Volledige samenvatting van Ondernemingsrecht Hoofdstuk 7: "Burgerlijk Procesrecht" (inclusief een begrippenlijst!)
Bij eventuele onduidelijkheden, mail naar:
H7: Burgerlijk procesrecht
Een schuldenaar kan vrijwillig aan zijn verplichtingen voldoen. Als de schuldenaar niet vrijwillig aan
zijn verplichtingen te voldoet, kan de schuldeiser naast nakoming vervangende schadevergoeding of
ontbinding vorderen, eventueel aangevuld met aanvullende schadevergoeding.
H7.1: Waarom gaat iemand procederen?
Eigenrichting is op grond van art. 3:296 lid 1 BW verboden. Deze artikel houdt in dat een schuldeiser
de rechter moet inschakelen bij wanbetaling van de schuldenaar. De Grondwet bepaalt dat de
berechting van geschillen over burgerlijke rechten en over schuldvorderingen aan de rechterlijke
macht is opgedragen (art. 112 lid 1 GW). De regels hiervoor worden gegeven in het burgerlijk
procesrecht.
H7.2: Hoofdbeginselen van procesrecht
In het burgerlijk procesrecht wordt uitgegaan van een aantal hoofdbeginselen. Deze hoofdbeginselen
zijn zo fundamenteel van aard dat het bij het ontbreken daarvan onmogelijk is een procedure te
voeren of dat daardoor een behoorlijke procesgang in gevaar wordt gebracht, hetgeen tot gevolg
heeft dat de procedure niet ten volle aan zijn doel kan beantwoorden.
De hoofdbeginselen zijn te vinden in art. 6 EVRM, in de Grondwet en in het Wetboek van Burgerlijke
Rechtsvorderingen bij de algemene voorschriften voor procedures (art. 19 Rv).
Als hoofdbeginselen kunnen worden beschouwd:
Onafhankelijke en onpartijdige rechters
Hoor en wederhoor
Waarheidsbeginsel
Nadere inlichtingen
Partijautonomie
Ambtshalve aanvulling rechtsgronden door rechters
Verbod van rechtsweigering
Openbaarheid van uitspraak
Motivering van beslissingen
Daarnaast zijn de volgende kenmerken van ons burgerlijk procesrecht van belang:
Onderzoek en beslissing in twee instanties
Toezicht op de rechtspraak door middel van cassatie
Niet-kosteloosheid van de procedure
, H7.3: Competentie van de rechter
De tot de rechterlijke macht behorende gerechten zijn (art. 2 Wet RO):
a) De rechtbanken (sector civiel en sector kanton)
b) De gerechtshoven
c) De Hoge Raad
De rechtbank is in eerste aanleg bevoegd kennis te nemen van alle burgerlijke zaken (art. 42 Wet
RO). Door de kantonrechter worden behandeld:
Zaken van vorderingen <€25.000 (art. 93 sub a en b Rv)
Zaken betreffende overeenkomsten (art. 57 en 84 BW 7 en art. 93 sub c Rv)
Andere zaken waarvoor de wet dit bepaalt (art. 93 sub d Rv)
Bij alle vorderingen van €1750 en minder is geen hoger beroep mogelijk (art. 332 lid 1 Rv).
De gerechtshoven oordelen in hoger beroep over de daaraan onderworpen vonnissen en
beschikkingen van de rechtbanken binnen hun rechtsgebied, inclusief de sector kanton (art. 60 Wet
RO).
De Hoge Raad neemt kennis van de eis tot cassatie tegen de handelingen van de hoven en
rechtbanken, en tegen de arresten, vonnissen en beschikkingen die hetzij door partijen hetzij door de
procureur-generaal ‘in het belang der wet’ bij de Hoge Raad zijn ingesteld (art. 78 t/m 80 Wet RO).
Het eerste wat een rechter moet beoordelen als een geschil aan hem wordt voorgelegd, is of deze
zaak onder zijn competentie valt. Er wordt in dit verband onderscheden de absolute competentie en
de relatieve competentie.
Absolute competentie
De vraag welke rechter bevoegd is bij een burgerrechtelijk geding is de vraag naar de absolute
competentie.
Relatieve competentie
Aangezien er over het land verspreid elf rechtbanken en vier gerechtshoven zijn, is de volgende
vraag: voor welke gerecht of welke rechtbank in Nederland moet de procedure gevoerd worden?
Dit is de vraag naar de relatieve competentie.
H7.4: Eigenlijke en oneigenlijke rechtspraak
Als een procedure begint met een dagvaarding, spreken we van eigenlijke rechtspraak.
Begint de procedure daarentegen met een verzoekschrift, dan heet dit oneigenlijke rechtspraak.
Bij de verzoekschriftprocedure (of rekestprocedure) vervult de rechter een administratieve taak,
omdat hij een wettelijk voorschrift uitvoert.
Verschillen tussen dagvaardings- en verzoekschriftprocedures:
- Dagvaardingsproces eindigt in een vonnis, verzoekschriftprocedure eindigt met beschikking
van de rechter
- Dagvaardingsproces is openbaar, de verzoekschriftprocedure niet
De dagvaarding wordt gebracht door deurwaarder. Je mag niet zelf de dagvaarding brengen naar de
gedaagde, want dat is eigenrichting en dat is verboden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ponsderweije. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.26. You're not tied to anything after your purchase.