100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Onderwijssociologie (AY) $5.75   Add to cart

Summary

Samenvatting Onderwijssociologie (AY)

2 reviews
 209 views  10 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit is een samenvatting voor het vak onderwijssociologie (UVA). Ik heb hier zelf een 8,9 mee gehaald en hoop anderen hier nu mee te helpen! Samengevatte lesstof: College 1 – Inleiding & Grondleggers: Marx, Weber & Durkheim • Powerpoint presentatie • Inleiding: Laermans (pp. 13-19). ...

[Show more]

Preview 4 out of 38  pages

  • No
  • De onderdelen uit de studiehandleiding
  • December 12, 2022
  • 38
  • 2022/2023
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: juliadekloet • 1 year ago

review-writer-avatar

By: michaelcaf • 1 year ago

avatar-seller
College 1: Inleiding & Grondleggers: Marx, Weber &
Durkheim
Inleiding: Het sociologisch perspectief
Kwantitatief In cijfers uitdrukbare bevindingen of 'harde data' die bovendien gelden voor de
onderzoek onderzochte sociale groepering. Toetsen hypothesen/bevindingen

Kwalitatief Bestudeert sociale fenomenen 'in de diepte'. Explorerend karakter
onderzoek

Primaire Onderwijs bepalend voor de samenleving (hoger opgeleiden leven
institutie langer/gezonder dan laagopgeleiden, economische groei door betere educatie)

Secundaire Samenleving bepalend voor onderwijs (wat heeft de samenleving nodig,
institutie bijvoorbeeld ICT en burgerschap)

(Onderwijs)sociologie:
 Latijnse woord socius (metgezel/compagnon) en Griekse woord logos (rede/studie)
 Wetenschap van het sociale
 Niet alleen individuele mensen
 Sociale relaties tussen mensen/dingen/groepen/enz.
 Relatie= gelijkenis, verschil, macht, conflict, samenhang, onderschikking
 De studie van het menselijke sociale !even, van menselijke groepen en samenlevingen

Soorten sociologie
 Theoretische sociologie (zoals teksten van grondleggers, niet empirisch)
 Basisvragen sociologie:
1. Sociale orde: Hoe is een geordend samenleven mogelijk? (Orde en regelmaat
in samenleving, recht)
2. Hoe bepaalt de samenleving individuele levens? (Invloeden van anderen)
3. Hoe zien de basiscontouren van onze samenleving (en organisaties) eruit?
(Wat is nu en in de toekomst van belang, kenmerken samenleving)
4. Hoe komen we tot sociologische kennis? (onderzoek om eerste 3 vragen te
beantwoorden, methoden & technieken)
 Empirische sociologie
 Kwantitatief onderzoek
 Kwalitatief onderzoek
 Participerende observatie: Onderdeel van de groep die wordt geobserveerd,
meedoen
 Diepte-interview: Open gesprek met doorvragen

Sociologie VS sociale wetenschappen:
 Sociologie heeft minder met haar studieobject te maken, maar meer met specifieke vragen
die ze daarover stelt
 Deelt materieel object/feitelijk voorwerp, maar bekijkt op andere manier
 Eigen sociologische perspectief maakt uit --> scherp oog voor indirecte afhankelijkheid

,Sociologiebeoefening: (sociologische driehoek)
1. Theorievorming
2. Empirisch onderzoek
3. (Ondersteunen van) sociale sturing

Founding fathers (grondleggers):
 Marx
 Weber
 Durkheim


Karl Marx
Antropologisch Basisgedachte dat de materiele werkelijkheid zowel bron als resultaat van
materialisme menselijke arbeid is

Productiewijze Concrete manier waarop economische waarde of rijkdom wordt gecreëerd

Klassenstrijd De directe confrontatie tussen de bezittende en de niet-bezittende klasse
op basis van hun tegengestelde belangen

Commodificatie Vervanging van autonoom gemaakte dingen of zelf uitgeoefende
activiteiten door koopwaren (industrialisering). Water (wat gratis is)
verkopen in flesjes (kost geld)

Klassenpolarisatie Verdwijnen nog niet (niet-)bezittende klassen behorende sociale lagen

Sociale orde Synoniem is voor zowel klassenorde/klassenconflict

Karl Marx (1818-1883)
 Grondlegger: Communisme
 Productiemiddelen gemeenschappelijk bezit
 Geen klassenverhoudingen en zonder klassenstrijd
 Das Kapital
 Wat goed is voor de economie, is ook goed is voor het land: een op de arbeidsmarkt
afgestemd onderwijs
 Voor (onderwijs)sociologie: belang sociale klasse
 Veel volgers (zoals Bourdieu)
 Marxisme implicaties
 Onderwijs: weerspiegelt klassenongelijkheid (secundaire institutie)
 Onderwijsinhouden en structuren: in functie van productiewijze (primaire institutie)
 Legitimering verhoudingen (Bourdieu)
 Voorbereiding op productieproces (Bowles & Gintis)
 Willis: Klassenstrijd in het onderwijs

,Marx over klassen
 Mens = arbeid
 Antropologisch materialisme
 Werken om te overleven
 Mens kan zich onderscheiden van dieren door bewustzijn en keuzes kunnen maken
(bestaansmiddelen produceren)
 Met arbeid ingrijpen op de natuur en haar productief maken, scheppende materiële
activiteit
 Arbeid: scheppende activiteit
 Sommigen: toe-eigenen van (resultaten van) arbeid
 Kapitalisme: bezit van kapitaal: kapitalisten en proletariers(arbeiders)
 Klassen: Verschil bezitters en niet-bezitters productiemiddelen
 Bezitten productiemiddelen (bvb. bedrijven)
 Klassentegenstelling & klassenbelangen
 Kapitalist: wilt winst/meerwaarde (wat eigenaar verdient op werknemer)
 Minder loon: meer geld voor kapitalist

Klassentegenstelling
 Tegenstelling tussen bezitters en niet-bezitters van productiemiddelen
 Belangen van kapitalisten & arbeiders: tegengesteld
 Niet-bezitters afhankelijk van bezitters (structuurkenmerk van samenleving)
 Wie de klassen zijn is historisch afhankelijk van productiewijze
 Hangt af van maatschappij
 Getekend door economische uitbuiting
 Hoe meer concurrentie, hoe meer uitbuiting, hoe meer klassenstrijd (confrontatie)
 Sociaaleconomische machtsverhouding
 Middenklasse? (ambachtslui, kleine zelfstandigen, …) --> zullen verdwijnen (polarisatie)

Basiskenmerken moderne kapitalisme volgens Marx:
1. Maakt geld productief
 Geld --> Koopwaar --> Geld +
2. Commodificatie
 Steeds meer koopwaren/innovatie
 Zoeken naar dingen die verkocht kunnen worden
3. Klassenpolarisatie (klassenstrijd) door verpaupering en concentratie
 Kapitalisme is synoniem voor markteconomie, waarbinnen concurrentie heerst
(meervoudige sociale dynamiek)
 Vandaag geen klassenpolarisatie, want geen verpaupering, wel concentratie
 Verpaupering: Steeds meer armen. Nu niet het geval
 Concentratie: Steeds minder mensen rijk. Nu wel het geval

, Onderbouw: Infrastructuur
 Productiewijze (klassentegenstelling)
 Bepaalt rest van samenleving

Bovenbouw: Superstructuur
 Onderwijs, religie, justitie
 Onderbouw in stand houden
 Machtsongelijkheid goed praten



Max Weber
Sociologie Richt zich op het begrijpen (verstehen) van zin- of betekenisvolle sociale
handelen van individuele actoren en daaruit voortvloeiende sociale
betrekkingen

Methodologisch Bij het bestuderen van het sociale moeten de verklaringen op het niveau van
individualisme individuele, betekenis-geladen handelingen worden gevonden

Ideaaltype Selectief postuleren van een eenduidige betekenisgeving (beweegreden,
intentie, motivering) en haar uitvergroting tot het basismotief van een
handeling

Max Weber: (1864-1920)
 Interactionisme: Interactionistische visie op het sociale
 Sociologie niet als natuurwetenschap (sociale feiten), zoals Durkheim
 Maar begrijpend / interpreteren / verklaren
 Zin of betekenis van gedrag verklaren
 Geen sociocentrisme, maar nominalisme en actorcentrisme
 Sociocentrimse: Sociale centraal
 Nominalisme: Een optelsom van individuen. Namen, zoals samenleving is gewoon
een naam.
“Onderwijs” naam voor geheel van banden tussen leerlingen, leraren, …
 Actorcentrisme: De individu (en beweegredenen) staan centraal
 Begrijpen door typologieën (ideaaltypen)
 Individu maken de samenleving --> Tegenstelling Marx & Durkheim (samenleving maakt
individu)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller michelle0. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.75. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62890 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.75  10x  sold
  • (2)
  Add to cart