Leerdoelen
Hoofdstuk 1
Uitleggen hoe je kwaliteit kunt verklaren vanuit vijf standpunten en waar het accent ligt bij elk
standpunt
Het begrip kwaliteit wordt vanuit vijf standpunten belicht:
1. Productgericht: bezien vanuit het standpunt van de verkoper of leverancier gaat het om
objectieve eigenschappen van een product die gemeten en gewaardeerd kunnen worden.
2. Productiegericht: bezien vanuit het standpunt van de producent of dienstverlener gaat het
over voldoen aan eisen gesteld door de gebruiker. Dat betekent dat de eigenschappen van
een product of dienst meetbaar en relevant zijn, zodat een uitspraak gedaan kan worden
over die conformiteit.
3. Gebruikersgericht: bezien vanuit het gebruikersstandpunt. De eigenschappen van het
product of de dienst beantwoorden precies aan de behoeften en verwachtingen van
specifieke gebruikers. Klantgerichtheid is hier een onderdeel van.
4. Waardegericht: bezien vanuit een economisch standpunt gaat het om waardering voor een
product of dienst te verwerven. Daarbij is er sprake van subjectiviteit. Een unieke uitspraak
doen is niet mogelijk.
5. Transcedent: bezien vanuit een filosofisch standpunt zien we kwaliteit als een
ondefinieerbaar begrip.
Bepalen welke activiteiten er tot welke fase van kwaliteitssystemen en management behoren
Historisch gezien kunnen vier fasen in de ontwikkeling van kwaliteitsmanagement worden
onderscheiden:
1. Quality inspection: het waarborgen van de kwaliteit van de producten door een inspecteur.
2. Quality control: de productieprocessen staan centraal. Bij quality control voert de
kwaliteitsmanager een risicoanalyse uit en laat hij zien waar de knelpunten zitten.
3. Quality assurance: borging van kwaliteit door middel van kwaliteitssystemen staat centraal.
Het doel daarvan is zeker te stellen dat in alle fasen keuringsprocedures aanwezig zijn, die de
vereiste kwaliteit van producten garanderen. Een kwaliteitsmanager bepaalt op basis van
een risicoanalyse welke systemen ingevoerd moeten worden en adviseert de directie
daarover.
4. Quality management: geeft een verdere verbreding en verdieping van het vakgebied en richt
zich op de hele organisatie en het speelveld daar omheen. Klant en gebruiker komen
nadrukkelijk in beeld. De kwaliteitsmanager inventariseert de risico’s op organisatieniveau en
adviseert de directie over verbeteringen.
Bepalen tot welke fase van de Deming Circle (PDCA) activiteiten voor het behalen van doelstellingen
zich bevinden
Het systeemtechnisch perspectief wordt het beste geïllustreerd door de PDCA:
Plan: ontwerp plan met concrete en meetbare doelstellingen voor (verbeter)project.
Do: voer plan uit
Check: vergelijk resultaat met doelstellingen
Act: analyseer eventuele verschillen en voer aanpassingen uit.
,Bepalen op welk van de drie dimensies van kwaliteit het mis gaat wanneer er geen kwaliteit is
Het model van Kwaliteit in Drie Dimensies kent drie kwaliteitdimensies:
1. Technische (professionele) dimensie: heeft betrekking op kennis en vaardigheden in het
vakgebied.
2. Organisatorische (functioneel/doelmatig) dimensie: gaat over effectiviteit en efficiëntie.
3. Relationele dimensie: houdt zich bezig met interacties tussen mensen en afdelingen.
Het kenmerk van de goed functionerende organisatie en de goed functionerende professional is dat
de drie kwaliteitdimensies van hoog niveau zijn en met elkaar in balans zijn.
Geef een aantal definities van kwaliteit en verklaar waarom er zoveel definities zijn
Het feit dat er meerdere definities zijn komt doordat er op meerdere manieren naar kwaliteit
gekeken kan worden: wat we waarnemen is niet de kwaliteit zelf, maar de kwaliteit die aan onze
vraagstelling is onderworpen.
Noem de drie belangrijkste fasen in kwaliteitsmanagementontwikkeling en geef een korte
beschrijving van elke fase
1. Quality control: focus op (productie)processen; gebruik van statistische analyses.
2. Quality assurance: focus op (kwaliteit)systemen ; certificering verschaft zekerheid
3. Quality management: focus op organisatie en stakeholders; aandacht voor organisatiecultuur
en het verbeteren en innoveren leiden tot excellente organisaties die gewaardeerd worden
met kwaliteitsprijzen.
Wat zijn de kenmerkende objecten van de drie kwaliteitsscholen (Vinkenburg)
Empirische school: product en proces
Normatieve school: systeem en organisatie
Reflectieve school: mens en relatie
Beschrijf enkele kenmerken van elk van de drie kwaliteitsdimensies op zowel individueel als collectief
niveau
Professionele kwaliteitsdimensie
Individueel: vakmanschap, kennis en vaardigheden
Collectief: kennis van het vakgebied
Organisatorische kwaliteitsdimensie:
Individueel: zelforganisatie van het werk
Collectief: sturing van de organisatie op effectiviteit en efficiëntie
Relationele kwaliteitsdimensie:
Individueel: wijze waarop iemand acteert in contacten met anderen
Collectief: zingeving en eigenaarschap, kwaliteit van interacties tussen organisatieonderdelen
, Hoofdstuk 2
Vertellen hoe een organisatie een strategie kan vertalen naar de praktijk
Organisaties hebben bij het kiezen van een strategie de keuze uit drie waardedisciplines:
1. Kostenleiderschap: het leveren van producten/diensten tegen de laagste prijs.
2. Klantenleiderschap: de beste service voor de klant; de organisatie gaat een langdurige relatie
aan met de klant.
3. Productleiderschap: het beste product of de beste dienst door een innovatieve aanpak. In
deze organisatie is er veel ruimte om te experimenteren met nieuwe ideeën.
Uitleggen waarom het belangrijk is dat een kwaliteitsbeleid gekoppeld wordt aan een missie en visie
van de organisatie
Kwaliteitsmanagement en procesmanagement beginnen bij de visie en de missie van de organisatie.
Wat zou er immers anders bestuurd moeten worden? Welke beslissingen zijn goed, wat draagt bij
aan de effectiviteit en efficiëntie?
Missie (why?): waarom we als organisatie bestaan
Visie (how?): wat we willen zijn
hoe we de missie willen realiseren
waar we in geloven
Strategie: de acties die op de middellange termijn nodig zijn om de visie te realiseren
Doelstellingen: tastbare resultaten die een organisatie nastreeft om de missie, visie en strategie van
de organisatie te verwezenlijken. Doelstellingen kunnen worden uitgewerkt naar:
o Kritische succesfactoren: zaken waar een organisatie in kan of wil uitblinken
o Prestatie-indicatoren: meetbare grootheden die een verband hebben met de
succesfactoren
o Normen: de gewenste score op een prestatie-indicator
Een businessmodel geeft aan hoe organisaties hun missie, visie en strategie kunnen realiseren; zowel
intern als extern. In het model wordt duidelijk welke meerwaarde er voor de klant wordt geleverd,
op welke doelgroep de organisatie zich richt e.d. Het businessmodel beschrijft alle aspecten die
invloed hebben op het creëren van meerwaarde.
Het is de kunst van kwaliteitsmanagement om de verbinding te zoeken met de strategie en
organisatie en vervolgens de aansluiting te realiseren met de praktijk aan de basis van deze
organisatie. Kwaliteitsmanagement is niet alleen gericht op verbeteren, maar ook op beheersen.
Omschrijven wat een organisatiecultuur is
De effectiviteit van een organisatie wordt in belangrijke mate bepaald door de organisatiecultuur:
het geheel aan waarden, normen en drijfveren die de leden van de organisatie met elkaar delen of
proberen te delen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jorikevandoorn. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.