POLITICOLOGIE
POLITIEK Alles wat te maken heeft met het besturen van een samenleving
- Overal waar er regels zijn
- Ook conflicten over sturen van de samenleving
POLITIKA Zaken die met de polis (samenleving) te maken hebben
- Zoön Politikon = sociaal wezen
TERRITORIUM Staten hebben grondgebied en zijn daar soeverein (niet Alleen Staten hebben het)
- met territorium = omvattender
DEMOCRATISCHE REGIMES tijdelijke macht, verspreide macht over verschillende groepen, verkiezingen van
vertegenwoordigers door bevolking
AUTORITAIRE REGIMES basisrechten van de individuele burger worden niet gerespecteerd
UNITAIRE STATEN bestuur vanuit één punt (Dit staat tegenover een federale staat)
INTELLECTUELE DISTANTIE Het is niet de bedoeling dat een politieke wetenschapper deelneemt aan een
politiek debat
CONCEPT begrip, algemene categorie, verschijnsel dat benoemd wordt met de bedoeling het
precies te kunnen afbakenen; Met als doel het denk je te organiseren = ideaaltype
MODEL een voorstelling van de realiteit, maar niet zomaar een reproductie ervan
VERKLAARDE VARIANTIE statistische model op wat we slechts bepaalde variabelen
POLITIEK KRINGLOOP (DAVID Er zijn twee inputs eisen (vraag naar politieke oplossing) en steun door de
EASTON) bevolking die gaan aanhoort worden door het politieke systeem die dan voor de
output (politiek beslissingen) gaan zorgen. Er is ook een terugkoppeling/feedback
waar in steun betuigd wordt een nieuwe eisen worden gesteld.
POLITIEKE OPLOSSING Oplossing waarbij aan de hele samenleving een regel opgelegd wordt
THEORIE geeft aan hoe en Waarom politieke verschijnselen met elkaar in verband staan
causaliteit
DEDUCTIEF Het gaat om een bepaalde hypothese
INDUCTIEF feitelijke observaties
BINDENDE REGELS bindend als in dat alle burgers worden verondersteld zich aan de wet te houden
GRONDWET eerste en belangrijkste regel van het land, Het is zeer algemeen In de werkelijke
politiek zat er ver vanaf, moeilijk te veranderen
MACHT binnen de regels opleggen en afdwingen
Actor A heeft de mogelijkheid om ervoor te zorgen dat actor B handeling verricht
die actor B anders niet zou verrichten
GEZAG machtsuitoefening die aanvaard wordt, die als legitiem wordt gezien en In de
praktijk ook gevolgd wordt
SOORTEN GEZAG (WEBER) 1) traditioneel gezegd
2) charismatisch gezag
3) rationeel-legalistisch gezag
BREDE DEFINITIE VAN MACHT Amartya Sen
ongelijkheid is ook vorm van macht (onderdrukking) waardoor Mensen niet al hun
mogelijkheden ontwikkelen.
3 DIMENSIES VAN MACHT 1) Beslissen, bevelen, afdwingen = ‘naakte’ macht (vb. maximumsnelheid)
2) Agenda-setting: positief en negatief (verschil tussen belang en ‘richting’
van thema)
3) Macht als hegemonie: bepalen ‘wat gedacht wordt’ (bestaande orde niet
ter discussie)(vb. politieke correctheid als hegemonie)
HOMOGENISERING dezelfde regels over het hele grondgebied toepassen
PLATO staat als een organisch geheel met vergaande arbeidsspecialisatie, strakke
staatsinrichting in een bestuur geleid door een speciaal opgeleide klasse. Het
individu is ondergeschikt aan de staat.
1
, ARISTOTELES Ziet de mens als een politiek dier in deze leidt was het goed leven als die al zijn de
capaciteiten ontwikkeld. Hij zegt dat het ideaal is om te beraadslagen, samen te
zitten en we moeten ontsnappen aan de beperkingen van een louter privéleven.
Politiek is dus een essentieel onderdeel van ons volwaardig mens-zijn.
THOMAS HOBBES Mensen zoeken vooral naar eigenbelang wat leidt tot een samenleving en eeuwig
conflict. Hierdoor moet men beroep doen op rationeel inzicht waarin men
afspraken gaat maken en vrijwillig de macht afstaat aan een soeverein heerser.
= sociaal contract
JEAN-JACQUES ROUSSEAU Spreekt ook over sociaal contract maar heeft een veel positiever mensbeeld. Ook
een dwingend karakter van de staatsmacht maar burgers moeten betrokken
worden, deliberatie. Wil van het volk (volonté générale) moeten doorslaggevend
zijn.
BREUKLIJN die stellingen die de maatschappij verdelen, dezelfde groepen komen telkens
tegenover elkaar te staan, deze zijn georganiseerd In de breuklijn is
geïnstitutionaliseerd In de partijen organisatie.
- Specifieke subcultuur die zich ontwikkelt
VERZUILING overtreffende trap van de organisatie in verharding van een breuklijn
TERRITORIALE EENMAKING het schakeling lokale
NATIONALE REVOLUTIE levensbeschouwelijke conflict, verdwijnen religieuze voorrechten
BEVROREN BREUKLIJNEN aan het moment dat het algemeen stemrecht werd ingevoerd werden de
breuklijnen bevroren, de tegenstellingen werden geïnstitutionaliseerd in
breuklijnen bleven stabiel
IDEOLOGIE coherent geheel van opvattingen over inrichtingen van de samenleving
Voor Marx en Engels was een ideologie een verdraaiing van de
werkelijkheid, visie van bezittende klassen die de ware
machtsverhoudingen maskeert
LIBERALISME oudste en meest succesvolle ideologie met als kern dat de vrijheid het hoogste
goed is In de overheid die vrijheid moet beschermen
POLITIEK LIBERALISME 1) Jonh Locke: Contract benadering, overheid ontvangt hoeveelheid macht
die burgers In de vorm van een sociaal contract wensen af te staan,
individuele vrijheid blijft de norm Er is een beperkte macht van de
overheid
2) John Rawls: Basisrechten zijn onvervreemdbaar, overheid moet zich zo
min mogelijk bemoeien in neutraal zijn
ECONOMISCH LIBERALISME hoe vrijheid mag zich niet moeien met de vrijheid Van Economische actoren, de
markt creëert orde en vooruitgang
LINKS-LIBERALISME zijn bereid zorg voor sociale gelijkheid accepteren
RECHTS-LIBERALISME grote nadruk op het economische liberalisme
CONSERVATISME Heeft een pessimistisch mensbeeld waarbij de Mensen te veel vrijheid hebben
kom maar maatschappelijke norm moet moeten centraal staan en niet de
individuele vrijheid, toch zijn ze sceptisch tegenover teveel overheidsinterventie
SOCIALISME Economische gelijkheid staat centraal in collectieve rechten staan boven die van
het individu
CHRISTEN-DEMOCRATIE met als centraal concept personalisme = waardigheid van de menselijke persoon is
voor de christen democratie het hoogste goed en niet het navolgen van leer of een
ideologie
- Verantwoordelijkheid van het individu, waardigheid van de menselijke
persoon, gemeenschapsdenken, individu heeft materiële en spirituele
noden
- derde weg tussen liberalisme en socialisme, bestuurden markteconomie
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lauravb. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.88. You're not tied to anything after your purchase.