1. BASISINZICHTEN VAN DE PEDAGOGIE
2 principes van de moderne pedagogie
= Waren vroeger helemaal anders maar zijn geëvolueerd tot de moderne
pedagogie (kan niet anders zijn dan modern omdat je altijd de huidige
maatschappelijke context)
1. Mensen worden niet bepaald door hun aanleg, ze worden beïnvloed door
de opvoeding, vorming en onderwijs
= pedagogisch optimisme
o Combinatie aanleg en milieu
o Opvoeders en leerkrachten hebben een invloed
o >< pedagogisch pessimistisch: ervan uitgaan dat de opvoeding
geen invloed heeft, je bent wat er bij jou in aanlegt is en je hebt
geen invloed
2. Kinderen zijn zelf handelende en zelf denkende subjecten
o Zelf het kleinste kind kan een mening hebben
Kan je trainen
Kind leren mening te beargumenteren, passen bij
mogelijkheden, aanleg en training dat kind kreeg
o Discussie: nature – nurture
Aanleg = kunnen leren
Milieu = oproepen tot activiteit
Einddoel: leidt tot zelfverantwoordelijke zelfbepaling en mondigheid
(werken aan deze mondigheid)
LIFESPAN VIEWPOINT
1. Algemeen
- Levensloopperspectief: benaderingswijze, geen theoretisch concept
- Belangstelling ontstaan door groeiende levensverwachting van de laatste
generaties
- Maatschappij met 4 generaties in leven
- Bepaalde werksituaties met 4 verschillende generaties (langer leven
en langer actief blijft) met veel meer verschillende leeftijden in
contact komen; dus we gaan ons anders gedragen
- Lifespan viewpoint kijkt op andere manier naar de ontwikkeling
- Van conceptie tot dood
Je blijft verder veranderen op een bepaalde manier
- Onder invloed van sociaal culturele veranderingen
- Veranderingen per fase EN interrelationele beïnvloeding binnen en
tussen die fases
1
, Bv. fasen die elkaar opvolgen kinderen die mishandelt zijn
in hun eerste levensjaren verliezen vertrouwen in
volwassenen, moeilijk in staat om relaties aan te gaan
2. Ontwikkelingsverloop en opvoeding
2.1 Universele inzichten in ontwikkelingsverloop
- Tot ongeveer 9 maand vrij universeel: tot aan “joint attention”-moment
Hierna cultureel bepaald
- Vanaf 5 à 7 jaar : “schoolkindfase”: zelfregulatie, taakbesef,
concentratievergroting, ‘schoolrijpheid’, metacognitie
- Adolescentie : toenemend zelfbewustzijn, eigen persoonlijkheid, en
persoonlijke keuzes, belang van leeftijdsgenoten, eigen jeugdcultuur.
Generatieconflicten: zijn deze wel kenmerkend voor deze fase??
2.2Uitgangspunten
1. Op elk moment in de ontwikkeling is het individu vatbaar voor verandering
2. Meer dan enkel formatieve fase
- Bv: hechting zeer belangrijk toch instaat om eventueel trauma te
verwerken en later relaties opbouwen
- Meer dan enkel formatieve fase (niet enkel in ontwikkelingsfase waar je
bepaalde dingen leert)
Geen binding met ouders als kind, instelling, later moeite om
partner te vinden toch vatbaar voor verandering
3. Kwantitatieve veranderingen (op een ander niveau, andere graad) en
kwalitatieve veranderingen (van een ander type, andere inhoud)
- Bv: kwantitatief: kind in lager onderwijs tellen tot 1000, in secundair
tellen met letters (je kan meer)
- Bv: kwalitatief: andere denkstrategieën als logisch denken (logica) en
niet meer concreet denken (je komt op een hoger niveau)
4. Veranderingen zijn veelzijdig qua patroon (cfr leerstijlvoorkeur)
Manier waarop je bijleert kan voor iedereen anders zijn
(theoretischer werken, veel oefenen, eerst iets uitproberen)
2.3 Drie oorzaken van veranderingen in de menselijke ontwikkeling
1) Normatieve effecten: gebeurtenissen die zowat alle mensen op dezelfde
leeftijd te beurt vallen
- Bv. biologisch rijpingsproces: leren lopen, lichamelijke veranderingen in
de puberteit
2) Niet-normatieve effecten
- Onverwachte gebeurtenissen
- Bv. werkloosheid, scheiding
3) Cohorteffecten
- Beïnvloeding door de tijdsgeest, gevolgen van periodes die iedereen
treffen
Bv: dutroux in die periode waren ouders in paniek, ouders
werden veel bezorgder, over beschermende opvoedingsstijl
2
, Bv: hippies, WTC torens, opvoeden via gsm,
klimaatveranderingen
- Wat zullen de cohorteffecten zijn van de coronatijd
Bv: blijvende leerachterstand, afstand houden nieuwe norm?
Bovenstaande blad leidt tot een aantal nieuwe bevindingen:
2.4 Nieuwe bevindingen
- Verschillen tussen individuen nemen toe doorheen de levensloop
- Bv: studenten uit gescheiden gezinnen, samengestelde gezinnen,
traditionele gezinnen vroeger was dit uitzonderlijk
- Leeftijd versus sociaal culturele veranderingen
- Sommige zaken in de ontwikkeling kunnen we toeschrijven als
leeftijdsspecifiek (normaal wat je kan verwachten) <-> versus sociaal
culturele veranderingen (bv: oma dat kind niet mag omhelzen terwijl
kind nood heeft aan fysiek contact, hunkert naar aandacht en nu
bijvoorbeeld omhelzen beperken tot bepaalde mensen)
- Beinvloedbaarheid van het intellectueel functioneren in de late volwassenheid
is onderwerp van onderzoek
Deze nieuwe uitgangspunten en bevindingen hebben hun
implicaties op de onderwijs- en opvoedingspraktijk
2.5Pedagogische implicaties = gevolgen voor de pedagogie
- Verbreding van concepten en doelstellingen in onderwijs en opvoeding
o Normatieve ontwikkelingstaken (welke taken in 1ste leerjaar dat past bij
ontwikkelingsleeftijd van kind)
- Individuele variabiliteit (grote diversiteit tussen kinderen heeft te
maken met niet-normatieve effecten bv: door oorlog moeten vluchten,
leerachterstand opgelopen)
- Sociaal culturele veranderingen (leerachterstand door corona is een
cohorteffect)
Onderwijs- en opvoedingsdoelen dienen sensitief te zijn ten aanzien
van de sociaal culturele veranderingen
LINK met normatieve, niet-normatieve en cohorteffecten
- Aanpassingen van instructiestrategieën
o Er zijn zodanig veel verschillen tussen kinderen, bekijken welke
methode past bij kind we gaan differentiëren en individualiseren,
inclusie
o Veel diversiteit!
- Nieuwe relevante thema’s aanleren aan onze kinderen
o Bv: gezondheid en welzijn stijging obesitas
o Bv: ouderschap en onderwijs samenwerking
o In hoeverre kunnen we diversiteit nog aan? terug op burgerschap
inzetten, individualisering die is doorgeslagen
3
, 2.6 Voorbeelden uit de actualiteit
- Wanneer een volgende pandemie?
- 30% minder vroeggeboortes door moeders die thuis bleven werken in coronatijd of
door afstandsregels?
- Geen bezoek in het ziekenhuis bij een bevalling... Moeders geven aan dat ze sneller
herstellen...
- Kinderen moeten kiezen uit hun hobby’s... Arme kinderen niet, want die hebben
nauwelijks of geen georganiseerde hobby’s.
2.7 Wat is het einde van de opvoeding?
- Wanneer stoppen ouders met opvoeden (nooit?)
- Gaat dit echt nog over opvoeden?
- Op een bepaalde leeftijd op het moment dat de jongere aan zelfverantwoordelijke
zelfbepaling doet (eigenlijk is dat het eindpunt)
- Letterlijke definitie van opvoeden dan stopt het ja!
- Ouders beïnvloeden (is veel ruimer dan opvoeden)
- Als jongere beïnvloedt je ook elkaar
- Einddoel = zelfkritische mens, proces is nooit af! Je wordt zelf verantwoordelijk
DE PEDAGOGISCHE RELATIE
- Pedagogische relatie is een unieke relatie die verschillend is van alle andere
relaties
- Ouders zijn zelden in staat om goed onder woorden te brengen wat er
nu net uniek aan is, band door dik en dun, ongelofelijke verbinding
- Boek Ciel Heintz positief opvoeden
Tips, tricks om met je kinderen om te gaan
Toepassen van managementtechnieken in opvoeding gaat
voorbij aan die unieke band, die band is niet vergelijkbaar met
een leider en zijn medewerkers!
Wat maakt/typeert die pedagogische relatie nu zo uniek/bijzonder
(EXAMENVRAAG 4 principes)
1. De ouder kan niet om zijn verantwoordelijk heen
- Baby is bij de start helemaal afhankelijk van verzorging
- Die verantwoordelijkheid is blijvend wettelijk tot 18 jaar!
- Discussie in onderwijs leerkracht verantwoordelijkheid? Wettelijk
blijft de ouder de eindverantwoordelijkheid hebben over kind! Wordt
niet zo aangevoeld (tijdelijke verantwoordelijkheid op school naar
veiligheid toe, leerstof geven)
2. De pedagogische relatie is gepreïntendeerd
- Ouder is verantwoordelijk voor het kind en dat is onomkeerbaar
- Intentie: van bij de geboorte is het zo geregeld dat het de ouders zijn
die verantwoordelijk zijn voor het kind en niet omgekeerd, de intentie
ligt op voorhand vast en is onomkeerbaar
- Bv: parentificatie zondigt tegen de pedagogische relatie in, levert
problemen op!
3. Boven- en ondergrens van de relatie
- Gezagsrelatie van bij de start.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller JustineVantieghem. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.