Thema 1 Bedrijfsgezondheidsstatus
Gezondheid is evenwicht in het lichaam en het lichaam met zijn omgeving. Er is sprake van
homeostase, wat betekent dat het lichaam het vermogen heeft om de gezondheid te bewaken.
Ziekteoorzaak: verwekker of veroorzaker van een ziekte.
Ziekterisico: omstandigheid of kenmerk die de kans op ziekte vergroot.
Hygiëne: het voorkomen van ziekteoverdracht.
Indeling ziekten:
Besmettelijke veroorzakers:
- Bacteriën
- Virussen
- Parasieten: endo-/ecto- of parasitaire wormen/insecten/eencelligen
- Schimmels en gisten
- Prionenziekten (verkeerde eiwitten die de koe binnen kan krijgen, waardoor er andere
eiwitten in het lichaam van de koe veranderen).
Een bacterie is een eencellig micro-organisme zonder celkern (= prokaryoot). Het DNA van een
bacterie is ringvormig. Enkele soorten bacteriën zijn pathogeen en gevoelig voor antibiotica.
Een virus vermeerderd zich binnen een levende cel door de synthesestructuren van deze cel te
gebruiken.
Pathogeen: ziekteverwekker van biologische oorsprong.
Pathogeniteit: het vermogen van het virus om ziek te maken.
Werking antilichamen
- Onschadelijk maken: ziekteverwekker vb. gifstoffen of virussen (neutralisatie).
- Herkenbaar maken: bevorderen fagocytose (oponisatie).
,Afweer
Immuniteit betekent vrij zijn van. Je hebt twee soorten afweer, namelijk:
1. Aspecifieke afweer (aangeboren afweer)
De aspecifieke (aangeboren) afweer krijgt een kalf bij de geboorte mee van de moeder. De
aangeboren afweer werkt algemeen en niet tegen speciale ziekteverwekkers.
Eerstelijnsverdediging huid, slijmvliezen, neus, mond, ogen mechanisch
Tweedelijnsverdediging (passief verworven) witte bloedcellen humoraal en cellulair
= Pakt verschillende soorten ziekteverwekkers aan bij binnenkomst
2. Specifieke afweer (gekregen afweer)
De specifieke (gekregen) afweer is de afweer die een koe opbouwt door alle ziektes die het dier
zelf tegenkomt in zijn leven. Het lichaam maakt antistoffen als er een ziekteverwekker
binnenkomt, of na vaccinatie. Voor elke ziekte zijn er speciale antilichamen.
Derdelijnsverdediging (actief verworven) antistoffen, T- en B-cellen humoraal en cellulair
T-cellen: immuuncellen die proberen vreemde of beschadigde cellen in het lichaam op
te ruimen. Dat kunnen oude cellen zijn, of cellen die door virussen geïnfecteerd zijn
(cellulaire afweer)
B-cellen: maken antistoffen die koppelen aan de ziekteverwekker (humorale afweer)
Aspecifiek Specifiek
Wanneer begonnen? Aangeboren Verworven
Geheugen? Nee Ja
Snelheid? Snel langzaam
Mechanisch: afweer door aanpassingen aan de buitenkant van het lichaam (huid, slijmvliezen, ogen).
Humoraal: remmen zelf de pathogeen af, of activeren enzymen/cellen die het pathogeen opruimen.
Cellulair: cellen die werken voor het immuunsysteem, zoals witte bloedcellen.
De eerstelijnsverdediging kent koloniale resistentie. Koloniale resistentie zijn goede bacteriën die
koloniseren aan de oppervlakte en een barrière vormen tegen ziekteverwekkers.
Macrofagen zijn grote vreetcellen die, door middel van fagocytose, binnengedrongen virussen en
bacteriën in zich opnemen om ze buiten gevecht te stellen en vervolgens af te breken.
Infectie: een infectie is het binnendringen van een ziekteverwekker in het lichaam
Ontsteking: een ontsteking is een natuurlijke reactie van het lichaam op de infectie.
, Bij een ontsteking is er sprake van een lokale irritatie. De cellen zijn beschadigd, waardoor er
histamine of een andere signaalstof vrijkomt. Dit leidt tot vasodilatie of een verhoogde
permeabiliteit.
- Vasodilatie (bloedvatverwijding) De witte bloedcellen maken de ziekteverwekker
onschadelijk. Wanneer het bloedvat wijder wordt, kan er meer bloed naar de plek van de
ontsteking toe en kunnen er dus ook meer witte bloedcellen naartoe. Dit verklaart ook de
roodheid en de warmte, want bloed is rood en warm. Uiermint stimuleert de
bloedvatverwijding.
Vaso: bloedvat - Dilatie: verwijding
- Verhoogde permeabiliteit (doorlaatbaarheid). Het gaat hier om de doorlaatbaarheid van de
bloedvatwand. Op het moment dat de ontsteking plaatsvindt, moeten de witte bloedcellen
naar de ontsteking toe. Als de wand niet doorlaatbaar is, kan de witte bloedcel er niet uit.
Wanneer de wand beter doorlaatbaar is, kunnen de witte bloedcellen door de wand heen en
kunnen zij de ontsteking aanpakken. Dit verklaart de vlokjes in de melk, want de witte
bloedcellen gaan niet weer terug door de wand maar blijven in het uier achter. Samen met
de witte bloedcellen komt er ook vocht mee door de wand, waardoor er een zwelling
optreedt.
Antigeen: lichaamsvreemd (een virus, bacterie, stofmijt e.d. kan meerdere antigenen
bevatten).
Antistof: specifieke eiwitten binden aan antigenen en schakelen ze uit.
Incubatietijd: tijd tussen binnendringen pathogeen en optreden van de eerste
ziekteverschijnselen.
Melkziekte (hypocalcemie)
Een droge koe haalt calcium uit haar voeding, met een behoefte op ong. 16-18 gram / dag. Op een
gegeven moment gaat de koe biest aanmaken en wordt de calciumbehoefte groter naar ong. 32
gram / dag. Er ontstaat nu een calciumtekort en de schildklier komt in actie. De schildklier geeft het
hormoon PTH af. Dit hormoon zorgt voor de afgifte van vitamine D, wat ervoor zorgt dat het
calciumtekort wordt opgevuld door calcium uit de darmen te halen. Dit proces duurt 1,5 dag. Dit is
goed bij een gezonde koe. Dit tekort gebeurt eigenlijk erg vaak, maar wanneer het rantsoen in balans
is, kan het lichaam van de koe het zelf opvangen.
Heb jij een rantsoen dat net niet in balans is, of heb je de koeien op zwaar bemest grasland lopen,
dan bevat dit veel kali. Kali (zwaar bemest gras) zorgt voor een vertraging van de afgifte van PTH. Het
duurt al 1,5 dag en wanneer dit nog langer duurt, ligt de koe vaak plat. Wanneer dit te lang is en het
tekort voor de koe te groot wordt, komt de PTH nog meer in actie. Magnesium is belangrijk voor de
actieve afgifte van PTH. Hierom wordt in een droogstandsrantsoen vaak ook meer Mg gevoerd dan
Ca.
Als het tekort té lang duurt, zorgt PTH ervoor dat alle calcium opgenomen wordt uit de botten. De
koe is nu haar laatste voorraad aan het opmaken. Om dit weer aan te vullen, duurt erg lang. De koe
ligt nu plat, omdat de calciumvoorraad weg is. Calcium zorgt voor stevigheid van de skeletspieren
en de spieren rondom de organen verslappen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jorikevandoorn. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.51. You're not tied to anything after your purchase.