100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Hoorcolleges circulatie en respiratie $6.41   Add to cart

Class notes

Hoorcolleges circulatie en respiratie

 7 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Alle hoorcolleges samengevat van CR. Uitgebreide samenvatting, veel wat in dit document staat komt terug op het tentamen!

Preview 4 out of 69  pages

  • December 12, 2022
  • 69
  • 2019/2020
  • Class notes
  • Nvt
  • All classes
avatar-seller
Hoorcolleges
Hoorcollege 1: Introductie
Hond: lekkende AV klep: tussen linker atrium en ventrikel.
Normaal: respiratoire aritmie. Bij deze hond: ritmisch, NIET normaal. Vergroot hart. Sympatisch
zenuwstelsel speelt een rol: respiratoire aritmie verdwijnt.

In het bijbehorende filmpje zie je 2 Cavalier King Charles spaniël honden. De ene is 6, de andere is 8
jaar oud. Alhoewel beide dieren in rust verkeren is er toch een duidelijk verschil tussen beide dieren.
Bekend is dat beide honden myxomateuze mitralisklep degeneratie hebben, maar alleen één ervan
heeft dientengevolge cardiaal longoedeem. De hond links in beeld noemen we hond 1 en de hond
rechts in beeld hond 2. Welk dier heeft volgens jullie longoedeem en waarom denken jullie dat?
Probeer duidelijk uit te leggen hoe de ademnood gekoppeld is aan het longoedeem. Het longoedeem
is in dit geval een gevolg van congestief linkerharthelft falen. Leg uit waarom een ernstige
mitralisklep insufficiëntie leidt tot een volume-overload van het linker ventrikel (LV) en geef aan met
welke (korte en lange termijn) compensatie mechanismen het hart probeert voldoende cardiac
output (C.O.) te leveren. Waarom leidt een te hoge veneuze vullingsdruk tot longoedeem? Als bij
beide dieren de pols wordt opgenomen (waar precies?) dan blijkt dat één van de twee honden een
zeer regelmatige, maar hoge hartslagfrequentie heeft. Dit is ook te zien in het filmpje aan de
regelmatige beweging van het hele lichaam. Als je goed kijkt kun je 2 verschillende bewegingen
onderscheiden op basis van hun verschillende frequentie. Bepaal de frequentie van de hartslag en
van de ademhaling. De andere hond heeft een sterk onregelmatige hartslag, maar met een
gemiddeld veel lagere hartfrequentie. Dit valt ook goed te zien in het ECG van beide dieren (niet
bijgeleverd). Uit het ECG van de hond met de onregelmatige hartslag valt op te maken dat de
wisselingen in hartslagfrequentie samen hangen met de ademhaling. Het zal inmiddels duidelijk zijn
dat de gezonde hond in rust een respiratoire sinus aritmie (RSA) heeft. Dit zou dus een fysiologische
aritmie moeten zijn. Wat zou je kunnen doen om met zekerheid te kunnen zeggen dat het een
fysiologisch respiratoire sinusaritmie betreft? Wat is er in de aansturing van de SA-knoop van pup 2
veranderd waardoor er geen RSA meer is? Als je bovenstaande informatie op een rijtje zet dan mag
duidelijk zijn dat het vaststellen van RSA van groot belang voor het klinisch onderzoek kan zijn, met
name bij de hond. Als er RSA is dan kan er (nog) geen sprake zijn van congestief linker hartfalen. Dat
wil niet zeggen dat bij het afwezig zijn van RSA automatisch sprake is van hartfalen! Leg dit uit.

Inademen: hartfrequentie omhoog, uitademen: omlaag.




Beademing corona patiënten

,Veel patiënten die op de IC worden binnengebracht zijn stil en lopen langzaam blauw aan. Ze moeten
via intubatie actief worden geventileerd. Stel dat beademing wordt uitgevoerd met drukken die
schommelen rondom de 775 mm Hg (barometrische druk is 760 mm Hg). De lucht wordt opgewarmd
tot lichaamstemperatuur en 100% verzadigd met waterdamp; is 50 mm Hg bij 37,5 graad Celsius.

a) Wat is de zuurstofdruk (dus in mm Hg) in de lucht die naar de patiënt toe wordt geleid?
Beschrijf en/of noteer je berekening.
0.21 xx 775 -5

Het percentage zuurstof in de uitgeademde lucht is 16%. De ademfrequentie is 12/minuut en het
teugvolume 500 ml.

b) Hoeveel zuurstof verbruikt deze fictieve patiënt?
21%, 16% eruit, verschil is 5%. Totaal is 6L/min x 5%
Stel dat het bovenstaande teugvolume wordt gehaald als de druk tijdens inspiratie 15 mm Hg
toeneemt.

c) Geef eerst een definitie, dus geen formule, van compliantie. Bereken de compliantie van
deze longen met behulp van een formule.

Het was je misschien al opgevallen dat er beademd wordt met drukken die boven de atmosferische
druk liggen (>760 mm Hg). Dit betekent dat er ook sprake is van een zogeheten positieve
eindexpiratoire druk (PEEP). PEEP wordt gebruikt om te voorkomen dat longblaasjes collaberen. De
werking van surfactant is vaak verminderd bij deze patiënten.

d) Leg uit waarom dit positieve effect van PEEP vooral van toepassing is op de kleinere
alveoli.
Voorkomen dat longblaasjes samenvallen: continu longen van buiten op spanning houden. De druk is
nog hoger dan de atmosferische druk.

Uit een analyse blijkt dat de alveolaire lucht een PAO2 heeft van 100 mm Hg en het arteriële bloed
een PaO2 van 60 mm Hg.
e) Wat betekent dit. Leg daarna uit waarom de artsen ervoor kiezen om het
zuurstofpercentage van de lucht die naar de patiënt gaat te verhogen naar 30% O2.
Vocht tussen longblaasjes en longcapillairen: slechte diffuse, bloed komt met een druk van slechts
60%. Oplossing: extra zuurstof toedienen.

Patente ductus arteriosus (PDA) bij de hond kent twee vormen: linksrechts shuntende en rechts-
links shuntende varianten.
A. Beschrijf de route van het bloed door te benoemen van alle macroscopische anatomische
structuren waar het shuntende bloed heen stroomt in beide gevallen. Bij rechts-links shuntende PDA
begin en eindig in het rechter ventrikel, en bij links-rechts shuntende PDA begin en eindig in het
linker ventrikel.

B. Welke ventrikel ervaart en welke type belasting bij een links-rechts shuntende PDA? En bij een
rechts-links shuntende PDA?
Volumebelasting LV.
Rechts-links: weerstandsverhoging in bv naar longen toe → pulmonale hypertensie. Dit is een
probleem voor het RV, moet veel harder gaan pompen om tegen de druk in te gaan. RV kan het niet
aan: drukbelastend voor RV.

,C. Welke hormoon wordt door de nieren overmatig geproduceerd bij honden met een linksrechts
shuntende PDA en welke bij een rechts-links shuntende PDA?
- linksrechts PDA: renine angiostenine blablabla
- rechtslinks PDA: EPO concentratie

D. Beschrijf de uiteindelijke effecten van de verhoogde hormoonconcentraties in beide gevallen.

E. Welke afwijkingen kunnen met algemeen lichamelijk onderzoek aan een symptomatische patiënt
waargenomen worden die door de verhoogde hormoonconcentraties worden veroorzaakt in beide
gevallen?

F. In welk(e) bloedvat(en) is de druk sterk verhoogd bij een symptomatische hond door een links-
rechts shuntende PDA? En bij een rechts-links shuntende PDA?

G. Wat is het meest effectieve geneesmiddel om de druk in dit vat/deze vaten te verlagen bij een
symptomatische hond hond met links-rechts shuntende PDA? En bij een rechts-links shuntende PDA?
Beschrijf kort de werkingsmechanisme.

Hoorcollege 2
Longen: ventilatie. Diffussie van O2 naar bloed, CO2 uit bloed en naar de longen. Hart pompt het
naar de weefsels: weer diffusie naar mitochondria. Veneuze bloed via
rechterharthelft naar longen, via linkerharthelft naar de rest van het
lichaam.
2 processen
1. Convectie= transport van lucht in luchtwegen, transport van
bloed in bloedbaan
2. Diffusie = in longblaasjes en weefeselcapillairen.

Transport van O2 en CO2 is een combinatie van convectie en diffusie
Convectie: verplaatsing van totaal complete lucht of bloed. Hier heb je
een drukverschil voor nodig. Bloed en lucht gaat niet stromen zonder
luchtverschil. Pompen creeëren drukverschil.
Diffusie: afhankelijk van concentratiegradiënt.




Longen in thorax. Longen door 2 pleura omgeven: pleura visceralis en
parietalis.
Buitenste = pleura parietalis, aan ribben vast.
Binnenste = pleura visceralis, m de organen heen.
Tussen 2 vliezen in zit de pleurale ruimte/pleurale holte. Hierin zit GEEN lucht maar vloeistof: pleura
plakken aan elkaar vast. Longen kunnen dus wel bewegen in thorax, maar er niet los van komen.

, Klaplong:
Intrapleurale druk is altijd subatmosferisch = negatief.
Druk negatief. Longen: elastisch weefsel, in russtand al uitgerekt, dus willen liever kleiner worden.
Oefenen inwaartse kracht uit op pleura visceralis.
Ribwand: wil verder naar buiten, oefent een uitwaartse kracht uit op pleura parietalis.
Dus pleura visceralis wil naar binnen, parietalis naar buiten → onderdruk.
Gaatje tussen ribben prikken: interpleurale ruimte vult zich met buitenlucht, longen laten los van
ribben en er ontstaat een klaplong.
PIP = intra pleurale druk, ALTIJD negatief. PIP meten: kan je niet in ruimte steken, krijg je een
klaplong. Ballonetje in oesopahgus stoppen, lijkt erg op druk van PIP.




Pneumothorax is lucht in de pleurale ruimte veroorzaken gedeeltelijke of gehele longcollaps




Welke kant heeft een pneumothorax?
L of R? → bij de L! longen zijn kleiner ribben verder naar buiten gegaan. Elastische longen worden
kleiner.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller carmenvanderwal. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.41. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75323 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.41
  • (0)
  Add to cart