Samenvatting H1 Research
Methods in psychology
Chapter 1
Empirisme: conclusies baseren op systematische observaties/zintuigelijke waarnemingen.
Empirisme: conclusies baseren op systematische observaties/zintuigelijke waarnemingen.
producer of research: iemand die onderzoek uitvoert en publiceert
Consumer of research: Iemand die onderzoek leest en gebruikt in zijn of haar werkveld.
Overeenkomsten producer en consumer:
- Aanhanger van empirisme
- Gebruiken beide onderzoeken van andere onderzoekers
Verschillen producer en consumer:
- Consumer doet geen onderzoek en kijkt met een kritisch oog en gebruikt dit in hun werkveld
- Producer produceert nieuw onderzoek.
Consumer of producer skills: nodig bij heleboel banen, niet alleen in onderzoeksveld.
How scientists work:
1. Gedragen zich als empiristen
2. Testen theorieën
Theorie: een aantal beweringen (proposities) die een relatie beschrijven tussen bepaalde begrippen
(concepten) (how and why/explain relationship)
Hypothese: de uitkomst die je krijgt als de theorie zou kloppen (if a, then b)
Theorie kan meer hypotheses toetsen
Een goede hypothese is falsificeerbaar
Hypotheses moeten opgesteld worden vóórdat je data verzameld. Anders kun je spreken van
post hoc explanations: het verklaren van een verschijnsel is makkelijker nadat het gebeurd is.
A priori voorspellingen maken het onderzoek geloofwaardiger.
Data: een set observaties. Als de observaties kloppen met de hypothese ondersteunen deze de theorie.
3. Volgen regels voor wetenschappelijk onderzoek met betrekking tot objectiviteit en oprechtheid.
Uitkomsten van een hypothese:
- Positief bewijs logisch onmogelijk
o Dat een hypothese waar is, betekent nog niet gelijk dat een theorie juist is. Je kunt niet
bewijzen dat een theorie waar is aan de hand van een kloppende hypothese.
- Negatief bewijs praktisch onmogelijk
o Het niet vinden van empirisch bewijs om te bewijzen dat een theorie waar is, kan ook
aan andere dingen liggen (slechte meettechniek, geen goede steekproef, etc). het
betekent nog niet gelijk dat de theorie niet waar is.
Kwaliteit van het bewijs van een onderzoek hangt af van:
- De hoeveelheid testen die is gedaan (repetitie)
4. Gebruiken empirisme in basis onderzoek en toegepast onderzoek
Basic research: onderzoek om een psychologisch proces beter te begrijpen. Het doel is om kennis te
vergroten. Het gaat hier NIET om het oplossen van een probleem of het toepassen van kennis. Vaak
fundamenteel voor toegepast onderzoek.
Applied research: onderzoek om een specifiek probleem op te lossen. Ze maken gebruik van een
wetenschappelijke methode om een oplossing te vinden.
, Translational research: een brug tussen basis onderzoek en toegepast onderzoek. Hoe pa je de basis
kennis toe in het toegepaste onderzoek.
5. Publiceren hun werk
Merton’s scientific norms:
1. Universalism: iedereen kan onderzoek uitvoeren. Onderzoek wordt beoordeeld op waarde en
niet door wie het is uitgevoerd.
2. Communality: wetenschappers moeten hun werk publiceren, zodat andere hiervan kunnen
profiteren en het onderzoek kunnen verifiëren.
3. Disinterestedness: wetenschappers moeten een neutrale kijk hebben op hun onderzoek en de
interpretatie niet laten beïnvloeden door hun eigen overtuigingen.
4. Organized skepticism: wetenschappers nemen niks aan, ze willen altijd bewijs zien.
De publicaties zijn ‘peer reviewed’.
Hoe belangrijk is het onderzoek?
Is het onderzoek competent uitgevoerd?
Zijn de uitkomsten betrouwbaar?
Het onderzoek moet zo uitgevoerd worden dat de bevindingen kunnen worden waargenomen,
gerepliceerd en zo geverifieerd kunnen worden. Dit is bewijs dat de bevindingen echt en observeerbaar
zijn en maakt de wetenschap zelfcorrigerend.
Pseudoscience: bevat bewijs dat lijkt op wetenschap, maar niet zo gezien mag worden, omdat het niet
voldoet aan de drie criteria van de wetenschappelijke benadering (systematisch empirisme, publieke
verificatie en oplosbare problemen).
Mozart effect: journalisten geven hun eigen draai aan wetenschappelijk onderzoek om het in een leuk
verhaal te veranderen voor de doorsnee burger en verdraaien hierbij cruciale details, waardoor het
onderzoek een andere uitkomst krijgt.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nagelmarit. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.58. You're not tied to anything after your purchase.