Dit is een duidelijke samenvatting van het vak volkenrecht fiche 5. Het is samengevat per fiche en bevat zowel de theorie als de arresten. Het is zeker voldoende om een mooi cijfer mee te behalen.
D7: CONVENTION ON THE LAW OF THE SEA (ZIE OOK NOTITIES COLLEGE 5)
Als het gaat over water, dan geldt dit principe niet meer.
• Bijzonder regime voor volle zee (200 zeemijl van land): alle staten mogen hier in principe aan
visvangst doen.
• Technologie in volle ontwikkeling om mineralen te exploiteren van de oceaanbodem
• Bijzonder regime oceaanbodem (“the area”): betreft het gemeenschappelijk belang van de mensheid.
Hiervoor werd een internationale organisatie opgericht (“the authority”). Hiervan moet je een licentie
krijgen om te mogen. Momenteel nog geen economische fase, wel fase van exparatie (=
ontdekkingsfase: welke mineralen bevinden zich in de oceaanbodem).
• Een staat moet zich voor de exporatie borg stellen à pas dan kan je een licentie aanvragen. Je hebt
een staat nodig die aansprakelijk is wanneer er schade ontstaat. Het idee is wanneer in de toekomst
economisch gericht: helft opbrengst naar land, andere helft gaat naar een fonds beheerd door the
authority. Dit geld gaat dan naar ontwikkelingslanden. Ze doen dit omdat expartatie hoge technologie
verreist, waardoor ontwikkelingslanden geen onderzoek kunnen voeren. Vandaar een
solidariteitsprincipe.
• Dit principe functioneert nog niet, maar treedt in werking wanneer er exploitatie licenties worden
verleend. Dit zal ook gelden voor planeten.
• Gemeenschappelijk belang wordt soms ook gebruikt voor gebieden die zich bevinden binnen de
rechtsmacht van een staat.
D7 UNESCO WERELDERFGOED VERDRAG (ZIE OOK NOTITIES COLLEGE 5)
UNESCO: gespecialiseerde organisatie van de VN. Houdt zich bezig met onderwijs, cultuur,…
• Ze hebben een verdrag aangenomen over werelderfgoed
• Preambule: betreft het doel en voorwerp van het verdrag.
• Voorlaatste paragraaf: uitgangspunt is dat sommige delen van het erfgoed van zo’n groot belang zijn
voor de internationale gemeenschap dat ze worden beschouwd als belang van de gehele
gemeenschap
• Daaropvolgende paragraaf: gezien de feiten, het gevaar waarin het erfgoed verkeerd, dat er een
verantwoordelijkheid ligt op de landen om het erfgoed te beschermen
• Artikel 4: verantwoordelijkheid staat om het erfgoed dat zich bevindt op zijn grondgebied te
beschermen. U moet zoveel mogelijk beschikbare middelen gebruiken om dit erfgoed te beschermen.
Indien onvoldoende middelen, dan moet u gebruik maken van het aanbod van andere landen dat zit
vervat in dit verdrag.
• Artikel 6: wij respecteren de rechtsmacht van de staat, maar niettemin menen wij dat de bescherming
van het erfgoed in het belang is van de internationale gemeenschap.
• De beslissing over wat werelderfgoed kan zijn ligt bij de staat zelf. Probleem: staten kunnen erfgoed
van bv. minderheden verwaarlozen.
• De werelderfgoedcommissie vordert een oordeel over het voorgedragen erfgoed.
• De commissie kijkt toe hoe de staat dat werelderfgoed wordt beheerd. Er is dus een vorm van
controle, deze bestaat uit bezoeking.
• Bv. Concertgebouw in het historisch centrum van Brugge: bezorg over integriteit van historisch
stadscentrum. Er moesten dus maatregelen worden genomen.
• Sanctie: verlies statuut werelderfgoed
, • Gelijkaardig verdrag over culturele tradities
• Bv. Carnaval in Aalst spotten met Joden, de staat heeft ingegrepen om sanctie te vermijden.
Problemen:
a) Afhankelijk van andere staten
b) De financiële capaciteit om werelderfgoed te beschermen verschilt. Wanneer kan je beroep doen op
internationale bijstand? Wanneer heeft een land voldoende nationale middelen ingezet?
c) De sancties zijn beperkt. De intrekking van een statuut is lastig maar helpt het behoudt van het
erfgoed niet. Het is dus een beperkt drukkingsmiddel.
Burgeroorlog in Mali
Een van de leiders van een beweging is veroordeelt als individu voor een oorlogsmisdrijf. Humanitair recht (van
toepassing in oorlogstijden) geldt ook voor moedwillig vernietigen van erfgoed.
Elke staat heeft dezelfde bevoegdheid om recht te spreken en te handhaven. Alle staten zijn juridisch gelijk.
Hieruit volgt soevereine gelijkheid tussen staten. Uit dit uitgangspunt volgt immuniteit van staten voor de
nationale rechter. Een rechter van staat A kan dus niet veroordeelt worden door een rechter van staat B.
Daarom hebben we een IGH, waar de staten ook gelijk zijn. Hier heb je geen immuniteit nodig.
De nationale rechters kennen immuniteiten toe. Kunnen wij in sommige omstandigheden afwijken van dit
principe?
In sommige landen kijken naar een handeling die de staat heeft gesteld. Als het gaat om typische
overheidshandelingen, dan geldt immuniteit. MAAR als de handeling commercieel is zien we niet in waarom
een staat anders zou moeten worden behandeld.
NU GAAN WE OVER NAAR FICHE 5:
Arrest over het respecteren van de immuniteit van een staat
De overheid heeft rechtsmacht over de bevolking en het grondgebied. Ze mogen regels op dat grondgebied
uitvaardigen. Deze wetgeving en rechtspraak mag worden verzekerd door de staat (afgedwongen +
uitgevoerd).
De staat mag dit doen binnen de grenzen van de staat. Ook handhaving in principe binnen grondgebied.
A23: IGH: JURIDICTIONAL IMMUNITY OF THE STATE :DUITSLAND V. ITALIË
A23:
Immuniteit van een staat voor de rechtbanken van een andere staat.
Die immuniteit is gebaseerd op het uitgangpunt dat staten gelijk zijn = soevereine gelijkheid.
Als rechter van het ene land, bevoegd zou zijn om te oordelen over een ander land dan zou die rechter zich
boven het ander land stellen. Principe van de gelijkheid gaat daar tegen in. Brengt met zich mee dat geschillen
tussen staten, niet voor de nationale rechter, maar voor de internationale rechter moeten komen. Bv. in het
internationaal gerechtshof waar beide staten gelijk zijn en met gelijke wapens kunnen optreden. Dit arrest is
een zaag voor het IGH tussen Duitsland en Italië. Gaat terug naar een onverwerkt oorlogsverleden.
Onderscheid:
• Acta jure imperii: handelingen die alleen maar door een staat gesteld kunnen worden, omdat ze zeer
nauw verbonden zijn met de uitoefening van het overheidsgezag (bv. militaire inval door leger van een
staat) = absolute immuniteit
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annejacobs6. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.40. You're not tied to anything after your purchase.