100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting boek; Wat is wetenschap? $7.06   Add to cart

Summary

Samenvatting boek; Wat is wetenschap?

 45 views  5 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van het boek 'Wat is wetenschap?' horend bij het vak filosofie en ethiek. In combinatie met de andere samenvatting heb ik een 8 gehaald.

Preview 4 out of 42  pages

  • Yes
  • December 13, 2022
  • 42
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Wat is wetenschap? – Samenvatting
Hoofdstuk 1: Wat is wetenschap?
Een introducti e

Common-sense visie: globaal idee bij het antwoord op de vraag: wat is wetenschap?. Onderzoek van
een wetenschapper leidt naar theorieën over de werkelijkheid die getoetst worden aan de hand van
feiten. Omdat feiten verkregen zijn door het volgen van een wetenschappelijke methode, neemt met
aan dat de wetenschap het bij het juiste eind heeft. Wetenschappers spreken met gezag.

Op de resultaten van wetenschappelijk onderzoek zouden geen externe invloeden werkzaam zijn 
wetenschap is autonoom, neutraal, onafhankelijk, maatschappelijk waarde vrij en niet normatief. Het
leidt hiermee tot systematisch testen van hypotheses en theorieën. Volgens hen kan dè
wetenschappelijke methode gebruikt worden om elk probleem op te lossen. Wetenschap is dan
uitsluitend zaak van interne processen en niet gestuurd door belangen van het individu.

Wetenschap is echter een grillig proces waarbij de methode niet een onfeilbare werkwijze
vertegenwoordigt maar een menselijk proces is met alles wat daarbij hoort.

Indeling wetenschappelijk artikel:
Samenvatting: beschrijft op welke vraag het artikel een antwoord geeft, welke methode daarvoor
gevolgd is en wat de conclusie is.
Inleiding: heldere omschrijving vraagstelling. Beschrijft de aanleiding tot keuze van vraagstelling en
de relevantie daarvan. Geeft stand van zaken in het veld van onderzoek. Ook expliciete beschrijving
van doelstelling.
Materiaal en methode: beschrijven van onderzoeksveld, onderzoekspopulatie,
onderzoekstechnieken, gebruikte instrumenten, opzetten experiment, laboratoriumapparatuur, etc.
er wordt hier ook ingegaan op welke wijze de gegevens statistisch zijn verwerkt.
Resultaten: nauwkeurige en duidelijke weergave van alle relevante positieve en negatieve
resultaten.
Discussie: resultaten worden geanalyseerd en geïnterpreteerd. Er wordt nagegaan of de vraagstelling
wordt beantwoord. De geschiktheid van materiaal en methode wordt ge-evalueert. Er wordt gekeken
naar de generaliseerbaarheid van het onderzoek. Resultaten worden vergeleken en verschillen
worden verklaard. En er kunnen suggesties voor vervolgonderzoek gedaan worden.
Conclusie: antwoord op vraagstelling bondig formuleren.
Referenties: aangehaalde onderzoeksresultaten.

Neodarwinistische synthese: samenkomen van evolutietheorie en erfelijkheidsleer (1930).

Al het onderzoek begon met het verzamelen, samenhangen, herkennen en ordenen. Hierbij kwam
later het experiment, waarna ook methoden om erfelijke eigenschappen te veranderen binnen
handbereik. In de hedendaagse biologie wordt geprobeerd om deze en andere fundamentele
processen te analyseren en te begrijpen.

Hippocrates: gezondheid is afhankelijk de juiste balans tussen lichaamssappen (bloed, slijm, zwarte
en gele gal). Waar de balans verloren gaat ontstaan klachten.

Onderzoek werd steeds beter na het opkomen van de anatomie. Hierna ontstond ook nog de
microscoop en moderne ziekenhuizen. Interactie tussen patiënt en student werd gestimuleerd. Later
kwam er ook onderzoek naar klinische epidemiologie om effectiviteit van behandeling aan te tonen
(evidece based medicine).

,De industrialisering zorgde ervoor dat er fondsen kwamen. Onderzoek vond meer plaats in speciale
onderzoeksinstellingen.

Scientistische-visie: behandelingen die niet wetenschappelijk onderbouwd zijn, zouden geen plaats
mogen hebben in de samenleving. Een scientist beweerd dat er alleen wetenschappelijke kennis is.
Alles is wetenschappelijk te onderzoeken, en wat wetenschappelijk niet vaststelbaar is kan niet
bestaan of is ongeldig.

Traditionele visie: er zijn vele vormen van kennis. Naast wetenschappelijke kennis bestaat er kennis
van goed en kwaad, van genade en schoonheid, van ethische en artistieke waarden, van mediatie en
religie en van de menselijke natuur die niet is afgeleid van wetenschappelijke resultaten, maar van
geschiedenis en literatuur en intieme omgang.

Wetenschappelijk onderzoek is aan het economiseren. De politiek heeft meer grip op de
universiteiten. Hierdoor ontstaan gevallen van fraude. Om dit terug te draaien worden gedragscodes
ontwikkelt waar wetenschappers zich aan moeten houden. In Nederland gaat dit over
zorgvuldigheid, betrouwbaarheid, controleerbaarheid, onpartijdigheid en onafhankelijkheid.

‘De wetenschappelijke gemeenschap’ (algemene normen van Robert K. Merton, 1942):
1. Communism: wetenschap is gemeenschappelijk bezit. Het wordt mogelijk gemaakt door
gemeenschapsgeld  resultaten moeten openbaar gemaakt worden. Wetenschappers
bouwen voort op het werk van hun voorgangers.
2. Universalism: wetenschappelijke uitspraken dienen onderworpen te worden aan
onpersoonlijke criteria (overeenstemming met observaties en reeds geaccepteerde kennis).
Beoordeling van resultaten moet onafhankelijk zijn. Het gaat om universele geldigheid en
objectiviteit. Selectie van wetenschappers geschied op grond van bekwaamheid.
3. Disinterestedness: de persoonlijkheid van de onderzoeker mag geen invloed hebben op de
resultaten van iemands onderzoek. Dit moet fraude en bedrog voorkomen. Wetenschappers
dienen hun werk te onderwerpen aan de kritische beoordeling van andere wetenschappers.
Ze moeten daarvoor laten zien hoe ze aan de resultaten gekomen zijn.
4. Organized scepticism: basishouding van wantrouwen tegenover wetenschappelijke
resultaten. Deze houding is vooral gesystematiseerd en geïnstitutionaliseerd op het punt
waar beslist wordt over de publicatie (peer review).

Hoofdstuk 2: De ontwikkeling van penicilline.
Over ontdekkingen in de wetenschap

De ontdekking van penicilline is toevallig. Fleming had onderzoek gedaan met ziekteverwekkende
bacteriën. De schaaltjes waren op zijn bureau blijven staan. Na zijn vakantie zag hij een lege vlek. Die
bacteriën waren doodgegaan door een stof die door schimmel uitgescheiden werd. De schimmel
behoorde tot het geslacht Penicilllium. Florey en Chain wisten hoe je penicilline zuiver en in grootte
hoeveelheden kon verkrijgen. Ze hielden het stabiel door de vriesdroog-techniek toe te passen.

Een andere toevalsfactor is dat er in Flemings schaaltje een bijzondere soort Penicillium voorkwam:
penicillium notatum (produceert hoge concentratie penicilline). Andere onderzoekers hadden het
effect namelijk al geconstateerd maar met een meer gangbare soort.

Toen Fleming zijn experiment ging herhalen, zette hij bacteriën uit en liet deze groeien tot kolonies,
waarna hij de schimmel toevoegde  er gebeurde niets. Door eerst de schimmel toe te voegen en
later de bacteriën konden deze niet groeien.

(1957) Penicilline doodt geen kolonies van volwassen bacteriën. Het verhindert de vorming van
nieuwe celwanden bij bacteriën die zich net in tweeën hebben gedeeld.

,Schimmels groeien alleen bij koude temperaturen, bacteriën bij warme. Waarschijnlijk was er al
schimmel in het schaaltje aanwezig, voordat Fleming het experiment startte. Doordat hij het
schaaltje op zijn bureau had laten staan, konden eerst de schimmels groeien en later de bacteriën.

Lysozyme zorgt ervoor dat celwanden van volwassen bacteriën afgebroken worden. Ook bij deze
vondst dacht Fleming aan het bestrijden van ziekte, maar dit ging niet omdat ziekmakende bacteriën
er niet op reageerden.

Doordat penicilline snel zijn werking verloor concludeerde Fleming dat het alleen voor oppervlakkige
ontstekingen gebruikt kon worden. Florey en Chain wilde hier verandering in brengen en gingen
verder onderzoeken. Een hogere dosis was effectief, massaproductie was nodig.

Ontdekking is dus niet één duidelijk aanwijsbare gebeurtenis, maar een proces. Er is vaak een groep
betrokken die een grotere of kleinere rol spelen in dat proces, en niet 1 persoon. Het lot van een
nieuwe vinding is ook afhankelijk van de markt.

Hoofdstuk 3: De evolutie van de mens.
Over wetenschap en waarden

Het onderzoek naar de Neanderthaler lijkt vanaf het begin gepaard te zijn met allerlei subjectieve en
normatieve opvattingen, opvattingen die volgens de common sense niet thuishoren in de
wetenschap.

Volgens Lombroso kun je criminelen onderscheiden op basis van objectieve kenmerken (uiterlijk).

Wetenschap is geen activiteit die per definitie losstaat van tijd, plaats en gewoonten van een
bepaalde samenleving of cultuur.

Ideaal van cultuurvrije wetenschap: wetenschap behoort tijdloze kennis te verwerven: kennis die
onafhankelijk is van wat in een bepaalde cultuur als acceptabel wordt gezien en altijd geldig zou zijn.

Washburne (strijd van mannenapen) formuleerde een theorie over de evolutie van de mens die
fundamenteel anders is dan die van Hrdy (sociobiologie, seksuele strategie). Die verschillen kunnen
voor een deel verklaard worden door enerzijds hun poging om het sociale systeem van vroege
mensachtigen te reconstrueren op basis van studies naar apen en mensapen en anderzijds het
verschil in uitgangspunt dat zij hanteerden. Doordat zij verschillende studies gebruikten werden zij
op andere ideeën gebracht. De rollen van mannen en vrouwen in de maatschappij waren voor beide
onderzoekers anders. Hrdy haar theorie kwam in de tijd van vrouwenemancipatie, die theorie van
Washburne uit een tijd van de jagende man. De formulering van wetenschappelijke kennis staat dus
niet los van de tijd waarin onderzoekers leven.

Fysico-theologie: natuur als bron van religieuze ervaring. De natuur werd proefondervindelijk
onderzocht met het vooropgezette doel bewijsmateriaal te vinden voor het bestaan van een wijze en
machtige God. Fysico-theologen oefenen invloed uit op de stand van zaken in de wetenschap, omdat
zij waarnemingen deden om hun geloofsovertuiging kracht bij te zetten en omdat hun overtuiging
dat de natuur ontworpen is regulerend werkt voor de keuze van problemen en de constructie van
acceptabele oplossingen. Geloofsopvattingen stimuleerden het stellen van een bepaald soort
vragen.
Methodologische naturalisme: verschijnselen moeten uitsluitend in termen van natuurlijke
processen worden verklaard, het is dan niet toegestaan om een intelligente ontwerper op te voeren
als verklaringsfactor.
Intelligent Design-beweging: uitspraken over een ontwerper zijn relevant voor de wetenschap. In

, het taalspel van wetenschap moet God als relevante factor worden beschouwd. Een argument is dat
sporen van een ontwerp door empirisch onderzoek zouden kunnen worden aangetoond. Het is
noodzakelijk om voor het verklaren van het ontstaan van het leven of de evolutie van de mens de
hypothese over een intelligente ontwerper te introduceren. Hier is sprake van een directe invloed
van religie op wetenschap.

Het vinden van een schedel leidt tot discussie over of het een nieuwe soort is, of dat het een
vervormde schedel van een al bestaande soort is. De verschillende interpretaties ontstaan doordat er
weinig feiten bekend zijn. Op grond van slechts een schedel zijn verschillende opties mogelijk. Hier
kunnen externe factoren gemakkelijk de overhand krijgen. Hier staan twee groepen wetenschappers
tegenover elkaar, hun betogen zijn beïnvloed door belangen die zij hebben. Deze belangen gaan
over prestige en status en geld.

Conclusie: wetenschappelijke onderzoek is tijdsgebonden en niet waardevrij.
- Niet autonoom: naast de wetenschappers bepalen politieke partijen, regeringen of
multinationals de richting van onderzoek.
- Niet neutraal: zelfs als alleen wetenschappers mogen bepalen welke vragen de moeite van
het onderzoeken waard zijn, is dat geen garantie dat wetenschappers zich niet zullen laten
beïnvloeden door bijv. religieuze of politieke overtuigingen.
- Afhankelijkheid: bij de acceptatie van wetenschappelijke kennis kunnen morele oordelen,
ideologische opvattingen of religieuze overtuigingen een rol spelen.
- Verantwoordelijkheid: gewelddadige toepassingen proberen te voorkomen en dat vanwege
hun eigen financiële belangen de verkoop van bepaalde medicijnen trachten te stimuleren.
- Normativiteit: het doen van normatieve uitspraken behoort tot hun taak. De ontkenning van
waardevrijheid in wetenschap.

Hoofdstuk 4: Een psychiatrische stoornis – Wat is dat?
Over defi niëren en operati onaliseren

Wanneer je iets onderzoekt is het belangrijk om te weten wat je onderzoekt. Dit is van belang voor
interpretatie van resultaten en voor het herhalen van het onderzoek. De uitkomst van één
experiment zegt niet zoveel, het moet repliceerbaar zijn.
Er is ook operationalisering van het begrip nodig: je reduceert een begrip tot een praktisch te
bepalen indicator zodat het mogelijk wordt om nauwkeurig en meetbaar onderzoek te doen.

In de psychiatrie is de DSM ontwikkeld om criteria voor psychiatrische stoornissen op te stellen.
Nadeel, de specifieke situatie van de patiënt zou bijv. onvoldoende tot uitdrukking kunnen worden
gebracht met de algemene criteria van de DSM. Er wordt ergens een grens getrokken tussen wat
(een kernsymptoom) van een psychiatrische stoornis is en wat niet. Voor onderzoek is het van belang
dat het object van onderzoek helder is.

Binnen de geneeskunde spreek je van een ziekte wanneer er een pathofysiologische verandering
bekend is voor de afwijking of klachten. Zolang er wel een bepaalde karakteristieke constellatie van
klachten, symptomen en verschijnselen is, maar de pathologische verandering niet bekend is, kan
met spreken van een syndroom, de oorzaak van het optreden van verschijnselen is dan
onopgehelderd.

Of bepaald gedrag als abnormaal of stoornis begrepen wordt, zou afhangen van iemands
persoonlijke waarden of beleving of van sociale conventies. Welke rol spelen waarden in de
psychiatrische diagnose, en lukt het om het psychiatrische ziektebegrip op een waardevrije manier te
definiëren?

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Marinda25. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.06. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.06  5x  sold
  • (0)
  Add to cart