100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Spelling & Stijl - De belangrijkste informatie gebundeld $5.90
Add to cart

Summary

Samenvatting Spelling & Stijl - De belangrijkste informatie gebundeld

 0 purchase
  • Course
  • Institution

In dit document wordt alle stof voor het tentamen Spelling & Stijl van de opleiding HBO Journalistiek behandeld. De stof is toegankelijk beschreven en is geschikt voor de niveaus M1, M3 en M5. De theorie wordt behandeld: de belangrijkste spelling- en stijlregels worden beschreven. Ook is het docume...

[Show more]

Preview 5 out of 20  pages

  • December 12, 2022
  • 20
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Spelling & Stijl
De belangrijkste informatie gebundeld
2022 – 2023

,Inhoudsopgave


Spelling.................................................................................................................................................. 4
1.1 Werkwoordspelling........................................................................................................................ 4
1.1.1 Werkwoorden onvoltooid tegenwoordige tijd..........................................................................4
1.1.2 Gebiedende wijs..................................................................................................................... 5
1.1.3 Werkwoorden (onvoltooid) verleden tijd..................................................................................5
1.1.3.1 Zwakke werkwoorden verleden tijd..................................................................................5
1.1.3.2 Sterke werkwoorden verleden tijd....................................................................................5
1.1.4 Voltooid deelwoord................................................................................................................. 6
1.1.3.1 Bijvoeglijk naamwoord (bijvoeglijk gebruik van het voltooid deelwoord)..........................6
1.1.5 Engelse werkwoorden............................................................................................................ 6
1.2 Samenstellingen............................................................................................................................ 7
1.2.1 Koppelteken............................................................................................................................ 7
1.2.1.1 Bijzondere voorbepaling................................................................................................... 8
1.2.1.2 Bijzondere nabepaling...................................................................................................... 8
1.2.1.3 Hoofdletters en (aardrijkskundige)namen........................................................................8
1.2.1.5 Samenstellingen met Engelse woorden.........................................................................10
1.2.1.6 Samenstellingen met vreemde talen..............................................................................11
1.2.2 Samenstellingen met tussenletter -e.....................................................................................11
1.2.3 Samenstellingen met tussenletter -n.....................................................................................12
1.2.4 Samenstelling met tussenletter -s......................................................................................... 12
1.3 Meervoud en bezitsvormen: woordeinden, trema’s en apostroffen.............................................13
1.3.1 Het gebruik van apostroffen bij meervoudsvormen en bezitsvormen...................................13
1.3.2 Het gebruik van trema’s bij meervoudsvormen.....................................................................14
1.4 Vaak fout gespelde woorden....................................................................................................... 14
Stijl....................................................................................................................................................... 15
2.1 Formuleerfouten door dubbelgebruik: contaminatie, pleonasme, tautologie...............................15
2.1.1 Contaminatie – door elkaar gebruiken..................................................................................15
2.1.2 Pleonasme – eigenschap benoemen....................................................................................15
2.1.3 Tautologie – woorden met eenzelfde betekenis...................................................................15
2.2 Verwijsfouten: enkelvoud/meervoud, voegwoorden, voorzetsels, hen/hun/ze............................15
2.2.1 Congruentie.......................................................................................................................... 15
2.2.2 (Foutieve) verwijzingen......................................................................................................... 16
2.2.2.1 Hoe ga ik te werk bij verwijzingen?................................................................................17
2.2.3 Hen/hun/ze/zij....................................................................................................................... 18
2.2.4 Samentrekkingen.................................................................................................................. 18
2.2.5 Beknopte bijzinnen............................................................................................................... 19

, 2.2.5.1 Hoe ga ik te werk bij beknopte bijzinnen?......................................................................19
2.2.6 Voegwoorden....................................................................................................................... 19
2.2.7 Voorzetsels........................................................................................................................... 20

,Spelling
1.1 Werkwoordspelling

1.1.1 Werkwoorden onvoltooid tegenwoordige tijd
Er zijn een aantal basisregels voor het vervoegen van werkwoorden in de tegenwoordige tijd (die
praktisch altijd onvoltooid is: ik doe versus ik heb gedaan).

Wanneer een werkwoord in enkelvoud gebruikt wordt, is het op twee manieren toepasbaar: in de ik-
vorm wordt alleen de stam gebruikt, in alle overige gevallen stam + -t. In meervoudsvorm wordt in alle
gevallen het infinitief (hele werkwoord) opgeschreven.

Uitzondering: je en jij achter persoonsvorm én de gebiedende wijs (zie 1.1.2)
Als je of jij als onderwerp achter de persoonsvorm staat, schrijf je alleen de stam. Ook voor de
gebiedende wijs geldt: alleen de stam.

Jij loopt daar.
Loop jij daar?

Jij kiest uit wat wij gaan eten.
Kies jij uit wat wij gaan eten?

Leer toch eens hoe je dit doet.
Zorg dat dit morgenochtend af is.

Persoon Vervoeging
Ik Stam
Jij, je, u Stam + -t
Hij, zij, het Stam + -t
Wij Infinitief
Jullie Infinitief
Zij, ze Infinitief

Eindigt de stam op -d of -t? Bij twijfel biedt het infinitief de uitkomst. Wat je hoort, schrijf je ook.

De stam van starten is start.
De stam van smeden is smeed.

De schrijfwijze van werkwoorden in enkelvoud en meervoud is niet alleen van toepassing op
personen, maar ook op dieren of dingen (zelfstandig naamwoorden).

De voetbal ligt in de kast.
Het kuikentje zet aarzelend zijn eerste stapjes.

De dozen staan naast de trap.
De katten lopen door het gras.

Uitzondering: onregelmatige werkwoorden
De woorden hebben, kunnen, mogen, zullen, zijn en willen wijken in enkelvoud af van de standaard
werkwoordvervoegingen in tegenwoordige tijd. Dit heeft te maken met klankverschillen bij het
vervoegen.

Hebben – ik heb, jij hebt, het heeft, jullie hebben.
Kunnen – ik kan, jij kunt, het kan, jullie kunnen.
Mogen – ik mag, jij mag, het mag, jullie mogen.
Zullen – ik zal, jij zult, het zal, jullie zullen.
Zijn – ik ben, jij bent, het is, jullie zijn.
Willen – ik wil, jij wilt, het wil, jullie willen.

, 1.1.2 Gebiedende wijs
De gebiedende wijs wordt gevormd door de stam van het werkwoord. Wanneer er in gebiedende wijs
gesproken of geschreven wordt, begint de zin vaak met het werkwoord. Ook wel: de actie die gedaan
moet worden.

Word lid van onze vereniging.
Vind iemand die dit kan oplossen.
Doe wat ik zeg!
Ruim je kamer eens op.

Uitzondering: u-vorm en formeel gebruik
Wanneer er in de u-vorm geschreven wordt geldt in enkele gevallen een uitzondering. Bij formele en
oudere vormen van het Nederlands is stam + -t van toepassing. Lees zinnen die in de u-vorm
geschreven zijn goed door om slordigheidsfouten te voorkomen.

Speldt u haar dat lintje maar op, burgemeester.
Redt u zich daarmee, meneer?
Wendt u zich tot de docenten wanneer u vragen heeft.
Beantwoordt u eerst de vragen op de website.

Kleed u om voor u gaat zwemmen.
Wend u tot de directeur, als u een probleem vermoedt met deze maatregel.

1.1.3 Werkwoorden (onvoltooid) verleden tijd
1.1.3.1 Zwakke werkwoorden verleden tijd
Zwakke werkwoorden veranderen in de verleden tijd niet van klinker: de klank van het woord blijft
hetzelfde.

In enkelvoud worden de vormen stam + -de of stam + -te gebruikt. In meervoudsvorm wordt het
werkwoord geschreven als stam + -den of stam + -ten.

Het vliegtuig landde gisteren op Schiphol.
De vrouw stopte plots met haar bezigheden.

Vorige week belden wij het gemeentehuis om te melden dat onze container gestolen was.
Wij wachtten laatst ruim twintig minuten op de trein vanwege een seinstoring.

Twijfel je of het -te(n) of -de(n) moet zijn, dan bieden de medeklinkers van ‘t ex-kofschip de uitkomst.
Als de letter vóór -en in het hele werkwoord een t, x, k, f, s, ch, of p is, schrijf de stam + -te(n). Dit geldt
ook voor werkwoorden waarbij de stam eindigt op een sisklank (sj) en voor Engelse werkwoorden die
eindigen op een s-klank (zoals racen, met de stam race). In alle andere gevallen geldt stam + -de(n).

Hij relaxte een aantal uren in de sauna.
Wij lachten om de flauwe grap.
Toen de spits scoorde, juichten we fanatiek.
Ik squashte donderdag nog met hem.

1.1.3.2 Sterke werkwoorden verleden tijd
Er zijn in de verleden tijd twee vormen van sterke werkwoorden te onderscheiden, dit zijn de half-
onregelmatige vervoeging en de geheel onregelmatige vervoeging.

De half-onregelmatige vervoeging is van toepassing op twee soorten werkwoorden: woorden met en
woorden zonder klinkerverandering. Als er sprake is van klinkerverandering eindigt het voltooid
deelwoord van het half-onregelmatige werkwoord op -d. Wanneer er geen sprake is van
klinkerverandering eindigt het half-onregelmatige werkwoord op -te of -de. Het voltooid deelwoord
eindigt op -en.

Zeggen – ik zeg, ik zei, ik heb gezegd.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sarahpalstra. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64450 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$5.90
  • (0)
Add to cart
Added