Psychodiagnostiek: Taak 4
PS: Hoe stel je normen vast?
LD: 1) Wat is de functie van het stellen van normen?
2) Welke factoren zijn er betrokken bij het opstellen van normen?
3) Wat zeggen afwijkingen met betrekking tot normen?
4) Verschillende methoden om normen vast te stellen?
PRACTISCHE OPDRACHT VOOR UITERLIJK VRIJDAG!
Basisboek: Topic 3A:Norms and Test Standardization (Gregory).
Normen
Een vergelijkend referentieframe.
De eerste score van een test is meestal een ruwe score en is vaak niet bruikbaar. Om er
iets mee te kunnen moet de onderzoeker deze scores meer standaardiseren. Meestal
doen ze dit door individuele resultaten te vergelijken met de prestatie van een
normgroep.
Normgroep
Een normgroep bestaat uit een aantal deelnemers die representatief zijn voor de
populatie waarvoor de test bedoeld is.
De bedoeling van de test standaardisatie is het vaststellen van de spreiding van de ruwe
scores in de normgroep, zodat de testontwikkelaar afgeleide scores kan publiceren die
bekend zijn als de normen. Over het algemeen indiceren normen de plaats van de
deelnemer op de test relatief ten opzichte van de prestaties van andere personen met
dezelfde leeftijd, geslacht, etc.
Normen moeten nauwkeurig worden opgesteld en volgens de juiste regels. Verder
moeten ze na een bepaalde periode altijd opnieuw worden bekeken/bepaald.
Ruwe scores
Ruwe scores
Het meest basis niveau van informatie verkregen door een psychologische test
(bijv. aantal goed beantwoorde vragen).
We gebruiken normen om wat te kunnen zeggen over iemands individuele score. Dit zijn
de norm- referenced tests. Maar er bestaan ook criterion- referenced tests die helpen te
bepalen of een persoon een objectief gedefinieerd criterium kan behalen. Bij deze testen
zijn normen niet belangrijk/essentieel.
Iets wat voor alle normen geldt is dat het bestaat uit een groot aantal scores. Hierbij
komen statistische vaardigheden kijken om de normen te begrijpen.
Essentiële statistische concepten
Frequentieverdelingen
Een methode om data of test scores samen te vatten door een klein aantal van
meestal even grote klasse intervallen te specificeren en dan na te tellen/berekenen
hoeveel scores binnen elk interval liggen. Meestal zijn er tussen de 5 en 15
intervallen.
Histogram
Een grafische representatie van dezelfde informatie die een frequentieverdeling
bevat.
, PSYCHODIAGNOSTIEK 2
Frequentie polygoon
Hetzelfde als een histogram, maar dan met punten i.p.v. kolommen.
Metingen van centrale tendens
Bestaan uit het gemiddelde of een rekenkundig gemiddelde; de mediaan of het
middelste van de gerangschikte scores; en de modus, de meest voorkomende score.
Metingen van variabiliteit
Bestaan uit de variantie en de wortel daarvan, de standaard deviatie, die de voorkeur
hebben in psychologische testen. Deze indexen helpen de spreiding van de scores te
peilen.
De normaalverdeling
De verdeling van de test scores voor grote groepen van heterogene deelnemers volgt
vaak een normale verdeling, een symmetrische , wiskundig gedefinieerde,
klokvormige vorm. Psychologen hebben de voorkeur om om te gaan met normaal
verdeelde test scores, omdat statistische eigenschappen van de normaal verdeling
bekend zijn.
Scheefheid
Een scheve verdeling is een waarbij de scores zich ophopen aan het laagste eind
(positief scheef) of aan het hoogste eind (negatief scheef). Positieve scheefheid in
psychologische testen ontstaat meestal door te weinig makkelijke items, terwijl
negatieve scheefheid meestal ontstaat door te weinige moeilijke items.
Transformaties van ruwe scores
Percentielen en percentiel rangen
Een percentiel geeft het percentage van personen in het gestandaardiseerde sample
die onder een specifieke ruwe score scoorden. Percentielen variëren van 0 tot 100.
Het is belangrijk om een onderscheid te maken tussen een percentiel (een relatieve
meting) van het percentage correct (een absolute meting).
Standaardscores
Een standaardscore gebruikt de standaard deviatie van de totale verdeling van ruwe
scores. De standaardscore geeft de afstand van het gemiddelde in standaard
deviaties. Dit wordt ook wel de z- score genoemd.
T scores en andere gestandaardiseerde scores
Men kan ook de t- score gebruiken als gestandaardiseerde score met een gemiddelde
van 50 en een standaarddeviatie van 10.
Stanines, stens en de C- schaal
Stanine schaal
Een schaal waarin alle ruwe scores worden omgezet in een enkel- cijfer systeem
van scores variërend van 1 tot 9.
Sten schaal
Een 10- eenheid schaal met vijf eenheden boven en vijf eenheden onder het
gemiddelde.
C- schaal
Een variant van de stanine schaal met 11 eenheden.
Het selecteren van norm groepen
De meest gebruikte benadering om een normgroep te selecteren is door stratified
random sampling. Hierbij wordt de doelpopulatie wordt gestratificeerd of geclassificeerd
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Maxime12. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.74. You're not tied to anything after your purchase.