100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting vennootschapsrecht $5.88
Add to cart

Summary

Samenvatting vennootschapsrecht

 7 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

samenvatting van de notities die ik tijdens de les heb genomen. Zeker uitgebreid genoeg voor exaam.

Preview 4 out of 31  pages

  • December 10, 2022
  • 31
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
VENNOOTSCHAPSRECHT

PARKTISCHE ZAKEN

 Exaam = 40 meerkeuze vragen met giscorrectie van ½
 Boeken = wetboek
o Gebruik bij exaam is toegestaan
 Mailen mag
o Geen persoonlijke mail terug, maar in de les
o De laatste les moeten alle vragen gesteld word

WAT IS DE REDEN VOOR DE OPRICHTING VAN EEN VENNOOTSCHAP ?

(1) Fiscale redenen = fiscale last op lonen ligt veel hoger dan op dividenden
(2) Doorgeven van een vermogen
(3) Geld investeren en iemand anders heeft ideeën  vennootschap is hiervoor een goede keuze
(4) Ideale samenwerkingsvorm
a. Arbeidsrelatie heeft altijd een ondergeschikte en baas  gezagsrelatie
b. Vennootschap is een structuur waar mensen op voet van gelijkheid samenwerken
(5) Beperking van uw aansprakelijkheid
BELANGRIJKS
a. Bij faillissement als ondernemingsactiviteit wordt alles afgepakt (ook privévermogen)
TEN
b. Bij vennootschap = stukje van privévermogen in een vennootschap en met dat vermogen
ondernemingsactiviteiten  bij faillissement alleen dit stukje

WAT ZIJN DE BRONNEN IN ZAKE VENNOTSCHAPPEN


GROTE WETSWIJZIGING 1/05/2019
Wetboek van vennootschappen en verenigingen volledig vernieuwd

Waarom ?
 Aantal vennootschapstypes in België verminderen
 Vennootschap maken waarbij geen minimum startkapitaal nodig is
 De zeer strikt gereglementeerde vennootschappen versoepelen
o Aanpassen aan de nood van de vennoten
o Veel regels nu van suppletief recht = de regel speelt als er niets anders voorzien is
 Weg met onderscheid  alle vennootschappen zijn ondernemingen


NATIONALE NIVEAU
(1) WVV (wetboek vennootschappen en verenigingen)
(2) Overeenkomstenrecht
a. De geledigheidsredenen voor een overeenkomst gelden ook voor een vennootschap


EUROPESE NIVEAU
(1) Richtlijnen = juridische elementen die een doel voor de lidstaten voorop stellen (harmoniseren)
(2) Verordening = Europese wet, maar moet niet meer omgezet worden  direct toepasselijk
a. Bepaalde vennootschappen die in het leven geroepen via verordeningen (zie later)
(3) VWEU = verdrag in zake de werking van de Europese Unie
a. Vb. kartelregels, vier vrijheden (vrij verkeer van goederen, - van kapitaal, vrij vestiging)

1

,INTERNATIONAAL NIVEAU
 Minder belangrijk

MOGELIJKHEDEN


VROEGER
 Vennootschap = overeenkomst met aantal eigen kenmerken
o Inbreng, winstoogmerk en winstverdeling
 Regel = minstens met 2 om een vennootschap te zijn zonder max.
 Voor 1/05/2019 = 1vennootschap opgericht


NU
 U kan het alleen, hoeft geen tweede persoon te vinden
o Praktijk = allen NV of BV
 Al de andere soorten vennootschap nog altijd met minstens twee
o CV. Minstens 3




WAT IS EEN VENNOOTSCHAP

= artikel 1.1 WVV (zie boekje, mag meenemen naar exaam)

 Rechtshandeling = handeling die u stelt met de bedoeling juridische gevolgen te hebben
 Moet inbreng doen !!!! BELANGRIJK = eerste verschil met overeenkomst (en ook met een vzw)
o Wat is verschillend per vennootschapstype
 U doelstelling in de statuten bepalen tijdens het opstarten van een vennootschap
 Winstoogmerk en winstverdeling
o Op oog winst te maken en deze uit te keren aan u vennoten
o Dit zijn beide doelstellingen  het ka niet zo lopen

ONDERSCHEID VENNOOTSCHAP MET

(1) Overeenkomst = zie eerder
a. Eigenheid vennootschap zit in inbreng + winstoogmerk + winstverdeling
(2) Een onverdeeldheid = aantal personen die samen dezelfde rechten hebben op hetzelfde voorwerp
a. Grote verschil = geen gemeenschappelijk doelstelling bij een onverdeeldheid
b. een onverdeeldheid kan wel voorvloeien tot een vennootschap
(3) Vereniging = 1:2 WVV
a. Wordt opgericht bij overeenkomst (minstens met 2)
b. Zij streeft een belangeloos doel na  winstoogmerk is niet de (hoofd)doelstelling
i. Winst maken is geen probleem, in functie van u belangeloos doel
ii. Vb. vzw
c. geen winst uitkeren
(4) Stichting = 1:3 WVV
a. Rechtspersoon zonder rede (vennootschap heeft vennoten)
b. Belangeloos doel




2

,BASISVORMEN: 4 (WVV)

OPM: WVV vertrekt van 4 (i.p.v. 15) basisvormen sinds 1/05/2019

(1) Maatschap
a. Een aantal variaties op maatschap  daarom meer dan 4
(2) BV = besloten vennootschap
(3) NV = naamloze vennootschap
(4) CV = corporatieve vennootschap

 PAS OP: daarnaast een paar Europese vennootschappen
o Europese vennootschap
o Europese corporatieve vennootschap
o Europees economische samenwerkingsverband

WELKE VERSCHILLENDE VENNOOTSCHAPTYPES

Artikel 1:5 WVV
 Paragraaf 1
 Paragraaf 2 Hierin staan alle soorten
 Paragraaf 3




TYPEDWANG OF GESLOTEN SYSTEEM

= men MOET kiezen tussen de wettelijke vennootschapstypes




ARTIKEL 1:5


PARAGRAAF 1
= vennootschapstypes zonder rechtspersoonlijkheid

WAT IS RECHTSPERSOONLIJKHEID
Wat typisch is aan een persoon:
 Naam
 Nationaliteit
 Eigen vermogen
 Eigen adres
 Volledig handelingsbekwaam
o van overeenkomsten sluiten
o iemand dagvaarden

= er zijn 3 personen (vennoot 1,2 en 3) , u creëert een entiteit die loskomt van de drie vennoten en heeft
dezelfde kenmerken als een fysiek persoon  rechtspersoon kan men dus niet zien maar is geen juridische
fictie (zie hierboven)

ZONDER (paragraaf 1) = u creëert geen aparte entiteit, maar iets dat in het verlengde ligt van de vennoten


3

, PAS OP
Rechtspersoonlijkheid is NIET automatisch gelijk aan beperkte aansprakelijkheid (zie eerder)
Zonder rechtspersoon:
(1) vennoot heeft persoonlijke schulden
a. beslag op persoonlijk vermogen vennoot 1
b. aan de rest mag in principe niet worden gekomen
(2) vennootschap heeft schulden
a. beslag op gemeenschappelijke pot
b. niet genoeg = vermogen van vennoten zelf
c. = onbeperkte aansprakelijkheid
 Er is geen aparte entiteit gemaakt, er mag dus aan meer gekomen worden

Met rechtspersoon
(1) Vennoot heeft persoonlijke schulden
a. Beslag op vermogen vennoot 1
b. De rechtspersoon mag niet worden aangetast
(2) Vennootschap heeft schulden (rechtspersoon heeft schulden)
a. Beslag op goederen van de rechtspersoon
b. Te klein = mag er eventueel naar de vennoten apart gegaan worden
i. BV en NV = schuldeisers mogen NIET naar het persoonlijk vermogen van de
vennoten apart gaan
1. = beperkte aansprakelijkheid
ii. VOF = schuldeisers kunnen WEL naar het individueel vermogen grijpen
1. = onbeperkte aansprakelijkheid

WANNEER ONSTAAT RECHTSPERSOONLIJKHEID
WVV 2:6  bepaalde stukken neerleggen bij de griffie van de ondernemingsrechtbank


PARAGRAAG 2
= vennootschapstypes met rechtspersoonlijkheid




BEGRIPPEN UIT HET VENNOOTSCHAPSRECHT

= begrippen ook gebruikt als criteria voor het bepalen van het type van vennootschap

 Iedere vennootschap (met of zonder rechtspersoonlijkheid) wordt gekwalificeerd als een onderneming
o Onderscheid burgerlijke vennootschappen en handelsvennootschappen is weggevallen
 Met of zonder rechtspersoonlijkheid
o Zie hierboven (1:5 paragraaf 1 en 2)
 Persoonsvennootschappen (VOF) kapitaalsvennootschappen (NV)
(1) Persoonsvennootschap = te vergelijken met intuitu personae overeenkomst
a. Overeenkomst hangt samen met de persoon waarmee je deze sluit
i. De werkgever wilt alleen u en niemand anders
b. Zelfde hier  samen met Frans en Anja en alleen omdat deze meedoen
(2) Kapitaalvennootschap = vennootschap waarbij het er niet toe doet wie er een vennoot is



4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lauravb. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.88. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53068 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.88
  • (0)
Add to cart
Added