PSYCHOLOGISCHE VRAAGSTUKKEN
BIOLOGISCHE BASIS VAN HET MENSELIJK GEDRAG
INLEIDING
Het biologisch denken in de hulpverlening is nog maar recent. Lange tijd heeft de hulpverlening zich
afgezet tegen de idee van de biologische bepaaldheid van het menselijk gedrag. Maar de
bevindingen van de biologie en de neurofysiologie en de invloed van biologische processen op het
gedrag van mensen kunnen niet meer genegeerd worden. Dit kan je merken door emoties die we
uitdrukken door lichamelijke kenmerken, bv. er ligt iets op mijn lever.
MENSBEELD EN UITGANGSPUNTEN
De mens is een biologisch wezen, zonder lichaam, lichaamsfuncties, gedrag, gedachten en emoties
bestaat een mens niet. Gedrag vindt zijn oorsprong in fysische, chemische en biologische processen
in het lichaam. Gedrag is te verklaren vanuit interne lichamelijke factoren en inzicht in de werking
van het lichaam. Het gedrag van mensen kan ook beïnvloed en veranderd worden door middel van
ingrijpen op biologische aspecten, bv. antidepressiva heeft een biologisch ingrijpen die een invloed
heeft op het gedrag van de mensen, op de gewaarwording. De structuur en het functioneren van de
hersenen spelen daarin een centrale rol. Het gedrag wordt vooral gestuurd vanuit onze hersenen, die
de informatieverwerking verzorgen.
NATURE – NURTURE
John Locke is aanhanger van het nurture. Volgens hen was de ontwikkeling van de persoonlijkheid
puur een kwestie van nurture of opvoeding. Het pasgeboren kind wordt als een onbeschreven blad
(=tabula rasa) geboren en laat zich vormen zoals de opvoeders dat willen.
Jean-Jacques Rousseau is aanhanger van de nature. Hij beweert dat de erfelijkheid de belangrijkste
invloed heeft op de persoonlijkheid. De ontwikkeling van het kind loopt volgens een innerlijke,
biologische tijdtafel. Als ouders speel je daarin geen rol.
De genetica = biologie is de nature kant en de omgeving is de nurture kant. Er zijn veel psychologen
die stellen dat maar 1 kant van invloed is, terwijl andere psychologen geloven dat nature en nurture
beiden invloed hebben maar niet in gelijke waarde.
à Zowel nature als nurture zijn de bron die ons bestaan onderbouwt. Van bij de conceptie heeft
elke mens een algemeen menselijk en een uniek individuele combinatie gekregen aan erfelijk
materiaal. Bij het verklaren en begrijpen van gedrag dienen we de erfelijke bagage in het algemeen
en van de individu in het bijzonder te kennen en er rekening mee houden.
Bv. er kan in het DNA een verslavings-gen gevonden worden, maar je kan ook door omstandigheden
een verslaving krijgen. Dit is niet altijd vastgelegd in de nature, kan ook voorkomen door nurture.
1
,PSYCHOLOGISCHE STOORNISSEN EN HUN (MOGELIJKE) BIOLOGISCHE BASIS
Momenteel bestaat de tendens om psychische aandoeningen of ziektes te bekijken vanuit het
multicausaal model. In dit model wordt ervan uitgegaan dat biologische, psychologische en sociale
factoren een rol spelen bij het ontstaan van psychische stoornissen. Meerdere stoornissen worden
hier dan ook onderzocht. Afhankelijk van de stoornis of de aandoening zal het aandeel van die
factoren ook verschillend zijn.
HERSENSTRUCTUUR: EEN ÈN-ÈN-VERHAAL
Lange tijd werd aangenomen dat de hersenstructuur met alles erop en eraan genetisch was bepaald.
Dit wil zeggen dat je een aangeboren, genetische constellatie (=aspect) had die zich in de loop van
het leven zou tonen. Maar midden de jaren 80 gaat men er van uit dat de hersenstructuur een
dubbel verhaal is. Het wordt zowel bepaald door de genetische invloeden als door de
omgevingsinvloeden of onze ervaringen. Bv. in Uganda krijgen de mensen veel minder kansen om te
leren schrijven dan in het Westen, daardoor zullen hun hersenen ook anders ontwikkelen dan hier.
à Onze genen in aanleg zijn voorbestemd voor hoe we ons op een bepaalde manier zullen
ontwikkelen en de interacties met de omgeving hebben een belangrijke impact op hoe de aanleg
zich zal uiten. De interacties organiseren de ontwikkeling van onze hersenen en vormen daarom de
persoon die wij worden.
HERSENONTWIKKELING EN STOORNISSEN
POSTTRAUMATISCHE STRESSSTOORNIS
Een trauma speelt een sleutelrol in hoe hersenen zich ontwikkelen. Het zorgt ervoor dat mensen zich
sterk aanpassen aan een negatieve omgeving, maar zich minder aanpassen aan positieve prikkels. Bv.
wanneer je van je fiets bent gevallen, zal je dit beter onthouden dan die keer dat je de Mont Ventoux
hebt beklommen zonder te vallen. Bv. een kind in een bedreigende, chaotische wereld zijn de
hersenen hyperalert voor gevaar. Als deze bedreigende situatie lang blijft duren, dan gaan de
kinderhersenen zich toe spitsen op de versterking van de overlevingsstrategieën en zullen de
noodzakelijke strategieën zoals sociale vaardigheden onvoldoende ontplooid worden.
Mensen die getraumatiseerd zijn, zitten vaak in hyperarousal. Dit is een vorm van affectregulatie
waarbij mensen voortdurend alert zijn, bij het minste schrikken, snel woedend of angstig reageren bij
bepaalde triggers.
Kinderen die zijn blootgesteld aan chronische traumatische stress en bij wie de angstrespons
overvloedig is, creëren herinneringen zodat angstrespons automatisch wordt. Met andere woorden,
ook al is de huidige omgeving waarin kinderen opgroeien veilig en voorspelbaar, dan nog winnen de
gecreëerde herinneringen (de door de negatief affect beladen triggers) het van de realiteit. Bv. een
8-jarige jongen werd extreem geagiteerd, ontroostbaar en hysterisch wanneer de begeleider
weigerde de hotdog in stukken te snijden voor hij die opat. Bleek dat de jongen seksueel misbruikt
was door zijn vader en andere mannen en dat voedsel zoals hotdogs, bananen en lolly’s een
angstrespons uitlokten in zijn hersenen.
2
, Voorspelbaarheid is van dreigend belang. Het zorgt ervoor dat we ons kunnen voorbereiden op het
gevaar dat op ons afkomt. Slachtoffers van onvoorstelbare lichamelijke of seksuele mishandeling
leren (bewust of onbewust) dat als de mishandeling plaats gaat vinden, het beter is om controle te
houden wanneer het gebeurt. Zij kunnen agressief en uitlokkend gedrag vertonen om een
voorspelbare reactie uit te lokken. Bv. een meisje dat herhaaldelijk seksueel misbruikt werd door
haar vader probeerde een mannelijke leraar te verleiden. Zij geloofde dat mannen altijd seks
probeerden te hebben met haar en wou dit zo onder controle houden over wanneer en met wie.
Een andere vorm van affectregulatie is hypo-arousal. Dit is dat mensen verstijven bij bepaalde
triggers of voor zich uit staren = dissociatie = bewegingsloos worden, meegaand zijn, verstijfd of
verdoofd, niet reageren, lijken alsof ze er niet zijn.
ONTWRICHTE HECHTINGSPATRONEN
WAT IS HECHTING
Hechting = emotionele relaties die wij hebben met andere mensen. De fundamenten van onze
ontwikkeling bestaat uit hechting.
De hechtingstheorie van John Bowlby was dat vroege hechting (0-3 jaar) een aangeboren
gedragsprogramma is bij mensen. Het systeem van hechtingsgedrag was ontstaan om het
waarschijnlijker te maken dat het kind beschermd zou worden en daardoor een grotere kans had op
overleven.
VEILIGE HECHTING
Een veilige hechting is de eerste prioriteit van de zuigeling om zich te hechten aan zijn primaire
verzorger. Dit hoeft niet de mama te zijn, enkel dezelfde persoon die telkens de zorg op hem neemt.
Dit proces vormt de eerste relatie die het fundament is voor toekomstige emotionele relaties en is
ook de basis voor andere vormen van leren. Het leren gebeurt het best wanneer we ons veilig, kalm
en beschermt voelen.
Een veilige hechting is ook wanneer ouders de signalen van hun kind goed opvangen, bv. een moeder
die haar kind troost en verzorgt als het huilt, ze heeft het signaal van het kind goed ontvangen en
reageert juist. Ouders die hun kind geven wat het nodig heeft, creëren daarmee een veilige basis van
waaruit het kind kan gaan ontdekken en een veilige haven waar het kind kan terugkomen als hij hulp
of steun nodig heeft.
ONTSTAAN VAN PROBLEMATISCHE GEHECHTHEID
Onveilige gehechtheid is het ontbreken van veiligheid. Veiligheid ontbreekt wanneer er sprake is van
fysieke of psychische mishandeling, seksueel misbruik en verwaarlozing.
Ook is continuïteit heel belangrijk. Voor het opbouwen van een veilige relatie heeft het kind
verzorgers nodig die er langdurig zijn en gericht zijn op het welzijn van het kind. Als er een ouder
wegvalt dan is er sprake van een verlies van de hechtingspersoon en dus een afgebroken
gehechtheidsrelatie. Maar dit leidt niet onmiddellijk tot een problematische hechting.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller inasegers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.53. You're not tied to anything after your purchase.