Dit bevat een duidelijke beschrijving voor de ontwikkeling van elk stelsel (huid, bewegingstelsel, zenuwstelsel, veneus stelsel, lymfevatenstelsel, hart...)
A. Mesenchymcellen in het visceraal mesodermlaag (splanchnopleaura) ontwikkelen zich tot
angiogenetische celgroepen (bloedeilandjes)
B. Deze angiogenetische groepen versmelten, krijgen een lumen en vormen een
hoefijzervormig plexus (U-structuur, die zal instaan voor de vorming vorming van het hart)
C. Naast de hoefijzervormig structuur vormen angiogene celgroepen ook de dorsale aorta
(arterieel systeem)
D. De dorsale aorta en hoefijzerige plexus groeien naar elkaar toe, komen in verbinding en dat
vormt de hartbuis
E. Door de cephaal-caudale welving gaat de hoefijzervormig structuur buigen en naar het
veneuze systeem groeien
F. Vervolgens gaat deze hoefijzerige structuur versmelten (/verbinding maken) met de venen
G. De 2 hartbuizen (links en rechts) worden tegen elkaar geduwt en zullen 1 hartbuis (gaan)
vormen
H. Tussen endocardiale buizen (die ontstaan in splanchnopleura, van zodra de coeloomholte
verschijnt) en coeloomholte condenseert mesenchym tot epimyocardium die de
gefusioneerde buizen gaat omgeven => 1 hartbuis met eerste tekenen van contractie.
Het hart vertoont lichte insnoeringen: Sinus venosus , atrium (12), ventrikel (11), bulbus
cordis (10)
Bulbus cordis gaat verder in ventrale aorta en vandaaruit gaat het bloed over de kieuwbogen
naar dorsaal gestuurd worden.
I. Hartbuis ontwikkelt snel door lengtetoename (en volumetoename) en ondergaat een
plooivorming waardoor de hartbuis niet meer recht is (maar een U-vorm krijgt). Er zal een S-
vorm ontstaan en zo ontstaat het hart zelf met de kamers.
Ventrikel komt uiteindelijk caudoventraal van atrium
,Differentiatie aortabogen
Ventrale aorta splitst in 2 aortae ventrales waaruit 6 aortabogen ontstaan.
o Deze eindigen dorsaal in de aortae dorsales die caudaal lopen en t.h.v. septum
transversum in een onpare aorta abdominalis samenvloeien.
1 , 2 en 5de aortabogen verdwijnen
e e
o Maar ventrale aanvoer van 1e en 2e blijven bestaan => Aa. Carotis Externae.
Verbinding tussen 3e en 4e aortaboog verdwijnt
o Gevolg: ventrale aorta (a. Carotis communis) = enige aanvoer vr a. carotis interna en
externa
Linker 4e kieuwboogarterie wordt de definitieve aortaboog (en de rechterkant regressert).
6e aortaboog:
o Links: ductus arteriosus van Botalli is de verbinding met de dorsale aorta die links
blijft bestaan (en rechts wordt deze verbinding verbroken
o Rechts: ontstaan uitloper die in longaanleg groeit =A. pulmonalis
Septalisatie atrium
FASE 1 : Septum primum
In het midden ontstaat uit de dorsale wand, het
septum primum, dat zich naar ventraal toe zal
vormen
Komt terecht op endocardkussen
Er worden 2 openingen gevormd:
1. Ventraal: foramen primum, dat uiteindelijk sluit
2. Dorsaal: ostium secundum, gevormd dr celdood
FASE 2: Septum secundum
Septum secundum ontwikkelt zich aan de R-kant
van septum primum (vertoont zelfde proces als 1 e)
Onderaan blijft een opening bestaan = foramen
ovale
Door de openingen (ostium secundum + foramen
ovale) kan er bloed tussen de 2 septa vloeien. Bloed
kan dus van rechter- naar linkeratrium, wat
belangrijk is omdat er een 1 circuit-systeem is.
FASE 3: Eindfase
2
, Bij embryo: geen longcirculatie want 1-crcuit
syteem
Bij geboorte: fossa ovale (restant van foramen
ovale) zal sluiten door druk in linkeratrium doordat
er nu wel longcirculatie is (2-circuit systeem). De 2
septa worden tegen elkaar gedrukt.
De septa gaan versmelten met het septum
intermedium.
Opname sinus venosus in rechter atrium + Vv.
pulmonales in linker atrium
Sinus venosus wordt opgenomen in rechteratrium en zal de samenkomst vormen v/d 2 Vv.
cavae.
Hierdoor ontstaat een kam bij sinus venarum = crista terminalis aan de binnenkant v/h
rechterhart.
o Functie: Zorgt ervoor dat het bloed niet naar beneden gaat langs het ventrikel. Dit
komt doordat het bloed langs de vena cava inferior binnenkomt en daar tegen botst en
dan afbuigt naar het linker atrium.
Vv. pulmonales verkorten en versmelten met het linker atrium.
Septalisatie ventrikel
Aan de ventrale zijde, in het midden, komt een septum dat
naar dorsaal (boven) groeit = interventriculair septum
Dit septum groeit niet tot tegen septum intermedium => er
blijft een interventriculaire opening
Uiteindelijke sluiting hiervan heeft te maken met splitsing van
truncus arteriosus in 2 delen waarbij het spiraal septum
wordt gevormd (door NLC).
3
, Septalisatie truncus arteriosus
Bulbus cordis: proliferatie van mesenchymale
NLC in de wand => vorming bulbaire
uitstulpingen.
In truncus arteriosus worden soortelijke
uitstulpingen (“kussens”) gevormd.
Tijdens migratie van NLC ondergaan bulbaire
en truncale uitstulpingen een 180°
spiralisering.
Spiraalvormige oriëntatie v/h septum vn
bulbus cordis nr aortabogen: deels veroorzaakt
door vorming v/h spiraal atrioventriculo-
pulmonair septum (tijdens fusie uitstulpingen)
Dat septum verdeelt bulbus cordis en truncus arteriosus in: opstijgende aorta en truncus
pulmonalis.
Door spiralisatie draait de truncus om de aorta.
Spiralisatie van het septum is belangrijk voor scheiding van zuurstofrijk en zuurstofarm
bloed.
(Bulbus cordis is verwerkt in wanden van de ventrikels.)
Ligamentum arteriosus
Oorspronkelijk (prenataal) is er een verbinding tussen de
aorta en de truncus pulmonalis = ductus arteriosus van
Botalli.
o Bloedvoorziening (voedingstoffen) voor verdere
ontwikkeling longen.
Postnataal gaan gladde spiercellen contraheren dr hoge
zuurstofspanning => doorgang sluit en blijft enkel bestaan
als bindweefsel, dat het ligamentum arteriosus wordt
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jokestynen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.