100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Organisatie en strategie Economie en bedrijfseconomie $5.35   Add to cart

Summary

Samenvatting Organisatie en strategie Economie en bedrijfseconomie

 12 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Organisatie en strategie Economie en bedrijfseconomie

Preview 3 out of 28  pages

  • December 10, 2022
  • 28
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Organisatie en Strategie – Economie en bedrijfseconomie

Week 1
Organisatie: Bewust gecoördineerde sociale entiteit, met identificeerbare grenzen, die op
continue basis functioneert om gemeenschappelijke LT-doelen te bereiken
Strategie: Expliciete keuze voor bepaalde activiteiten, die het de onderneming mogelijk
maken haar doelen te bereiken/Bepaalt het raamwerk van de activiteiten van een
onderneming en voorziet in richtlijnen voor het coördineren van deze activiteiten, zodat een
onderneming kan inspelen op een veranderende omgeving

Onderneming:
- Grenzen van de onderneming geven de
activiteiten van de onderneming weer:
Productieketen
• Horizontaal: Welke producten produceren?
Hoeveel?
▪ Shell: Benzine, gas, chemie,
alternatieve energie
• Verticaal: Welk deel doe je zelf/doet een ander?
▪ Shell: Exploratie, boor- en extractieactiviteiten, transport en opslag, distributie naar
consument
• Geografisch: Op welk geografisch deel richten?
▪ Shell: Wereldwijd

Markt:
- De markt van de onderneming wordt gedefinieerd door de mate van
substitutie tussen producten van verschillende ondernemingen
• Strategische keuzes ene onderneming beïnvloeden prestaties anderen
▪ Vergelijkbare prestatiekarakteristieken, vergelijkbaar in gebruik, verkoop in hetzelfde
geografische gebied
❖ Shell: Pogingen om te verschillen van anderen
- Concurrentie:
• Strategische commitment
▪ Shell: Strategische commitment door investeringen in olieprojecten
• Toe- en uittreding
▪ Shell: Controle essentiële bronnen voor staatsbedrijven, schaalvoordelen

Omgeving:
- De omgeving omvat niet-industrie specifieke factoren die organisaties beïnvloeden
• Politiek/juridisch, economisch, sociaal/cultureel, technologisch
▪ Shell: Milie, wisselkoersen, publieke opinie, R&D, geografische diversiteit
- Concurrentievoordeel behalen en behouden
• Shell: Inkrimpen personeel, verkoop retail/raffinage, focus op
winstgevendste onderdelen/groeipotentieel

Vijf krachten model: Porter
- Interne concurrentie: Strijd om marktaandeel binnen een industrie/markt

, • Wat is de markt? (producten en geografie)
• Prijs vs non-prijs concurrentie (bijv. marketing)
- Potentiële toetreders:
• Marktaandeel daalt en interne concurrentie neemt toe
• Exogene (niet door de ondernemingen in de markt) en
endogene (wel “) toetredingsdrempels
▪ Voorbeelden: Overheidsbescherming, merkentrouwe
consumenten, toegang essentiële inputs en locaties, minimale efficiënte schaal,
leercurve
- Substituten en complementen:
• Substituten eroderen winsten en vergroten interne concurrentie (SMS vs WhatsApp)
• Complementen kunnen industrie vraag doen toenemen (apps en smartphone)
▪ Belangrijk: Identificatie op basis van kwaliteit en karakteristieken, price-value
substituten en complementen (beter dan origineel), prijselasticiteit
- Onderhandelingskracht leveranciers en klanten
• Hoge/lage prijs erodeert rendement industrie
• Leveranciers hebben indirecte onderhandelingskracht indien upstream markt
competitief is (brandstof luchtvaart) / Klanten “ downstream “ (supermarkten)
• Leveranciers hebben directe onderhandelingskracht indien upstream markt
niet competitief is (relatie specifieke investeringen) / Klanten “ downstream “
▪ Belangrijke factoren: Concentratie bedrijfstak (monopolist/VC), verkoop volumes,
beschikbaarheid alternatieve inputs, dreiging van voorwaartse integratie
- Vijf-krachten: Vechten voor een groter stuk taart > Andere mogelijkheden: Co-
opetition en Value Net: Samenwerken met concurrenten voor een grotere
taart
(toetreding verhogen, betere kwaliteit, onderhandelingskracht)

Groot beter dan klein?
- Verschillende bedrijfstakken:
• Dominantie aanteel grote spelers: Microprocessors, luchtvaart, energie
• Zeer veel kleine spelers: Design websites, schoenen, restaurant
• Enkele grote spelers + veel kleine niche spelers: Computer software, bier
- Schaalvoordelen, synergie en leereffecten stellen ons in staat om te
begrijpen waarom dit het geval is

Schaalvoordelen: Bestaan als gemiddelde productie kosten van een goed of dienst (kosten
per eenheid output) dalen over een range van output
- Gemiddelde kosten (AC) dalen
- Marginale kosten (MC) laatst geproduceerde eenheid
< Gemiddelde kosten per eenheid (AC)
• Voor schaalnadelen alles omgekeerd
• Vanaf Minimale Efficiënte Schaal (MES) geen schaalvoordelen meer
- Schaalvoordelen ≠ Ervaringsvoordelen:
• Schaalvoordelen: Kosten daling per eenheid door
uitbreiding productievolume op een gegeven moment in de
tijd
• Ervaringsvoordelen: Kosten daling per eenheid door opgebouwde
ervaring door de tijd heen
- Bronnen voor schaalvoordelen:

, 1. Ondeelbaarheid en spreiden van vaste kosten
▪ Inputs productie niet deelbaar (kosten zijn vast): Machine, bestelbus, collegezaal
▪ Groter productievolume: Spreiden over grotere hoeveelheid > AC daalt
▪ Waarschijnlijk: Kapitaalintensieve (chemie machines, SAC1) en arbeidsintensieve
(obers, SAC2) (CK nemen minder toe als productiecapaciteit verhoogd wordt)
ondernemingen > Keuze onderneming
▪ Verschillende technologieën > Verschillende MES
▪ Ondernemingen kunnen andere technologie kiezen bij groei
❖ Schaalvoordelen > Op LT kies je SAC1, op KT kies je SAC2
2. Hogere productiviteit van variabele productiekosten
▪ Specialisatie

Lagere gemiddelde kost

Vergt investeringen: Onderwijs, training, ervaring

Wanneer lonend?: Als markt groot genoeg is om investering terugverdienen
3. Andere bronnen
▪ Economies of Density: Kostenbesparingen door intensiever gebruik van
een (transport)netwerk

Link aan geografische concentratie klanten
▪ Inkoop: Kwantumkorting voor het afnemen van grote hoeveelheden

Link aan purchasing power (AH, restaurantketens)
▪ R&D:

Ontwikkeling nieuwe producten betekent hoge vaste kosten

Meer verkoop is meer spreiding R&D kosten > AC dalen

Medicijn zeldzaam vs veel voorkomende ziekten
▪ Adverteren:

Opmaak advertenties, onderhandelingen media zijn vaste kosten

Grotere ondernemingen (landelijke campagne) betekent lagere kosten per finale
consument
▪ Fysieke eigenschappen: Ontwerp productieproces zorgt voor besparingen bij
hogere output

Cube square rule:
o Oppervlakte/diameter container/pijpleiding oppervlakte vergroten > Iets meer
kosten
o Volume container/pijpleiding verdubbelt
- Oliepijpleidingen, opslag, bier brouwen
▪ Voorraad:

Uitverkochte producten vermijden: Gemiste omzet en ontevreden klanten

Aanhouden voorraad is kost: Interest op kapitaal en risico afwaardering

Hogere voorraad ratio: Hogere AC per verkocht product

Grotere onderneming: Grotere optimale voorraad is kleiner als % totale omzet


Synergie: Bestaan als een onderneming kosten per eenheid kan besparen door de variëteit
aan producten en diensten te vergroten
- Totale kosten variëteit producten in 1 bedrijf vs twee of meerdere bedrijven
• Synergie als: TC(Qx,Qy) < TC(Qx,0) + TC(0,Qy)
- Voorbeelden en bronnen:
• Coca Cola Company (Coca Cola, Fanta, Sprite) zowel in productie als logistiek
• Apple in R&D (spillovers tussen producten) en adverteren (umbrella branding)
• Bakkerijen (verkoop van brood, croissants en pizza) in inkoop en productie

Waarom bestaat er niet een mega onderneming? > Diseconomies of scale and scope
- Hogere arbeidskosten van grotere ondernemingen (bijv. vakbonden)
- Gespecialiseerde inputs niet altijd geschikt voor opschaling (bijv. topchef)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller olivierhoek. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.35  1x  sold
  • (0)
  Add to cart