Financieel-economisch strafrecht hoorcolleges
Week 1 De financiële sector en het sanctierecht............................................................................................. 2
Week 3 De regulering van marktmanipulatie................................................................................................31
Casus week 3......................................................................................................................................................41
Inhoud van het vak
Twee thema’s
• Leerdoelen
• Werkvorm
• Literatuur
• Groepsopdracht
• 30 september: Formeren groepjes voor de groepsopdracht
• 12 oktober: Groepsopdracht wordt gepubliceerd
• 26 oktober: Insturen groepsopdracht
• Nuttig vermaak:
• “Filmavond”
• Bezoek toezichthouder = twee toezichthouders zijn AFM en DNB (de Nederlandse Bank)
Die houden toezicht op de markten en als ze iets verkeerds zien, dan kunnen ze een boete
opleggen. Ze opereren relatief zelfstandig. Of ze schuiven de zaak door naar het Openbaar
Ministerie. Die kan het dan verder onderzoeken, want zij hebben de bijzondere
opsporingsbevoegdheid, die de toezichthouders niet hebben. Toezichthouders zijn een
bestuursorgaan met kennis van zaken, dus het OM leunt daarop. Als je OvJ bent en je hebt
een beursfraudezaak dan heb je contact met de toezichthouders, zij weten hoe de markt
werkt.
• Game (work-in-progress)
Wat is een voorbeeld van financiële criminaliteit? Witwas. Als je zwart geld wit probeert te
maken, bijvoorbeeld een huis of spullen kopen.
Als je kijkt naar de criminaliteit op financiële markten, dan kun je denken aan crypto. Het is
een betaalmiddel geworden om criminaliteit mee te bekostigen. Je kan er pillen, gestolen
goederen of wapens mee te kopen. Je bent ermee gewaarborgd van je privacy, omdat het
anoniemer is. Een vorm waar misbruik van gemaakt wordt dus met crypto. De markt voor de
verkoop van crypto, is misleiding. In de White Papers staat misleidende informatie. Je hebt
uitgevers van nieuwe crypto assets die belangrijke informatie eerst aan hun eigen mensen
geven en dan pas publiceren, waardoor ze daar dan met een bepaalde voorkennis op
kunnen handelen.
Dus als je hier heel veel vormen van financiële criminaliteit die uitgebannen zijn in de
financiële sector. Maar omdat de crypto markten niet echt gereguleerd zijn, zie je al die
verschijningsvormen die je vroeger (10, 20, 30 misschien wel 100 jaar geleden) zag
gebeuren in financiële markten
Opbouw thema 1
Week 1:
• De financiële sector in een notendop
• Regulering van de financiële sector en markten
• Het sanctierecht
• Administratieve sanctionering = ligt bij toezichthouders, die kan dat veranderen of een
boete opleggen
• Strafrechtelijke sanctionering = OM kan dat onderzoek doen
Week 2: voorwetenschap
Week 3: marktmanipulatie
Week 4: effectenfraude en cryptocrimes
2
,De financiële sector in een notendop
Waarom heeft de wetgever in Nederland of in Europa gezegd nou deze onderdelen van de
financiële sector? Daar gaan we regels voor bedenken en als je niet aan die regels houdt,
dan krijg je daar een boete voor of een straf voor D'r moet een reden zijn voor regulering.
En als een wetgever regels stelt, ja dan heb je niet zo veel aan als je niet ook met een stok
kan slaan als iemand die regels niet naleeft. Dus wij hebben sancties mechanisme nodig.
Nou gaan we kijken naar de administratieve sanctionering. Die ligt meestal bij
toezichthouders, is een beetje een lichte vorm van sanctionering. Kan je snel toepassen. En
wij zien dat u iets fout doet. Verandert dat? Of wij leggen meteen een boete op? Dan kan je
dan bezwaar gaan, of beroep gaan bij rechters. Dat een hele snelle vorm van sanctioneren.
Voor de ernstige vormen hebben we ook het strafrecht. En daarvan zeggen we nou een
boete is te weinig. Wij willen dat het OM onderzoek doet en dat de strafrechter ernaar kijkt.
En strafrechtelijke sanctionering is dan een meer gepaste vorm.
Maar waar denk je aan bij de financiële sector? Geld, banken, bedrijfsleven, aandelen en
obligaties, de centrale banken, verzekeraars, vermogensbeheerders, beleggen, crypto,
adviseurs, accountants, investment banks, valuta’s.
Links: mensen met geld (jij ik, overheden, bedrijven). Hebben geld verdiend met het leveren
van diensten of producten of vanuit een erfenis. Je hebt geld, dan zijn assets. De eerste
vorm is directe financiering,
Midden beneden: Die assets kunnen worden gestald bij bijv. banken, bij intermediairs (dat
zijn tussenpersonen). Je hebt een betaal- spaar of effectenrekening.
Midden boven: Dat geld kan ook rechtstreeks via financiële markten worden aangeboden in
de vorm van geld. Dan zit er geen tussenpersoon tussen. Het kan worden aangeboden op
de Money Market of dat je aandelen uitgeeft en die weer verkoopt.
Via de banken en intermediairs indirecte financiering en dat geldt gaat dan naar leners
Rechts: Die leners kunnen jij en ik zijn die een huis willen kopen, maar kunnen ook bedrijven
zijn die een investering willen doen, bijv een nieuwe fabriek bouwen. Die hebben dat geld
nodig. Zo stroomt dat geld weer daarheen.
Midden beneden: En dan kunnen ook nog de banken kapitaal lenen op de financiële
markten, omdat ze soms iets te veel geld hebben en soms iets te weinig. Dus dan kunnen ze
dan een kort wegzetten op de financiële markten.
3
, Dit is een soort systeem dat blijft draaien omdat sommige mensen kapitaalbehoefte hebben
en andere mensen hebben een kapitaaloverschot. Dat blijft heen en weer gaan.
Waarom wil je geld lenen?
Je wil nu iets kopen, je hebt nu ergens een behoefte te voldoen. Of een investering waarvan
je weet dat je over twintig jaar terug gaat verdienen, maar je hebt nu het kapitaal nodig. Het
is eigenlijk ook gericht op nu een behoefte hebben en daar geld voor nodig hebben, omdat je
denkt het geld over twintig jaar het geld terug te kunnen betalen.
Eigenlijk zorgt het geldstelsel dat mensen blijven werken, innoveren en dat we als
samenleving een beetje vooruit blijven gaan.
Financiele sector is groot (1)
We zoomen uit, want hoeveel is er nou in de wereld. Het blijft niet alleen bij de lokale ABN
bank .In dit figuur zie je total asset management. Dat is in feite geld dat geparkeerd is bij
partijen die dat weer gaan beleggen in aandelen, vastgoed of private equity.
Linker kolom = Hier zie 81,1 en 98,7 triljoen, etc. Dat zijn 12 nullen. Het gaat dus om enorme
bedragen. Dat geld gaat de wereld over en wordt uitgegeven, gespaard, geïnvesteerd. Het
moet ergens vandaan komen, parten moeten dat aanleveren
Rechter kolom = geld dat is geleend door partijen, gezinnen en bedrijven. Moet op een
gegeven moment weer worden terugbetaald. Het gaat om de grootte, het gaat om grote
bedragen. Je zou denken dat hier een beetje controle moet worden uitgeoefend als staat.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller RoseXOTWO. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $16.72. You're not tied to anything after your purchase.