COLLEGE 1 (2-2)
Internationale organisaties vs. Internationale regimes
Internationale organisaties Internationale regimes
- Beleidsterrein (mogelijk) - 1 beleidsterrein
overschrijdend
- Organisatie als actor - Regime is geen actor op zichzelf
- Bijvoorbeeld VN, EU - Bijvoorbeeld verdrag van Bazel
Intergouvernementele organisaties vs. non-gouvernementele organisaties
Intergouvernementele organisaties Non-gouvernementele organisaties
- Staten als leden - Niet statelijke leden als actoren
(soms combinatie van statelijk en
niet statelijk)
- Opgericht via een interstatelijke - Geen product van een interstatelijke
overeenkomst overeenkomst of van het besluit van
IGO.
- Organisatie kent een formele - Bijvoorbeeld Amnesty International
structuur voor implementatie en
handhaving van regels (alleen een
verdrag is niet genoeg volgens veel
auteurs, professor is het hier niet
mee eens, want dan zijn WTO en VN
geen organisaties meer)
- Bijvoorbeeld VN
Intergouvernementele organisaties
Onderscheid op basis van:
1. Lidmaatschap
▪ Universeel
▪ Gelimiteerd
1 Doelstelling
▪ Multipurpose
▪ Beperkt mandaat
1 Functie
▪ Programma organisatie
▪ Operationele organisatie
1 ‘kracht’ van besluiten
▪ Bindend
▪ Niet of beperkt bindend
Programma organisaties hebben bindende besluiten of niet.
Operationele organisaties hebben sterke implementatiebevoegdheden andere
niet.
1 Bundelen of delegeren van besluitvormingsbevoegdheden
▪ In strikt intergouvernementele organisaties worden bevoegdheden niet
gebundeld in de organisatie of gedelegeerd aan organen van deze
organisatie.
▪ In supranationale organisaties is er sprake van hiërarchische coördinatie
door gecentraliseerde besluitvormingsprocedures. (Bijvoorbeeld EU)
Voordelen van staten om deze bevoegdheden af te staan:
, o Je staat sterker bij onderhandelingen
o Economische voordelen als de interne markt samen wordt
gereguleerd.
o Invloed van binnenlandse lobby’s ondermijnen (‘dat heeft Europa
gedaan, kunnen wij niks aan doen’)
o Je spreekt met 1 stem in onderhandelingen
Rol van non-profit NGO’s:
o Verzamelen en delen van info (name it -> shame it)
o Beleid van staten en IGO’s helpen uitvoeren
o Samenbrengen van groepen en individuen in internationale
bijeenkomsten
Geschiedenis van internationale organisatie
Drie factoren die internationale organisatie bevorderen:
1. Internationale interdependentie (probleem-conditie)
Gevolgen van deze interdependentie:
▪ Meer interacties, meer kans op conflict: internationale arbitrage
▪ Regulering en standaarden (patenten, postunies)
▪ Soevereine staten als barrière voor internationale economische contacten
▪ Sociale problemen die met internationale interactie gepaard gaan
1 Staten realiseren zich dat samenwerking nodig is Staten realiseren zich dat
samenwerking nodig is (cognitieve-conditie)
2. Een hegemoniale staat is bereid een disproportioneel deel van de kosten te
dragen voor de oprichting van de organisatie (hegemonische-conditie )
COLLEGE 2 (4-2)
Theorieën
Volgens Pease: een bril die nadruk legt op verschillende actoren en anderen juist minder.
Realisme
Donkere bril. LIberalisten zien alles negatief en somber, pessimisten.
Vier kenmerken:
- Staten als centrale actoren
- Een staat is een unitair en rationele actor
Dit houdt in dat alle staten ongeveer hetzelfde zijn
Staten maken een kosten-baten analyse met alle mogelijke keuzes en uitkomsten erin
verwerkt en kiezen dan de optie die voor hen het beste is.
- Nadruk op conflictueuze aard van internationale betrekkingen
- Negatief beeld van de internationale samenwerking
'high politics' domineert
High politics is alles dat te maken heeft met de militairen en internationale betrekkingen.
Low politics zijn binnenlandse sociale/economische/culturere zaken
Het realisme gaat ervan uit dat:
- Elke staat zijn eigenbelang najaagt. Staten willen voortbestaan, overleven.
- Er een archistische wereld (geen wereldstaat) is.
Deze combinatie zorgt voor conflicten. Staten willen namelijk zo veel mogelijk macht
vergaren om te blijven voortbestaan, maar als de ene staat meer macht heeft, heeft een
andere juist minder. Dit heet het veiligheidsdilemma. Hierdoor zijn de internationale
betrekkingen conflictueus.
Hobbs is daarentegen van mening dat de mens van nature slecht is en dus voor
conflicten zorgt.
Uiteindelijk komt er een (of meerdere) grootmachten, een hegemon.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller S4572971. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.05. You're not tied to anything after your purchase.