100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Aantekeningen hoorcolleges theory 3 week 1-7 $11.28
Add to cart

Class notes

Aantekeningen hoorcolleges theory 3 week 1-7

 9 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Aantekeningen van de hoorcolleges theory 3 van het jaar . De aantekeningen bestaan uit powerpoint slides met aantekeningen van de professor. De aantekeningen bestaan staan in het Engels en in het Nederlands

Preview 4 out of 37  pages

  • December 11, 2022
  • 37
  • 2021/2022
  • Class notes
  • Rik peters, babette hellemans
  • All classes
avatar-seller
Aantekeningen theory 3 week 1

Geschiedenis: een nooit stoppende discussie

1. Historische argumenten zijn lang en complex = breed en erg diepgaand.
2. Moeilijk te analyseren in een verhalende vorm. (bundles of questions and answers, with
many tacit premises)
3. Interpretations never necessarily follow from the evidence because there are no universally
valid premises
4. Interpretations are based on forms of reasoning that are not strict (confirmation of the
consequence, denying the antecedents) and on essentially contested concepts.
5. Historical interpretations are inferences to the best explanation: the most plausible
hypothesis given the evidence determined by a comparison of the relative probability of
hypotheses
6. History is a never ending discussion: concepts assumptions in reasoning significance of the
evidence can be challenged at any time

Recap glossary:

8 hoekige cirkel. Je weet wel wat het is. Hoe je bronnen kunt interpreteren.  zie powerpoint voor
het plaatje. Moet je goed leren

Recap theory 2

Collingwoods 4 vragen

1. What is history (nature
2. What is ita bout (object)
3. How does it proceed (method)
4. What is it for (aim)
a. Onderliggende aannames bij elke vraag
i. Fortuna
ii. Divine providence
iii. Human action, general laws
iv. Idealism/ realism

Hoe kom je bij deze aannames van deze vragen?  reverse engineering: alle gedachten zijn
constructief. Als je die uit elkaar haalt kom je bij de aannames voor de vragen. Wat zeggen historici
eigenlijk.

History: science versus rhetoric  artikel van docent

Vraagstuk: is dit standbeeld van clio of calliope?

1. science: observers
2. human action in the past
3. logic versus fallacies
4. truth
a. rhetoric: participants
b. human action in the present (kairos)
c. persuasive ness
d. convincing audience
i. vraag: what are the limits to the historian’s use of rhetoric?

,Er is in theorie een doorlopende discussie tussen: historische ervaring en historisch narratief.

1. Historisch ervaringen kunnen schokkend zijn en lastig zijn te onderzoeken  lastig om je in
te leven.
2. Historisch narratief is niet een echte ervaring omdat je het altijd vanuit een heden
persepctief bekijkt terwijl je wel over het verleden schrijft.

Ervaring is ‘echter’ dan narratief.

3 historische reasoning: 3 vormen van inference (concluderen)

1. Deductie: munten kunnen gevonden worden in alle romeinse settelmenten  als je in een
romeinse settelment bent moeten er ook munten zijn (duidelijke conclusie)
2. Inductie: munten zijn gevonden in romeinse settelmenten  munten kunnen gevonden
worden in alle romeinse settelmenten (na opsommingen een conclusie trekken alleen is een
sterke hypothese, is geen zekerheid)
3. Abductie: dit is een romeinse munt  misschien is er een romeinse settelment hier
(hypothese) van een hypothese kun je altijd een vraag maken.
a. Note 1: alleen deductie is 100% waar (en zorgt voor zekerheid) in gs is alleen nooit
een 100% feit
b. Note 2: inductie is a quantitative leap from part to whole, abductie is a qualitative
leap: a phenomenon is explained by reducing it to a class or generalization that is
presented as a hypothesis (geen absolute zekerheid)
c. Note 3: hypothesis lijkt op vragen , maar is niet hetzelfde.



Ginzburg ‘Clues’

1. Er is een paradigm van onderzoek.
2. Diagnose stellen door kleine stukjes informatie te zoeken. kijk naar freud en sherlock holmes
a. Vraag what did morelli, freud en sherlock holmes assume. Wat is de onderliggende
gedachte van zijn hypothese, wat is zijn aannames etc.
b. In de vorm van morelli: hij maakt klasses: verschillende soorten oren, dit is een
vorm van inductie, dan classificeert hij ze en vervolgens maakt hij een conclusie.
Alleen conclusies van inductie zijn niet 100% waarheid. Dus maakt hij daarna een
regel zodat hij 100% correct kan zijn. Dus van inductie naar waarheid door
quantitatieve uitkomsten te krijgen.
c. In freud: slips of the tonque  subconscious desires
d. Voor holmes: dog did nog bark  de owher may have killed him  abductie.

Abductie in historische reasoning

Premise 1) the surprising information X has been observed

Premise 2) if hypothesis H were true, X would follow

Dusssss probably H is true. Abductie is eigenlijk gewoon vragen blijven stellen zodat je een
hypothese kunt vaststellen.
the narrative = a series of abductions = series of questions and answers to reconstruct the cosmos
of the miller

Essentially contested concepts: waarom is history een oneindige discussie?

,ECC = concepts the proper use of which inevitably invlolves endless disputes about their proper uses
on the part of their users.
no consensus about the ‘proper use’  no consensus about he proper meaning
Wittgenstein: the meaning of a word is dependent on the language game in which it is being used

Kortgezegd: de betekenis van een woord en de gedachte achter het woord verschilt per taal die
wordt gesproken. Vrede heeft een hele andere betekenis voor poetin dan voor biden bijvoorbeeld.

Historische redenering is vol van ECC’s (democracy, freedom, art etc.)

Inferences: no absolute certainty

1. Abductions, hypotheses are never absolutely certain: there may always be other
hypotheses that explain the evidence better
2. Distinguish between the most lovely and the most likely hypotheses to arrive at the
inference to the best explanation
3. Inference to the best explanation = the most plausible hypothesis given the evidence
determined by a comparison of the relative probability of hypotheses.

50 jaar geleden hebben historici het beste gedaan gezien de informatie die ze toen hadden, 50 jaar
later hebben wemeer informatie en kan je tot een nieuwe conclusie komen.

Abductieve argumenten.

Why “inference tot he best explanation”?  abductie inferences involve hypotheses, and some
hypotheses are better than others

Voorbeeld:
goed: if (hypothetically) the sun orbits the earth THEN we’d observe what we actually observe
better if (hypothetically the earth orbits the sun THEN we’d observe what we actually observe
waarom was copernicus’s inference better than ptolemeus’s? ze hadden beide hypotheses gebaseert
op bewijs alleen Copernicus kon meer uitleggen en makkelijker uitleggen door de informatie die hij
tot zijn beschikking had.

Tricky inference 1: affirming the consequent

Drogredenering: als het regent is de straat nat,
de straat is nat dus de conclusie is dat het heeft geregend, maar er zijn andere redenen die de straat
nat kunnen maken.

1. Historical reasoning cannot escape affirming the consequence in order to formulate
hypotheses.
2. But this kind of reasoning is valid only if premise 1 is a law without exceptions. (dus als de
enige reden dat de straat nat kan worden door regen komt dan klopt het wel.)
3. In history there are no laws without exceptions
4. From the evidence historians cannot infer to interpretations with absolute certainty (without
exceptions)
5. Historians can only infer to the most plausible interpretation by comparing many
hypotheses that explain the evidence

Tricky inference 2: denial of the antecedent

Premise 1: als X drunken is achter het stuur is hij een roekeloze driver

, Premise 2: was not drunk behind the wheel

Conclusive: is not a irresponsible driver.  premise 2 denies the antecedents but may be
irresponsible for other reasons

Premise 1: if atlantis existed there must be evidence
premise 2: but there is no ebidence
conclusion: atlantis did not exist
premise 2 denies the antecedents

Hypotheses zijn nooit 100% correct dus er bestaan eigenlijk alleen maar aannemelijke hypotheses.

1. Common in courts: presumption of innocence: someone is found not guilty until evidence is
provided
2. Also in historiography: ‘negative’ proof (atlantis) aka ‘argument from silence’
3. Historians cannot escape the ‘negative proof’: if they claim on the basis of information that
comething has been the case, they assume that there is no information against the
hypothesis

Dus gs is een discussie zonder einde: door inference zijn conclusies niet 100% en kunnen alleen
aannemelijke hypotheses maken die dus open staan voor discussies

History: the never ending discussion

1. Historical arguments are often long and complex = both broad and deep
2. Difficult to analyse because in form of stories (bundles of questions and answers, with many
tacit premises)
3. Interpretations never necessarily follow from the evidence because there are no universally
valid premises
4. Interpretations are based on forms of reasoning that are not strit (confirmation of the
consequence, denying the antecedents) and on ‘essentially contested concepts’
5. Historical interpretations are inferences to the best explanation: the most plausible
hypothesis given the evidence determined by a comparison of the relative probability of
hypotheses
6. History is a never ending discussion: concepts, assumptions in reasoning, significance of the
evidence can be challenged at any time

Soldier versus scout

The soldier mindset

- Reasoning is like defensive combat
- Decide what to believe by asking can I believe this or must I believe this depending on your
motives
- Finding out your are wrong means suffering a defeat
- Seek out evidence to fortify your beliefs
- Related to: rationalizing, denial, confirmation bias self deceptions, wishful thinking
- Self-assured: not willing to revise assumptions.

The scout mindset

- Reasoning is like mapmaking

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jelledubbeldam. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $11.28. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$11.28
  • (0)
Add to cart
Added