Strategie in praktijk final
Het strategisch management proces
Het begint dus met een missie. Kan heel belangrijk zijn, maar sommige bedrijven hebben niet zo´n
heel duidelijke missie. Dus het hoeft niet heel complex te zijn. Een missie leidt tot objectives, dat zijn
meetbare doelen die een bedrijf wil behalen. Dan met een externe en interne analyse komt een
bedrijf tot een strategische keuze. Die is zowel op corporate level strategy als op business level
strategy. Wat is nou het verschil:
- Business level strategy: hoe je concurreert binnen een bepaalde bedrijfstak
- Corporate level strategy: in welke bedrijfstakken je daadwerkelijk actief wil worden.
In dit vak focussen we ons op business level strategy.
Vervolgens komt er wat strategie bij kijken en dat leidt allemaal tot een competitief voordeel.
De resources die een bedrijf heeft, dat bepaald hoe succesvol je bent.
Bedrijven maken economische toegevoegde waarde. Toegevoegde waarde is het verschil tussen
‘perceived’ waarde en volledige economische kosten. Concurrentie voordeel is als je meer
toegevoegde waarde creëert dan andere bedrijven.
In een perfect competition situatie zijn alle bedrijven die produceren, kunnen alleen maar bepalen
hoeveel ze produceren. Ze kunnen niet bepalen wat de prijs is. De klanten kunnen alleen maar
bepalen of ze het wel of niet kopen, er is geen verschil tussen de producten. Een typisch voorbeeld
hiervan is olie en graan.
In het linkse model: de gearceerde blokken samen is de economisch toegevoegde waarde. De
onderste is het producentenvoordeel en de bovenste is het consumentenvoordeel.
Als je een verschil maakt tussen producten dan kan het zijn dat sommige mensen hun iphone wel
waardevol vinden en anderen niet. En je kan de iphone zelfs voor meer waarderen dan dat je er voor
betaald hebt. Zo ontstaat consumentenvoordeel.
,Voorbeeld van economisch toegevoegde waarde.
Een product heeft een waarde van 50. De prijs is 37.50. De kosten waren 15.
Consumentensurplus = 50 – 37.50 = 12.50
Producenten surplus = 37.50 – 15 = 22.50
Economic value created = 50 – 15 = 35
Concurrentievoordeel: het verschil tussen de economische toegevoegde waarde van een bedrijf en
de concurrentie.
Je kunt het concurrentievoordeel ook meten met getallen. Dit is altijd relatief, dus in vergelijking met
andere bedrijven. Je kan het op de accounting manier berekenen:
- Profit ratios: je neemt de totale winst die een bedrijf maakt. Ten opzichte van het aantal
werknemer, of het aantal assets of iets dergelijks.
- Liquidity ratios: hoe goed je je korte termijn schulden kan terugbetalen.
- Leverage ratios: hoe je gefinancieerd bent, wat voor soort vermogen.
- Activity ratios: wat doe je nou eigenlijk. Bijvoorbeeld hoe lang je doet over het verkopen van
je voorraad.
Stel je berekent de return on asset. Dus je deelt de omzet met de assets die je hebt. Als hier 4
procent uit komt ga je dit vergelijken met het gemiddelde in de industrie. Als de andere 5 procent
maken, dan produceer je dus onder het gemiddelde. Je accounting measurement of performance is
lager dan het gemiddelde. (ROA)
Naast de accounting measures heb je ook de economic measures (WACC). Die gaat er van uit dat je
als bedrijf over vermogen beschikt. En jou vermogen beschikkers hoeveel rente zij van jullie willen,
kan ook van de stock market zijn. je gemiddelde kosten van het hebben van je kapitaal. Hoeveel
percentage rendement jou financieringsverschaffers van jou vragen gemiddeld. Als je als bedrijf meer
winst maakt, zit je in een goede situatie. Dus stel je wil kapitaal aantrekken en het kost je 5 procent
rente per jaar. Als jij daar zelf 10 procent rente mee maakt of omzet, dan zit je dus in een goede
situatie:
- The cost of debt
- The cost of equity
, Veel bedrijven die plannen wel dingen, dus ze hadden een intended strategy. Maar er is ook een heel
deel wat helemaal niet uitkomt. Niet alle succesvolle strategieën zijn van te voren gepland.
Dus aan de ene kant heb je het plaatje dat je begint met de missie en objectives enzovoort. En aan de
andere kant heb je dit. Je ziet in de praktijk vaak ook wel dat het wat chaotisch is. Maar als je
daadwerkelijk een plan hebt, heb je een grotere kans dat er iets goeds uit komt.
Conclusies hoofdstuk 1:
- Concurrentievoordeel is altijd relatief
- Concurrentievoordeel is op verschillende manieren uit te drukken
- Winstparadox: op het moment dat je het als bedrijf heel goed doet, dan gaan andere
bedrijven dit ook doen en daardoor komt jou winst onder druk te staan. Op de lange termijn
gaan alle winsten richting 0 of naar het gemiddelde van de industrie.
- Strategieën zijn niet allemaal van te voren uitgedacht en juist uitgevoerd
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lauradieterman2. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.28. You're not tied to anything after your purchase.