DEEL 2: BASISBEGRIPPEN UIT DE
SOCIOLOGIE
HOOFDSTUK 1: SOCIALE STRUCTUUR
Verschillen in maatschappijen = verschillen in structuur, cultuur en actoren
Zoals: verschillen in sporten = verschillen in speelveld, spelregels en spelers
1.1 SOCIALE ACTOR EN SOCIALE POSITIE
Entiteiten die sociale handelingen kunnen stellen = sociale actoren
Sociale actoren kunnen zich situeren op de verschillende analyseniveaus van de sociologie:
- Micro = handelen van individuen
- Meso = bedrijf, organisatie, groep
- Macro = maatschappijen, landen
Sociale actoren zijn dus vaak individuen, maar zijn het niet uitsluitend
Als sociale actoren vaak met elkaar interageren, dan nemen ze ten opzichte van elkaar een
sociale positie in. Ze gaan zich op een heel specifieke manier verhouden ten aanzien van
elkaar
Belangrijk hierbij is de sociale positiesniet begrepen kunnen worden los van elkaar en pas een
betekenis krijgen in relatie tot elkaar (je bent partner van… je bent kind van… je bent
werknemer van…)
Sociale positie is los van de persoon (= student) sociale actor is de persoon (= Manú)
Twee verschillende soorten sociale posities:
- Toegewezen/toegeschreven sociale positie = geen moeite moeten doen
o Bijvoorbeeld: de koning krijgt zijn functie
- Verworven sociale positie = vraagt een inspanning
o Bijvoorbeeld: het presidentschap
Historiek:
- In onze maatschappij hebben we vooral problemen met toegewezen sociale posities
(komt door de Franse Revolutie)
- Toen zijn er heel wat wettelijke privileges afgeschaft, tot dan konden bijvoorbeeld
adelijke families grond bezitten, andere in de maatschappij hadden dat recht niet. Het
verschil tussen toegewezen en verworven sociale posities heeft dus temaken met
welke rechten je hebt in een maatschappij
- Tegenwoordig denken mensen dat we in een maatschappij leven waarin er enkel en
alleen verworven sociael positie zijn, dit soort maatschappij wordt een meritocratie
genoemd
Onderscheid tussen beide is niet altijd duidelijk
1
, 1.2 SOCIALE RELATIE
Sociale actoren houden contact met meerdere, andere sociale actoren. De interacties en
communicatie die sociale actoren hebben vanuit de hun sociale positie zijn hun sociale
relaties
Axioma’s van Watzlawick over communicatie:
- Axioma 1: elk gedrag is communicatie (niet spreken is ook communicatie)
o Bijvoorbeeld: iemand negeren, koppig doen…
- Axioma 2: elke communicatie bestaat uit een inhouds- en relatieaspect
o Wat je zegt en de manier waarop je iets zegt
Twee aspecten van sociale relaties:
- Sociale betrekking: is wat zichtbaar is, wat waarneembaar is aan een sociale relatie
- Sociale verhouding: heeft te maken hoe mensen zich voelen in een relatie, hoe ze zich
tot elkaar verhouden, subjectieve beleving en is niet zichtbaar
1.2.1 SOCIALE RELATIE: SOCIALE BETREKKING
Voor het bestuderen van de sociale betrekking houden sociologen rekening met zes criteria:
- Frequentie:
o Hoe vaak hebben sociae actoren interactie met elkaar per tijdseenheid
- Regelmaat:
o Kan je voorspellen wanneer sociale actoren met elkaar interactie hebben
o Bijvoorbeeld: elke vrijdag iets met de KSA gaan drinken (patroon = voorspelbaar)
- Uitgebreidheid:
o Hebben sociale actoren interacties met elkaar in heel verschillende situaties of in
heel beperkte situaties? (café, op straat, begrafenis, thuis…)
- Coördinatie:
o Vraagt het veel afstemming om met elkaar in sociale interactie te gaan?
- Richting:
o Wie neemt het initiatief om in sociale interactie te gaan?
o Altijd dezelfde persoon/ of afwisselend
- Directheid:
o Hebben sociale actoren directe sociale interacties of worden er hulpmiddelen
(zoals communicatiemiddelen) gebruikt?
o Middelen zoals telefoon, FB…
1.2.2 SOCIALE INTERACTIE: SOCIALE VERHOUDING
Hoe dat sociale actoren zich voelen in een sociale interactie is de sociale verhouding. Die
wordt beïnvloed door drie aspecten:
- Denken: wat denken de sociale actoren van elkaar
- Voelen: bij sommige sociale actoren voel je je meer op je gemak dan bij anderen
- Strevingen: wat wil je bereiken met het aangaan van sociale interacties?
Deze drie aspecten staan altijd in verhouding met elkaar
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller manupylyser. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.89. You're not tied to anything after your purchase.