,Inhoudsopgave
Deel 1: fundamentele elementen van het economisch recht. ................... 2
Hoofdstuk 1: De bronnen van het economisch recht.................................................................... 2
Hoofdstuk 2: De ondernemingsrechtbank ........................................................................................ 4
Hoofdstuk 3: Het bewijs in ondernemingszaken............................................................................ 5
Deel 2: ondernemingsrecht .................................................................................. 8
Hoofdstuk 1: Vrijheid van ondernemen en algemene verplichtingen van de
onderneming ................................................................................................................................................. 8
hoofstuk 2: handelszaak en overeenkomsten ............................................................................... 14
Hoofdstuk 3: betalingsachterstand bij handelszaken ................................................................ 21
Hoofdstuk 4: marktpraktijken en Consumentenbescherming ............................................... 24
Hoofdstuk 5: Inleiding ➔ Eenmanszaak of vennootschap....................................................... 31
Hoofdstuk 5: vennootschap basisbegrippen en algemene bepalingen ............................... 33
Hoofdstuk 7: De onderneming in moeilijkheden ➔ De insolventiewetgeving .................. 0
Hoofdstuk 8: Het faillissement............................................................................................................... 4
Extra hoofdstuk: Consumentenkrediet ............................................................................................ 12
,DEEL 1: FUNDAMENTELE ELEMENTEN VAN HET
ECONOMISCH RECHT.
HOOFDSTUK 1: DE BRONNEN VAN HET ECONOMISCH RECHT
WETGEVING
Ondernemingsrecht is de nieuwe benaming van het vroegere handelsrecht en is tevens
te vinden in het wetboek van economisch recht. Handelsrecht was van toepassing op
mensen die “daden van koophandel” verrichten, namelijk de handelaars.
De wetgever wou echter dat het handelsrecht op ondernemingen valt, het
ondernemingsrecht is dus van toepassing op “al wie op duurzame wijze een
economische activiteit uitoefent, als zelfstandige”.
Dit heeft tot gevolg dat vb. Vrije beroepers (dokters, advocaten, architecten),
dienstverlenende intellectuele beroepers (boekhouders, makelaars, landmeters),
landbouwers natuurlijke personen en bestuurders van andere vennootschappen zijn
allemaal zelfstandigen, die dus beroep kunnen oefenen op het ondernemingsrecht.
Het ondernemingsrecht is een bijzonder recht, het geldt voor rechtspersonen en wijkt
dus af van de regels van het Burgerlijk recht.
VERSCHILLENDE ONDERDELEN VAN HET ONDERNEMINGSRECHT
o Financieel Recht ➔ Dit heeft alles te maken met kredieten, beleggingen en
andere financiële zaken die zich kunnen voordoen bij een onderneming en
dient ter bescherming.
o Boekhoudrecht ➔ Dit recht verplicht de ondernemingen om hun boekhouding
uit te voeren en jaarrekeningen uit te voeren, deze moeten dan openbaar
gemaakt worden zodat derden geïnformeerd worden over de financië le zaken
van de onderneming.
o Insolventierecht ➔ Als ondernemingen financieel in de problemen komen kan dit
recht van toepassing zijn, het dient voor een faillissement aan te kunnen vragen.
➔ Als het met een onderneming slecht gaat:
1. Kan de onderneming gered worden = Gerechtelijke reorganisatie
2. Kan de onderneming niet gered worden = Faillissement
Het ondernemingsrecht kan vaak van het Burgerlijk recht afwijken, zo moet er bij het
Burgerlijk recht vaak schriftelijk bewijs geleverd worden, bij ondernemingsrecht zijn
getuigenissen en vermoedens al voldoende.
Regels van het ondernemingsrecht hebben voorrang op de regels van het Burgerlijk
recht! ➔ Aangezien bijzondere wetgeving voorrang heeft op algemene wetgeving.
, EXTRA RECHT BIJ ONDERNEMINGSRECHT:
o Economisch recht en consumentenrecht Regelt de economische activiteiten
1. Marktrecht = Regels voor de verdeling van goederen en diensten
(Mededingingsrecht)
2. Consumentenbescherming = Bescherming van de consument (zwakkere
partij)
▪ Wet op marktpraktijken ➔ Onrechtmatige bedingen +
Verzakingsrecht
▪ Wet op de verkoop aan de consument ➔ Consument die goederen
aankoopt
de vier klassieke rechtsbronnen van economisch recht:
o De wetgeving ➔ Federale en nationale wetten (meeste regels economisch recht)
o De rechtspraak
o De rechtsleer
o De gewoonte
De Europese Unie is een ‘supranationale politieke instelling’, dit betekent dat de EU zelf
politieke organen en procedures heeft om wetgeving uit te vaardigen en zodanig dus ook
hun eigen wetten hebben.
EUROPESE WETGEVENDE INSTRUMENTEN:
1. Verordeningen ➔ Bevat een algemene en volledige reglementering die
rechtstreeks van toepassing is in alle lidstaten. De nationale wetgever hoeft dus
die Europese verordening niet om te zetten en is bindend zowel voor de lidstaten
als voor de burgers. Aparte wetgevende initiatieven van de lidstaten is hierdoor
niet toegestaan.
2. Richtlijnen ➔ Bevatten rechtsregels die door de nationale overheden van de
lidstaten verplicht moeten worden opgenomen en verwerkt in de eigen
wetgeving. Een richtlijn is dus bindend voor de lidstaten, maar niet rechtstreeks
van toepassing. Het bindt dus niet de burgers, het is bindend voor het doel dat
bereikt moet worden. Lidstaten mogen zelf bepalen hoe ze dit doen.
o Harmonisatierichtlijnen ➔ De inhoudelijke verschillen tussen de
wetgeving van de verschillende lidstaten geleidelijk wegwerken.
3. Besluiten ➔ Besluiten zijn ook bindend maar hebben een bijzonder karakter. Ze
gelden enkel op de uitdrukkelijk aangeduide bestemmeling, dat kan zowel een
staat als een onderneming zijn. Geen algemene draagwijdte en zijn enkel bindend
op wie dat besluit gericht is.
BEGRIPPEN
Rechtsleer ➔ Geheel van studies geschreven door rechtsgeleerden die te vinden zijn bij
tal van beroepen en wetteksten, ze zijn niet bindend maar de rechtspraak wordt er wel
door beïnvloed.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lauramylle1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.72. You're not tied to anything after your purchase.