100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting leerdoelen & voorbereiding AFP leerjaar 1 periode 1 $8.17   Add to cart

Summary

Samenvatting leerdoelen & voorbereiding AFP leerjaar 1 periode 1

 8 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

heel AFP periode 1 , leerjaar 1 uitgewerkt met leerdoelen en lesvoorbereidingen

Preview 4 out of 38  pages

  • December 13, 2022
  • 38
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Normaalwaarden basisparameters
parameter Normaalwaarde
Reactiepatroon AVPU/EMV APVU score:
Alert: als iemand je aankijkt
Verbal: als iemand reageert op verbale stimulus
Unresponsive: als iemand niet reageert op
pijnprikkel

EMV:
Eyes
1. Gesloten
2. Openen bij pijnprikkel
3. Openen bij aanspreken
4. Spontaan openen
Movement
1. Geen reactie
2. Krampachtig strekken arm
3. Buigen arm
4. Afwerende reactie
5. Prikkel lokaliseren met andere hand
6. Eenvoudige opdracht uitvoeren
Verbal:
1. Geen antwoord
2. Onverstaanbaar gekreun
3. Verstaanbare woorden
4. Zinnen gebruiken maar wel verward
5. Goed georiënteerd persoon
Score 15: geheel bij bewustzijn
Lager dan 8: coma
Orientatievermogen Tijd, vraag, persoon vragen
Pupil reactie Pupil wordt kleiner bij lichtinval
pijnscore Geen/licht ( 0 -4) matig (5-7) hevig (8-10)
0 = geen pijn, normaalwaarde
ademfrequentie 12-14 per minuut bij gezond volwassen persoon
ademhalingspatroon regelmatig
ademgeruis Geen geluid bij ademhaling , let op bijgeluiden
saturatie 96-100 %
kleur Huidskleur (afwijkend: bleek, cyanose, icterus)
NIBP; MAP MAP: gemiddelde arteriële druk 50-60
Hartfrequenties, pulsaties 51-100 keer per minuut (gemid 70)
hartritme Regelmatig , meten met ECG
Halsvenen / CVD Niet voelbaar/ zichtbaar , niet opgezet
Capillaire refiltijd <1,5 seconde
diurese 0,5 ml/kg/uur (=30-50 ml/ uur) (1,5 liter per 24
uur)
huidturgor Als je plooi vastpakt hoort het in een keer terug
naar oorspronkelijke vorm te gaan
slijmvliezencontrole Niet opgezwollen
Acute gewichtsveranderingen Gekoppeld aan vochthuishouding / 2 % van je
lichaamsgewicht (meer dan 6 kg in de laatste 6
maanden is zorgwekkend)
kerntemperatuur Rond 37 graden Celcius
Peristaltiek / defecatiepatroon Passagesnelheid kinderen 6 tot 12 uur,
volwassenen 48 tot 72 uur defecatiepatroon is
ong 1x per dag


AFP les 2

,Kent de redeneerhulpmiddelen ABCDE, (M)EWS, SBAR en DENWIS.
ABCDE: behandel eerst de primaire problemen daarna de secundaire problemen
A: Hieronder vallen de handelingen die er zorg voor dragen dat de wervelkolom
geïmmobiliseerd wordt en dat de luchtweg van een slachtoffer openblijft. Letsels/stoornissen
die een open luchtweg kunnen bedreigen, zijn verslikking of aangezichtsletsels, maar ook
bijvoorbeeld zwelling door allergieën of inademing van (rook)gassen of (giftige) dampen
B: ademhaling
C: circulatie
D: bewustzijn
E: omgevingsfactoren


(M)EWS
Early warning system
Een scoresysteem voor het beoordelen van de gezondheidssituatie van de patiënt.


SBAR:
(Situation, Background, Assessment, Recommendation)
is een gemakkelijk te onthouden methode om adequaat en vlot te communiceren over de
situatie van een patiënt.


DENWIS:
DENWIS staat voor Dutch Early Nurse Worry Indicator Score, en moet verpleegkundigen
gaan ondersteunen bij het verwoorden van hun niet-pluisgevoel
AFP les 3


1. herkent de principes osmose, diffusie, filtratie en actief transport en weet waar
deze in het lichaam worden toegepast;
 Osmose: osmose is diffusie van water door een semi-permeabel membraan. Lage à
hoge concentratie. Vind plaats in je cellen.
 Diffusie: beweging van deeltjes van een hoge naar een lage concentratie.
Bijvoorbeeld uitwisseling zuurstof en koolzuurgas in je longen.
 Filtratie: scheidingsmethode (bijvoorbeeld in je nieren met afvalstoffen)
 Actieftransport: stoffen worden opgenomen vanuit een gebied met een lage
concentratie naar een gebied met een hoge concentratie van opgeloste stoffen.
2. legt de begrippen intracellulair, intercellulair en extracellulair uit;

,  Intracellulair: binnen in de cel
 Intercellulair: ruimte tussen de cellen
 Extracellulair: buiten de cellen van een organisme
3. beschrijft het transport van voedingsstoffen en afvalstoffen;
 Bloed vervoert voedings- en afvalstoffen, zuurstof en kooldioxide, hormonen en
andere stoffen naar alle delen van het lichaam. Via de aders en slagaders.
4. legt de begrippen colloïd osmotische druk en kristalloïd osmotische druk uit en
benoemt de functie hiervan;
 Colloïd osmotische druk: wordt bepaald door verschil in eiwitconcentratie binnen en
buiten de bloedbaan.
 Kristalloïd osmotische druk: wordt bepaald door een verschil in zout concentratie
binnen en buiten de cel.
5. interpreteert de veranderingen in filtratiedruk en colloïd osmotische druk bij
een patiënt;
 Meer eiwitten è hoge druk omdat eiwitten niet door membraan kunnen à hogere
filtratiedruk.
6. geeft uitleg over perifeer oedeem.
 Zwelling van de onderbenen of handen bijv als je heel lang in het vliegtuig zit kan het
vocht ophopen in je benen en zwellen je benen op.




Les 3 cellen


Orgaanstelsels

- Spijsverteringstelsel
- Huid
- Beenderstelsel
- Spierstelsel
- Zenuwstelsel
- Hormoonstelsel
- Cardiovasculaire stelsel
- Lymfestelsel
- Ademhalingsstelsel
- Urinaire stelsel
- Voortplantingsstelsel


Weefsels

- Spierweefsel
- Zenuwweefsel

, - Steunweefsel: bindweefsel , kraakbeen, bot, bloed en lymfe
- Epitheelweefsel




AFP les 4


1. benoemt de vier belangrijkste weefseltypen in het lichaam;
2. legt de functies, eigenschappen en uiterlijke kenmerken van deze
weefseltypen uit;
3. herkent deze weefseltypen in het lichaam.



4 belangrijkste weefseltypen

- Epitheelweefsel (dekweefsel) : het bedekt het lichaamsoppervlak. Een voorbeeld
hiervan is de huid. Epitheelweefsel bestaat voornamelijk uit cellen. De cellen liggen
heel dicht op elkaar waardoor het epitheelweefsel bijna ondoordringbaar is.




- Bindweefsel: bindweefsel komt het meeste voor in het lichaam. Het bestaat vooral uit
weinig cellen en veel matrix. Behalve vetweefsel dat bestaat juist uit veel cellen en
weinig matrix. Voorbeelden zijn kraakbeenweefsel, botweefsel maar ook bloed
behoort tot bindweefsel.




- Spierweefsel: bestaat uit cellen die zich samen kunnen trekken. Door het samen
trekken komt er warmte vrij. drie typen spierweefsel te onderscheiden: het
dwarsgestreept spierweefsel, het glad spierweefsel en het hartspierweefsel.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller floorvanelden. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.17. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75323 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.17
  • (0)
  Add to cart