Hulp nodig met Opvoedkunde?
Deze samenvatting kan jou helpen met het vak te behalen in de eerste examenbeurt, maar natuurlijk dien je te studeren om het resultaat te bekomen!
Summary RT OPVOEDKUNDE
1. Menselijke interactie
Begripsbepaling
Je kan op basis van een voorbeeld uit het dagelijks leven aanduiden of er sprake is van
menselijke interactie of niet.
Menselijke interactie is de manier waarop mensen (en groepen) onderling handelen, op elkaar
reageren en elkaar bewust en onbewust beïnvloeden.
Factoren die gedrag beïnvloeden
Je kan op basis van een voorbeeld uit het dagelijks leven beschrijven welke factoren het menselijk
gedrag beïnvloeden.
Menselijk gedrag wordt beïnvloed door interne en externe factoren.
Interne factoren zijn:
- Biologische factoren
- Genen: Onze genen ook wel het fenotype genoemd beïnvloed ons gedrag ook zeer sterk.
- Hormoonhuishouding: Door verschillende veranderingen in de hormoonhuishouding zoals
bij vrouwen tijdens de menstruatie is het mogelijk dat deze je gedrag gaan beïnvloeden.
- Cognitieve processen
Ons gedrag word beïnvloed door cognities over de omgeving. Hierbij beschouwen we cognities
als het geheel van hersenfuncties die het denken en onthouden van indrukken sturen.
- Primacy e ect: Als we iemand voor de eerste keer ontmoeten, vormen we een eerste indruk
van die person. Bij deze eerste indruk blijkt het voorrang e ect, ook wel het primacy e ect
genoemd, en belangrijke rol te spelen.
- Horn-e ect: Op grond van één slechte eigenschap meerdere vervelende trekjes
toegeschreven krijgen.
- Halo-e ect: Als een opvallend kenmerk de beoordeling van andere kenmerken in dezelfde
lijn (positief of negatief) beïnvloed. Dit kenmerk heeft bij een eerste ontmoeting, vaak met het
uiterlijk te maken.
- Leerprocessen
- Sociaal leren: Heel veel zaken worden geleerd door andere te observeren waar vaak door
het observeren gedrag geïmiteerd wordt. Dit observeren en imiteren word vaak sociaal of
mondeling leren genoemd.
- Inzichtelijk leren: Dit verwijst naar het plots begrijpen van een nieuw verband tussen dingen,
waardoor het mogelijk wordt een probleem op te lossen.
- Impliciet leren: Iemand die iets leert zonder dat hij/zij daar bewust van is. Je kan dit het best
voorstellen met het niet goed kunnen uitleggen hoe je iets hebt gedaan.
- Psychodynamische processen
- Het Es: Het meest primitieve deel van de persoonlijkheid. Primitief, waakzaam op het
onbewuste niveau, maar de belangrijkste structuur. Het domineert het gedrag vanuit driften
(lusten) die we hebben als mens.
- Het Ich: Is een psychische structuur die ervoor zorgt dat driften getemperd worden of
aangepast worden. Het wordt beheerst door het realiteitsprincipe en schippert tussen de
eisen van het id en de realiteit van de wereld.
- Het Über-Ich: Dit is het derde deel van de persoonlijkheid. Vaak aangeduid met de term
“Geweten”. Alle geleerde waarden en normen zijn hier in opgeslagen en het Über-Ich
beoordeeld of deze goed of fout zijn. Wanneer het gedrag niet geheel lijkt te stroken met het
Über-Ich krijgen we last van ons geweten.
Externe factoren zijn:
- Sociale factoren
- Het kameleone ect: Een mens is al sociaal dier vatbaar voor tal van subtiele vormen van
beïnvloedingen, waarop vrijwel re exmatig gereageerd wordt. Zo geeuwen we vaak als
iemand anders dat doet.
- Groepsconformisme: De tendens om percepties, opinies en gedrag te veranderen in
overeenstemming met de groepsnormen.
Page 1 of 25
ffff ff ff fl ff ff
, Summary RT OPVOEDKUNDE
- Peer pressure: Dit is de druk die je ervaart in een groep. Hoe we ons gedragen hangt af van
de hoeveelheid druk we ontvangen van onze sociale groep en hoe hard je hier in mee gaat.
- Gehoorzaamheid: Via socialisatieprocessen leren we vanaf de geboorte gezagsdragers te
respecteren. Zo denken we tweemaal na voor we in discussie gaan met leerkrachten,
werkgevers, etc. Kortom het is een verandering in ons gedrag door een bevel van een
autoriteit.
- Culturele factoren
- Culturele dimensies: Dit zijn vijf dimensies in grote lijnen om de culturele verscheidenheid
uit te tekenen.
- Machtsafstand: De graad van ongelijkheid (en daaruit voortvloeiende omgang) tussen
personen die door de cultuur als normaal wordt beschouwd.
- Individualisme - Collectivisme: De mate waarin personen in een cultuur meer de nadruk
leggen op eigenbelang (zorg voor zichzelf, individualisme) of groepsbelang (zorg voor
medemens, collectivisme)
- Masculiniteit - Feminiteit: De mate waarin een cultuur de sekserollen inkleedt. Gescheiden
rollen (masculien) versus overlappende rollen (feminien)
- Onzekerheidsvermijding: De mate waarin personen in een cultuur zich bedreigd voelen
door onzekere of onbekende situaties door een gebrek aan het bestaan/naleven van
regels.
- Toekomst: De mate waarin een cultuur waarden vooropstelt die te maken hebben met de
toekomst (bijvoorbeeld sparen)
- Lichaamstaal over de grenzen: We zijn als persoon altijd geneigd om ons, in eender welke
taal goed uit te drukken, lokaal kennen we die taal niet. Aan de hand van gebaren en onze
lichaamstaal kunnen vaak de mensen ons wel begrijpen ook al zijn deze cultuurgebonden.
Aanleren van gedrag
Je krijgt op het examen een voorbeeld uit het dagelijks leven.
Je beschrijft welk leerproces hier een rol gespeeld heeft.
Er bestaan verschillende leerprocessen of manieren waarop mensen gedrag aanleren:
- Klassieke conditionering (Pavlov):
Klassieke conditionering word ook wel de respondent conditionering of stimulus-respons-leren
genoemd. Bij klassieke conditionering is er immers en relatie tussen een stimulus (prikkel) en een
respons (reactie). Een stimulus een situatie die een respons doet uitlokken.
Een conditioneringsproces is een proces waardoor het gedrag van een persoon of dier verandert
en dit door de ervaringen die de persoon of het dier opdoet. Het gaat om geleerd gedrag dat
onder bepaalde voorwaarden (Ook wel condities genoemd) tot stand komt.
Kenmerken:
- Prikkeldiscriminatie
Het leren van normaal gedrag verloopt het zelfde als het leren van abnormaal gedrag. De term
prikkeldiscriminatie komt doordat je als mens of dier één prikkel gaat discrimineren na gewenning.
Bv. Als je een kind na een goede prestatie een snoepje geeft en na een slechte prestatie niets dan
zal het kind na een tijd beter zijn best gaan doen voor een goede prestatie en alleen een beloning
verwachten als ze een goede prestatie hebben geleverd.
Wanneer het kind een slechte prestatie levert kan het experimentele neurose vertonen zoals
huilen, schreeuwen, etc.
- Prikkelgeneralisatie
Dit is reageren met een voorwaardelijke reactie op iets dat een voorwaardelijke stimulus lijkt.
Dit kan zinvol en zinloos zijn zo kan een persoon iemand herkennen aan de uiterlijke kenmerken
want het zou vrij onhandig zijn als je bijvoorbeeld een andere persoon niet kan herkennen door
dat ze van kledingstuk veranderen.
- Blokkering
Aan de hand van een test met ratten werd ons duidelijk gemaakt dat je bepaalde veranderingen
kan blokkeren maar hier voor moet je natuurlijk aan een voorwaarde voldoen, je moet weten
wanneer de verandering gaat plaats vinden. Zoals een 2 groepen ratten die worden blootgesteld
aan een hevig ge its maar 1 groep krijgt een signaal te horen voor het plaats vind hierdoor kan
deze groep de verandering “blokkeren” en de andere niet.
- Biologische predispositie
Page 2 of 25
fl
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller robbeT. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $16.61. You're not tied to anything after your purchase.