Casus 5 Arjan
CGO
Verstandelijke beperking begripsbepaling
IQ van maximaal 75
Blijvende ontwikkelingsachterstand. Ten gevolge van een stoornis in het cognitief
functioneren (cognitief: informatie verwerken, geheugen, denken, taal)
Niet kunnen voldoen aan normen die horen bij de leeftijd wat betreft sociale
vaardigheden, verantwoordelijkheden, communicatie, onafhankelijkheid en
zelfredzaamheid.
Het optreden van deze beperkingen voor het 18e levensjaar.
Niet aangeboren hersenletsel
Na een ongeluk of na een hersenbloeding, iets waarbij weefselschade in de hersenen
optreedt, is niet iemand met een verstandelijke beperking
Iemand functioneert wel vaak als verstandelijk beperkt
Mogelijke oorzaken verstandelijke beperking
Afwijking in het genetisch materiaal
Problemen bij geboorte
Zuurstofgebrek
Hersenbloeding
Hartstilstand
Geelzucht
Stoornis tijdens de zwangerschap
Endogeen (vanuit moeder)
Stofwisselingsziekte
Zwangerschapsvergiftiging
Exogeen (vanuit buitenaf)
Alcohol
Ziekte
Tabak
Drugs
Ondervoeding
Straling
Na geboorte
Medicijnen
Ongevallen
Verwaarlozing
Hersenvliesontsteking
Stationaire aandoeningen
Aandoeningen die niet veranderen/verergeren (syndroom van down)
,Progressieve aandoeningen
Aandoeningen waar de verschijnselen erger worden. De schade aan de hersenen kan
toenemen.
Typering verstandelijke beperking
- Mensen met een verstandelijke beperking zullen zich net zo ontwikkelen als
anderen. Uiteindelijke niveau is wel lager.
- Drie niveaus
Zeer ernstige verstandelijke beperking
Het ontwikkelingsniveau ligt niet hoger dan van een kind van
ongeveer één jaar
Er is sprake van meervoudige beperkingen
Matig verstandelijke beperking
Ontwikkelingsleeftijd is te vergelijken met die van een drie- tot
vijfjarige.
Ze leren van ervaringen
Contact is meestal goed mogelijk, tenzij er sprake is van een
bijkomend contactstoornis of autisme
Het denken en de motoriek is te vergelijken met een peuter
Het denken blijft stereotiep en eenvoudig
Licht verstandelijke beperking
IQ tussen de 50 en 70 en tussen de 70 en 85
Zwakbegaafde vallen hier dus ook onder
In het uiterlijk is niets te zien. Het is vaak pas te zien op de
basisschool.
Ze hebben moeite met informatie verwerken, plannen, redeneren,
verbanden leggen, instructies begrijpen en abstract denken.
Er zijn 4 subgroepen
1. Grootste groep kent een vertraagde ontwikkeling. De meesten
draaien wel op een gegeven moment mee in de maatschappij.
2. Groep die langdurig of blijvend ondersteuning nodig hebben
3. Kleine groep jeugdigen krijgt problemen en dus hebben ze
besloten behandeling nodig (wonen, leren en behandeling)
4. Uit groep drie maar hangt ook samen met gezinsproblematiek
De mensen zijn kwetsbaar vanwege
Minder taligheid
Minder flexibiliteit
Minder sociale vaardigheid
Beperkte executieve functies
,Vaststellen van stoornissen bij erfelijke aandoeningen
Ouders kunnen terecht voor onderzoek en adviesgesprek. Er wordt gekeken of er
aanwijzingen zijn voor eventuele afwijkingen.
Uitstrijkje, vlokkentest en een vruchtwaterpunctie kunnen gedaan worden om te
kijken of het kind een aandoening heeft
IQ
Zeer ernstig verstandelijke handicap IQ <20/25
Ernstig verstandelijke handicap IQ 20/25 tot 35/40
Matig verstandelijke handicap IQ 35/40 tot 50/55
Licht verstandelijke handicap IQ 50/55 tot 70
Zwakbegaafd IQ 71 tot 85
Ethische reflectie
- Begint vaak met het gevoel dat er iets mis is. Dit kost tijd, want je moet er over
nadenken en het bespreken.
- Het eindigt ermee dat je met dit gevoel iets wilt doen
- Vereist kennis van zaken. Je moet medische en verpleegkundige kennis hebben
- Ethisch en moreel betekenen beiden: verbonden met denken en opvattingen over
goed en slecht
Wat een moreel probleem veroorzaakt
Onderbuikgevoel
Onenigheid met een zorgvrager of diens omgeving
Onenigheid met collega over een zorgvrager
Tweestrijd met jezelf
Kenmerken van een moreel probleem
Het is voor de betrokkene niet (langer) vanzelfsprekend wat juist is om te doen in
een bepaalde situatie
Daarbij zijn opvattingen over wat juist is (waarden en normen) in het geding
Typen morele problemen
Morele onzekerheid
Je weet niet wat het beste is in een bepaalde situaties
Moral distress (beklemming)
Je weet wat goed is om te doen maar dit is niet uitvoerbaar
Morele dilemma
Je hebt twee of meer keuzemogelijkheden aan de orde
Deze keuzemogelijkheid kunnen niet tegelijk worden gekozen
Iedere keuzemogelijkheid word door de direct betrokkenen als wenselijk of
verplichtend ervaren
Normen en waarden
, Normen gaat het om wat je moet doen of laten
Waarden typeren wat goed en wenselijk volgens jou is
In ethisch denken gaat de aandacht meer naar waarden dan naar normen
Kenmerken van morele waarden
De inhoud wordt gezien als goed en nastrevenswaardig.
Deelaspecten zijn
Het heeft min of meer het karakter van een ideaal
Het heeft altijd een positieve inhoud
Het vormt een maatstaf van waaruit handelingen als goed of slecht
beoordeeld worden.
Het gaat om abstract begrip
Waarde is meestal met één woord
Het verpleegproces
- Is procesmatig en methodisch werken
- Dat zegt ook wel een samenhangend geheel van handelen waarmee een gesteld doel
kan worden bereikt
- Kenmerkend voor een probleem-georiënteerde methodiek, die bij het
verpleegkundig handelen gebruikt wordt is:
Doelgerichtheid: er is duidelijkheid over wat men wil bereiken
Bewust handelen: weten wat je doet en met welke reden
Systematisch handelen: stap voor stap in een logische volgorde, richting het
gestelde doel
Procesmatig handelen: de volgende stap wordt pas gezet als de voorgaande
stap het gewenste effect heeft gehad
Stappen van verpleegproces
1. Anamnese: gegevens verzamelen (vanuit een holistische visie)
2. Diagnose: vaststellen van verpleegprobleem of patiëntprobleem
3. Doel: formuleren van de beoogde (zorg)resultaten
4. Interventie: vaststellen van de benodigde verpleegkundige acties
5. Uitvoering: uitvoering van de verpleegkundige acties
6. Evaluatie: uitkomst van situatie van zorgvragen vergelijken met beoogde resultaten
VTV
Persoonlijke verzorging
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ilonagloudemans. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.43. You're not tied to anything after your purchase.