Beschikbaarheid& transporteerbaarheid& Bewerkbaarheid
Relatief sterk-> relatief grote overspanningen ((goede verhouding sterkte&
gewicht))
Prijs ((heeft te maken met beschikb& transportbh))
Natuurlijk(tekening, kleur en textuur)& hernieuwbaar
=alleskunner: multi-inzetbaar: constructief& niet constructief ((n-c:
interieur))
Restwaarde na ‘sloop’ ((kan hergebruikt w ook als brandstof))
Te gebruiken als vol hout of afgeleide materialen. Er zijn 3 houtsoorten: loofhout/
naaldhout/ tropische hardhout de rest zijn afgeleide.
Duurzaam bosbeheer& certificering
1970:
o Beseffen er zijn grenzen aan onze consumptie
Duurzaamheidsbewegingen komen op gang
Eind 1980:
o Besef bescherming& behoud milieu gezamenlijk belang is
o Begonnen met Duurzaam bosgebruik in tropische bossen
2000:
o Verder Duurzaam bosbeheer voor alle bossen
Duurzaam?
o Ecologisch verantwoord ((respect voor milieu en ecologie))
o Respect voor soc-cul aspecten -> inheemse volkeren ((rechten en
werkomstandigheden& tradities v lokale gemeenschappen moeten
gevrijwaard w: sommigen leven in of van bossen))
o Economisch haalbaar ((eco aspect maakt deel uit van
duurzaamheid))
o =Integrale aanpak met meerdere facetten
Kenmerken/ certificaten
o FSC= Forest Stewardship Council
Certificering v bossen
Labelen v houtproducten
De 10 principes van FSC voor goed bosbeheer ((niet woord per woord
kennen gwn ong dia 13))
1. wetten, afspraken/ overeenkomsten& principes& criteria
respecteren
2. Gebruik& eigendom vastgelegd& rechtsgeldig
3. Rechten& gebruiksrechten v inheemse volkeren moeten erkend&
gerespecteerd w
4. handhaven/ verbeteren soc& eco welzijn v bosarbeiders& lokale
gemeenschappen
5. Bosproducten&- diensten efficiënt gebruikt, eco, ecol & soc
voordelen veiliggesteld
, 6. Ecologische functies& biodiversiteit beschermd
7. beheerplan doelen& middelen uiteengezet
8. Soc, eco& ecologische gevolgen activiteiten moeten gecontroleerd
9. natuurwaarde behouden& op hun waarde ingeschat w
10.Plantages aanvulling vormen, deze niet vervangen. ((alle bostypes
gekeken naar lokale situatie& noden v bevolking))
FSC& duurzaam bosbeheer z niet beperkt tot controle v bos
Controle v verschillende partijen betrokken in Chain of Custody=
handelstraject bos-zagerij-eindproduct
Beheersplan opstellen m regels, begeleiding& controle
o Uitgekiend wegennet
o Inventarisatie
o Scholing bosarbeiders
o Eerlijke verloning
o Veiligheidsmaatregelen& werkomstandigheden
o Rechten v belanghebbenden
o Bescherming v kwetsbare& unieke bosgebieden
Hout: houstructuur
Groei v boom
Boom is e op druk (eigengewicht)& buiging (wind) belaste kolom=
spanningen waaraan hout goed kan weestaan
Trek loodrecht op lengterichting (dwars op vezels) treedt zelden op in
natuur -> minder weerstand
Hout is anisotroop= eigenschappen z richtingsafhankelijk
Naaldhout (sofwood)= coniferous -> =conus -> kegeldragers
Overleven in bar klimaat& weinig vruchtbare grond
Vaak dunne rechte stam, kruin in kegelvorm, open takkenstructuur
Gaan zuinig om m water
o Kleverige naalden m klein manteloppervlak
o Afstoten v lager liggende takken
Loofhout (hardwood)= deciduous= de + cadere -> afvallen
Overleven in meer gematigde klimaten
Weelderige bolvormige kruin met veel bladeren
Dikkere minder rechte stam
Laten bladeren vallen in winterperiode (bescherming tegen overgewicht
sneeuw+ minder vochtverlies)
Kijk dia 23-26
Houtanatomie
Groei v d boom (wortels+ stam+ kruin):
, Sappen (water m voedingsstoffen& mineralen= anorganisch) w via
spinthout vanuit wortels naar boven gepompt (opwaartse sapstroom)
Groei v d boom:
In d bladeren w sappen m.b.v. zonne-energie& koolzuur omgezet in nuttige
voedingsstoffen (suikers), waarbij zuurstof vrijkomt= fotosynthese
Voedingsstoffen gaan via bast terug naar d wortels (neerwaartse
sapstroom)
Vallende bladeren en schors w door bacteriën terug omgezet in
anorganische materiaal
Dia 28
Boom groeit in hoogte (primaire groei)& dikte (secundaire groei) -> na tijd
verplaatst d sapstroom zich naar buiten toe (valt meer naar binnen toe stil)
-> “verkerning”
Kernhout (donkere kleur):
o vorming v looistoffen, harsen
o vaten w afgesloten (thyllen)
o vorming bederfwerende middelen
o verdikking celwand
Celwand= basis sterkte hout
microfybrillen= bouwblokken celwand-> natuurlijke polymeren:
cellulose: 40-50% (secondary and outer layer)
o semi kristallijne ketens v glucose= vezels
o (trek) sterkte celwand
o Gevoelig voor water& chemicaliën
Hemicellulose (middle layer): 25-40%(loofhout) 20-30% (naaldhout)
o Korter& sterker vertakt dan cellulose-> elasticiteit
Lignine( primary wall): 20-25%(loofhout) 30-40%(naaldhout)
o Complexe crosslink molecule
o Fungeren als cement-> duurzaamheid& mechanische (druk)sterkte
o Gevoelig voor zuren
Kijk dia 31-32
Houtanaomie- macroscopisch
1. Merg/ hart:
o Centrale zone, beperkt in omvang
o Restant v d jonge stengel
o Verhout niet -> blijft gevoelig voor schimmel
2. Kernhout:
o Cellen nemen niet meer deel aan leefproces
o Gevormd uit afstervend spinthout (verhouting is opgetreden)
o Uitsluitend mechanische functie
o Meestal donkerder v kleur door lignine
, 3. Spint (secundair xyleem):
o Levende cellen -> opgaande sapstroom (vocht& anorganische
bestanddelen)
o Bevat reservevoedsel
o Onderhevig aan aantasting ifv vocht& temp (bevat suikers)
4. Cambium:
o Mantel v teeltcellen voor diktegroei= aanwas spint (binnen) & bast
(buiten)
o 1cel dik+ 0,3mm
Schil:
5. Bast= levend gedeelte -> circulatie afgewerkte sappen met zetmeel naar
groeipunten& opslagzones (wortels)= neergaande sapstroom
6. Schors/ korst= afgestorven gedeelte bast (kurk) -> bescherming tegen
externe invloeden
Hout: houtstructuur: Groei v d boom
1. Merg: 1-jarige boom
2. Kernhout: mechanische sterkte v d boom (heartwood)
3. Spinthout: aanvoer v d sappen (sapwood)
4. Cambium: verantwoordelijk voor diktegroei, productie houtcellen
5. Bast: afvoer sappen
6. Schors: bescherming tegen klimaat& impact
Kijk dia 37
Groeiringen
Kernhout& spint omvatten jaarringen (laathout+ vroeghout)
Reden: houtcellen w niet altijd even snel aangemaakt in cambium
In najaar& winter stagneert de groei= laathout
o Smallere donkere laag (vooral ligine)
o Nauw cellen met dikke celwanden
In het voorjaar versnelt groei= vroeghout
o Bredere lichtere laag (vooral cellulose)
o Transport v ruwe sappen
o Grote cellen met dunne celwanden
Vroeghout of voorjaarhout
o Groeit snel: grote holtes voor sapaanvoer voor bladeren, open
structuur
Laathout of zomerhout of najaarhout
o Kleinere cellen met dikkere wanden
o Vroeghout is lichter v kleur dan laathout duidelijke opeenvolging v
ringen
Kijk dia 40-41
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller onerana. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.18. You're not tied to anything after your purchase.