Volledige samenvatting ABS I: osteologie en arthrologie
82 views 5 purchases
Course
ABS I (1052FBDDIE)
Institution
Universiteit Antwerpen (UA)
Zeer volledige samenvatting van het deel osteologie en arthrologie. Gemaakt op basis van de lessen van prof. Van Cruchten. Inclusief foto's met legende, tekeningen vanuit de les, ... . ALLE benamingen die gekend moeten zijn, zijn aangeduid in het vet.
Arthrologie van het voorbeen ........................................................................................................................ 22
Schoudergewricht.............................................................................................................................................. 22
Ca. ................................................................................................................................................................. 22
Eq. En Ru. ...................................................................................................................................................... 23
Toepassingen (afwijkingen) ........................................................................................................................... 23
Het ellebooggewricht ........................................................................................................................................ 25
Het radio-ulnair gewricht (distale gewricht) ................................................................................................. 27
Het carpaalgewricht .......................................................................................................................................... 28
Schedel deel I (bovenschedel) ........................................................................................................................ 46
Splanchocranium ............................................................................................................................................... 48
Os zygomaticum ............................................................................................................................................ 48
Os nasale ....................................................................................................................................................... 49
Os lacrimale ................................................................................................................................................... 49
Maxilla ........................................................................................................................................................... 50
Os incisivum .................................................................................................................................................. 51
Os palatinum ................................................................................................................................................. 52
Os conchae nasalis ventralis ......................................................................................................................... 53
Os rostrale ..................................................................................................................................................... 53
Neurocranium ................................................................................................................................................... 53
Os occipitale .................................................................................................................................................. 53
Os parietale ................................................................................................................................................... 56
Os interparietale ........................................................................................................................................... 56
Os frontale..................................................................................................................................................... 56
2
,CH
Os temporale: complex! ................................................................................................................................ 57
Os pre- en basisphenoidale ........................................................................................................................... 58
Os ethmoïdale ............................................................................................................................................... 59
Os pterygoïdeum ........................................................................................................................................... 59
Vomer ............................................................................................................................................................ 59
Schedel deel II (mandibula, tongbeen en tanden) .......................................................................................... 60
Os hyoideum...................................................................................................................................................... 61
Osteologie
- Spongieus been: eerder een sponsachtige en losmazig been
- Compact been: witte, dikke structuur
Soorten beenderen:
- Lange beenderen: Meeste beenderen van het voorste en achterste lidmaat zijn lange beenderen, ook
bij de vingers, hebben een proximale en distale epifyse die met elkaar verbonden zijn door een diafyse
- Korte beenderen: bv staartwervel, botjes in de pols
- Platte beenderen: bij de schedel, lange neusbeenderen bij bv paard ossa nasales, os frontale (bij Bo. Is
er gevaar voor sinusitis bij het afkappen van de hoornen want de sinus frontalis loopt bverder in de
processus cornualis), conchae nasales
- Onregelmatige beenderen: bij de wervels, uitstekels om de spieren te laten aanhechten (spinaal
uitsteeksels, ruggen en lenden strekkers)
- Speciale beenderen, sesambeenderen: die zijn pas secundaire ontstaan → in spieren ontstaan door
wrijving → periost (botvlies) zorgt voor de primitieve botvorming, als spieren/pezen gaan wrijven over
het periost → ontstaan bursas (kussens), blaasjes gevuld met soort glijmiddel
Patella is een sesamsbeen → ontstaat doordat de quadriceps over ons been te beweegt, is dus
evolutionair ontstaan
- Enchondrale botvorming: kraakbeen heeft zich omgezet naar bot → eerst BW → KB → bot, bij de
ledematen
- Periostale/ perichondrale (intramembraneuze) ossificatie: gebeurt aan de wand het compacte been van
het bot wordt hierdoor gevormd. Van BW naar bot, bij de schedel.
4
, CH
Reuzegroei, maar vaker dwerggroei wanneer het fout loopt bij de botvorming
Lang been (os longum)
Perifeer: compact been, centraal: spongieus been.
3 grote delen bij een lang been: proximale (dicht naar het lichaam toe) en distale epifyse
(onderste, epi is op) en een diafyse → 2 groeischijven gaan maken dat het been verlengd
(tussen epi en dia en tussen proxi en dia)
Bij vrouwelijk zoogdieren gaan de groeischijven sneller sluiten dan bij mannelijke individuen →
mannelijke dieren zijn vaker groter
Bij een RX kan je de groeischijven zien → jonge hond die aangereden is en RX opname doen,
richting schouder, proximale epifyse en je ziet daar een schijf, gaat dus geen breuk zijn → je
moet weten dat dat iets normaal is
Dia 12: sagitale snede door een volledig bevroren perparaat -> centraal zit beenmerg en dat is rood, enkel het
compact been is effectief wit
Os pneumaticum bij vogels
Bij vogels: soortelijk gewicht moet laag zijn → bepaalde anatomische variaties →
anders te zwaar → sinussen om dat te verlichten → in de diafyse zitten er ook
luchtzakken, waar eigenlijk het beenmerg aanwezig moet zijn → foramen
pneumaticum = luchtzak
Dia 14: sprong in het geheel → complex gewricht bij het achter been
→ ook pols is een complex gewricht net als de elleboog → bij breuk,
complexe breuk
2 botstructuren bij elkaar zijn eenvoudiger
Periost zorgt voor perifere botvorming → kan enkel als die van bloed wordt voorzien → bloedvaten + zenuwen
aan de buitenkant van het bot
Het bot zelf is inert, gevoelloos → het doet pijn omdat het periost wel gevoelig, dat bevat zenuwvezels
Kort been (Os breve)
Bv de carpaal beentjes, compacte vierkante of rechthoekige structuren
Pols allemaal op elkaar → hangen vast met bepaalde banden → anders wrijving → extra ossificatie
Extra ossificatie → 2 of meerdere botstructuren gaan aan elkaar vergroeien → bij oudere mensen extra
botvorming doordat bepaalde wervels dichter bij elkaar komen
5
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller CaHa. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.54. You're not tied to anything after your purchase.