Samenvatting Grootstedelijke Vraagstukken Tilburg University (421013-B-6). + Voorbeelden, voorbeeldvragen en video's
30 views 2 purchases
Course
Grootstedelijke Vraagstukken (421013B6)
Institution
Tilburg University (UVT)
Volledige samenvatting van alle hoorcolleges van het vak Grootstedelijke Vraagstukken aan Tilburg University. Het document bevat alle stof die in de hoorcolleges aan bod komt, inclusief voorbeelden en nuttige afbeeldingen. Daarnaast zijn vrijwel alle artikelen en video's die in de hoorcolleges aan ...
• 6 vragen, sommige met deelvragen (ongeveer 12 vragen).
• Er zal o.a. gevraagd worden om:
o Concepten te definiëren en uit te leggen.
o Voorbeelden in de uitleg te verwerken.
o Processen, fenomenen, ontwikkelingen te beschrijven.
o Verbindingen te leggen tussen verschillende hoorcolleges (concepten of ontwikkelingen die
vaker zijn teruggekomen).
o Kritiek te geven op bepaalde theorieën/ideeën.
• Combinatie slides en literatuur.
,HC1: Stedelijke veranderingen
Grootstedelijke vraagstukken
Grootstedelijke vraagstukken vragen om een multidisciplinaire aanpak (e.g. economisch, sociaal, cultureel,
publieke diensten, politiek, leefmilieu, ordehandhaving).
GV heeft 2 kanten (‘januskop’):
• Stad als kans (e.g. innovatie en creativiteit, vrijheid, subculturen, consumptie, ontmoeting)
• Stad als probleem (e.g. ongelijkheid, armoede, isolatie, criminaliteit, ordeverstoring)
We kijken in dit vak naar de hedendaagse stad, met een Westerse blik.
De stad
Stad: (1) Uitgebreid samenhangend geheel van huizen en gebouwen, (2) de bewoners.
Ideaaltype stad (Weber) heeft ten minste handel/economie en een bestuurlijke eenheid.
Stedelijke veranderingen
Voor het eerst woont meer dan de helft van de wereldbevolking in de stad. Over 30 jaar zal dat 2/3 zijn.
1800-1960
Fase 1: • Werkgelegenheid door Industriële Revolutie.
Verstedelijking • Eerst VK (1750), daarna Nederland (1850).
• Groei populatie en economie.
• Nood aan stads- (en mensen) planning. YouTube Video
Fase 2: Voor- • Fysieke ruimte van het stadscentrum verandert door groei:
verstedelijking o Slecht geventileerde en te weinig woonhuizen.
o Vieze publieke ruimtes, ziekte en chaos.
o Minder OV, meer private auto’s.
▪ Stoplichten, parkeerplaatsen, verbetering van wegen en routes.
• Voorsteden en regio eromheen groeiden sneller dan het centrum.
→ Decentralisatie van industrie en woongebied → Metropool (centrum, voorsteden en
satellietsteden).
Ook heeft vervoer veel invloed gehad:
, • Walking City: Alles in één stad, moest te lopen zijn (e.g. winkels).
• Innovatie: Ontwikkelingen (e.g. paard en wagen, auto, uitbreiding straal stad,
forenzen).
Vertraagd door Great Depression.
Problemen suburbs: voornamelijk (witte) middenklasse, verdwijnen individualisme,
homogeniteit, minder interactie tussen verschillende groepen, behoud van vooroordelen,
werken in het centrum maar niet financieel bijdragen (belasting), verloedering van het
stadscentrum.
Maar later:
• Gelijkenissen met stadscentrum
→ Heterogeen.
• Steden op zichzelf → Neocities.
• Niet één centrum → Metroplex.
1970-Heden
Fase 3: Tegen- • Mensen trokken weg uit de stad.
verstedelijking • Door afname werkgelegenheid (in productie) en internationale uitbesteding.
• De-industrialisatie.
• Meer naar ruimere, groene gebieden (ook door woonidealen)
Fase 4: Her- • Groei van postindustriële maatschappij, gebaseerd op kennis en technologie.
verstedelijking • Groei werkgelegenheid in een ander soort economie.
• Stad wordt weer aantrekkelijk gemaakt → gentrificatie.
Space of flows
Vroeger ‘space of places’ (wat gebeurt er in een stad), nu ‘space of flows’ (sterk verbonden netwerken) met
verschillende landschappen:
• Ethnoscapes: Stromen van toeristen, migranten, vluchtelingen.
• Technoscapes: Stromen van technologieën.
• Finanscapes: Stromen van geld in globale valutamarkten.
• Mediascapes: Stromen van informatie en beelden.
• Ideoscapes: Stromen van gedachtegoed.
Oftewel, het niveau van belang van de stad verschuift:
• Na feodalisme, voor industrialisatie: Macht weggenomen van landeigenaren, plaats voor
onafhankelijke handel. Steden werden autonome centra van economische en politieke macht.
• Transitie naar industrialisatie en kapitalisme: Steden juist minder autonoom en krachtig.
Economische en politieke processen minder gebonden aan stedelijke omgeving. Samen met de groei
van natiestaten en globalisatie.
• Nu: Transnationalisme, global cities. Supranationaal en sub-nationaal niveau. Ecnomoisch, politiek,
sociaal en cultureel. → belang zonder landsgrenzen.
→ Nationale competitie via steden (e.g. Brainport Eindhoven, I Amsterdam). DUS: Stedelijke ontwikkeling nauw
verbonden met economische, demografische, politieke en technologische ontwikkeling.
Samengevat
Stedelijke ontwikkeling is nauw verbonden met economische, demografische, politieke en technologische
ontwikkeling.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lennevanham. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.43. You're not tied to anything after your purchase.