweeglijk: als het zou bewegen dan zou het niet zijnde bestaan, en het niet zijnde is niet. Dus
het is niet mogelijk dat het zijnde onbeweeglijk is.
Begrensd: er is een volmaaktheid, er is geen andere kan van de grens
Ondeelbaar: Je kan niet zeggen dat een stoel meer bestaat dan een mens. Het zijnde is identiek.
De zintuigen kunnen we niet vertrouwen
Volmaakt: al het zijnde is het zijnde: het is af
Bolvormig: volmaakte geografische figuur, alles ligt op dezelfde afstand rond het middelpunt.
“Kritiek Aristoteles”
Onderscheid tussen fysica en metafysica (niet zintuigelijk waarneembaar)
Hij spreekt over de werkelijkheid als een fysiek iets (bolvormig)
Hij maakt geen onderscheidt tussen fysica en metafysica
1.3 Het ontstaan van een ethiek
Ethiek = studie van de moraal Het goede of het slechte
Kritieken op de mythe en de desacralisering
Bepaalde principes kunnen keuzes zijn en het bijt niet vast aan de natuur Bv: dieren vermoorden elkaar
wanneer ze honger of zin hebben, mensen doen dit niet.
Zo ontstond de Griekse democratie
Einde van de bloedwraak straffen op Draco
Phulai démoi bepaalde mensen krijgen kennis over de democratie
ETISCH VACUÜM = iedereen denkt anders over de dingen
Gebruikten de prille democratie om als rondtrekkende leraren rond te trekken, ze willen gelijk krijgen in het
“democratisch Athene” logos monoloog
Opportunisme vs gefundeerd plobisme (Protagoras)
Sofisten: Calicles, Socrates
“Sofisten”
Rondtrekkende geleerden
Wouden hun gelijk in het democratische Athene
Komt kritiek op door Socrates
“Oerstof”
Monist = Geloofd in 1 oerstof
Pluralist = Meer dan 1 oerstof
Atomisten = kwantitatief verschillende atomen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller pablomeys. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.63. You're not tied to anything after your purchase.