Inhoud
Anatomie................................................................................................................................................1
Dode ruimte...........................................................................................................................................2
Gaswisseling...........................................................................................................................................2
Ventilatie perfusie verhouding...............................................................................................................2
Ademarbeid............................................................................................................................................3
Regulatie van de ademhaling.................................................................................................................3
Prikkelgeleiding......................................................................................................................................4
Ademhalingspatronen............................................................................................................................4
Druk en luchtstroom naar de longen......................................................................................................5
Longvolumina.........................................................................................................................................5
Drukken in en buiten de longen.............................................................................................................5
Oppervlaktespanning en surfactant.......................................................................................................6
Observeren van de ademhaling..............................................................................................................6
Respiratoire insufficiëntie.......................................................................................................................7
Beïnvloeden van de ademhaling.............................................................................................................9
Cyanose................................................................................................................................................10
Acute dyspnoe......................................................................................................................................10
Astma...................................................................................................................................................10
Pneumonie...........................................................................................................................................12
Zuurbase evenwicht.............................................................................................................................14
Analyseren van een bloedgas...........................................................................................................15
Thoraxdrainage.....................................................................................................................................16
Aandachtspunten bij thoraxdrainage...............................................................................................17
Afbeeldingen anatomie........................................................................................................................18
Anatomie
Linker long heeft 2 kwabben en de rechter 3.
De top heeft apex. De longbasis rust
op het diafragma. Ze hebben een
, sponsachtige structuur doordat ze
gevuld zijn met lucht. Elke long
ligt in een afzonderlijke pleuraholte
bekleed met pleura (membraan).
De pleura visceralis bedekt de
longen en de pleura pariëtalis
bedekt het binnenste oppervlak van de
lichaamswand. Ze liggen dicht op elkaar en
geven pleurvocht af.
Doordat de rechter primaire bronchus
een grotere diameter heeft en onder
een minder scherpe hoek naar de long loopt, komen de meeste vreemde voorwerpen in de
trachea binnenkomen, in de rechter primaire bronchus terecht.
Op het epitheel in de alveoli zwerven alveolaire macrofagen. Deze fagocyteren stof en
afvalmateriaal dat het oppervlak van de alveoli heeft bereikt. Verspreid tussen de epitheelcellen
liggen de grotere pneumocyten type 2 cellen. Deze maken surfactant
De bloeddruk in de kleine bloedsomloop is erg laag, waardoor er gemakkelijk kleine
bloedstolsels, vetdruppels of luchtbellen geblokkeerd kunnen raken.
Dode ruimte
Anatomische dode ruimte: is het gedeelte van de luchtwegen van de neus tot aan de
longblaasjes, maar wel ventilatie, maar geen diffusie is. Hierdoor ligt het alveolaire ademminuut
volume ligt lager (12-16) x (500-150)
Bovenin de longtoppen ligt de alveolaire dode ruimte. In rust (zittend of staand) pompt het hart
niet hard genoeg om boven in de toppen te komen. Hierdoor ontstaat er dode ruimte ventilatie
Gaswisseling
Respiratie bestaat uit ventilatie (fysieke verplaatsing van lucht in en uit de luchtwegen) en diffusie
(gasuitwisseling). Het doel hiervan is om O2 naar de cellen te vervoeren en CO2 uit de cellen af te
voeren
Hypoxie= Lage zuurstofconcentratie in de weefsels
Hypoxemie= Zuurstoftekort in het bloed
Ventilatie= Verversing van O2 en CO2. Ventilatie is afhankelijk van de diameter van de
luchtwegen, compliance van de longen en gasmengsel.
Perfusie= Doorbloeding van de weefsels. Afhankelijk van cardiac output, compliance pulmonaal
vaatbed en bloedvolume
Diffusie= De daadwerkelijk gasuitwisseling. Afhankelijk van de dikte van het alveolocapillaire
membraan en de binding van O2 en CO2 aan de erytrocyt
Problemen bij de gaswisseling
Dode ruimte ventilatie: er worden longdelen wel geventileerd, maar er vindt geen perfusie
plaats. Hierdoor kan er geen gasuitwisseling plaatsvinden. Oorzaken: ernstige COPD,
longembolie, ondervulling en hoge beademingsdrukken
Shunting: er vindt wel perfusie plaats, maar geen ventilatie. Er komt zuurstofarm bloed in de
arteriële circulatie terecht. Oorzaken: pneumonie, ARDS (acute ontstekingsreactie in de longen)
en longoedeem
Ventilatie perfusie verhouding
Compliance: de mate van rekbaarheid. Wordt bepaald door de conditie van het longweefsel, de
hoeveelheid vocht, de hoeveelheid surfactant, de grote van de thoraxwand en afhankelijk van de
2
, elastance. Hoe lager de mater van rekbaarheid, hoe hoger de mate van elastance. Hoe hoger de
mate van elastance, hoe lager de mate van rekbaarheid
De longblaasjes in de top van de longen hebben een grotere diameter dan de longblaasjes in de
basis. Dit komt door het gewicht dat er onder hangt.
→ Longblaasjes in de longtop hebben een hoge elasticiteit, maar een lage compliantie
→ Longblaasjes in de basis hebben een lage elasticiteit, maar een hoge compliantie
Om er in de top de longblaasjes niet ver uit kunnen rekken kan er minder verse lucht in, dus is de
ventilatie laag. In de basis kunnen de longblaasjes ver uit rekken vanwege de hoge compliantie.
Daarom kan er meer verse lucht in hoge ventilatie. Van de top naar de basis neemt de ventilatie
toe.
De zwaartekracht heeft invloed op de bloeddruk. In rust is de bloeddruk in de rechterhartkamer en
de longslagader onvoldoende om het bloed naar de longtoppen te pompen. Daarom zakt het bloed
naar de longbasis. Longtop is weinig perfusie, perfusie in longbasis is het grootst.
Va / Q = Zuurstof/ rode bloedcellen. Als deze 1 is, dan matcht de Va/Q ratio. Rondom de 3 e rib, wordt
al het bloed van zuurstof voorzien. In de longtop is er sprake van dode ruimte ventilatie (Va/Q >1).
In de longbasis is er sprake van shunting (Va/Q <1). Van de top naar basis nemen ventilatie en
perfusie toe, maar perfusie meer dan ventilatie
Verlaagde VQ verhouding= VQ<1= perfusie is groter dan de ventilatie= ventilatieproblemen
Verhoogde VQ verhouding= VQ>1= ventilatie is groter dan de perfusie= perfusieproblemen
De mate van alveolaire ventilatie is nauwkeuring afgestemd op de pulmonale doorbloeding.
De VP-verhouding is verlaagd bij astma, longfibrose (littekenvorming op alveolen),
pneumothorax en een corpus alienum. Het bloed stroomt dan wel, maar er is minder zuurstof
shunting
De VP-verhouding is verhoogd bij problemen in de doorbloeding: longembolieën, anemie. Lucht
wordt wel geventileerd, maar niet optimaal gebruikt dode ruimte ventilatie
Wanneer de weerstand van het pulmonale vaatbed te hoog is, ontstaat er een verhoogde
bloeddruk in de longen (pulmonale hypertensie) rechterharthelft raakt overbelast
Ademarbeid
Het overwinnen van de elastische krachten van de longen en de borstwand(druk X volume = Arbeid).
Afhankelijk van
1. Weerstand: de hindernis die een flow onderweg ontmoet (bijv. vernauwing bij astma (de
diameter))
2. Compliance: de mate van rekbaarheid. Wordt bepaald door de conditie van het longweefsel,
de hoeveelheid vocht, de hoeveelheid surfactant en de grote van de thoraxwand. En
afhankelijk van de elacstanse. Hoe lager de mater van rekbaarheid, hoe hoger de mate van
elecstanse. Hoe hoger de mate van elecstanse, hoe lager de mate van rekbaarheid
3. Ademminuutvolume: hoeveelheid lucht bij in en uitademing per minuut. Is afhankelijk van de
vraag.
Regulatie van de ademhaling
Het ademcentrum is gevoelig voor de pCO2 en de pH en reageert indirect op de pO 2. sagresDe
ademprikkel wordt verder geleid naar de ademhalingsspieren.
In de aortaboog en de arteria carotis liggen sensoren voor de pCO 2 en de pH. In de wand liggen ook
sensoren die gevoelig zijn voor het tekort aan zuurstof in het bloed. Bij patiënten met sagrechronisch
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller renatedekluijver1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.52. You're not tied to anything after your purchase.