,1 Inleiding
1.1 Onderzoek: Wat? Wie? Hoe?
Wat: Bij een onderzoek hangt er altijd een onderzoeksvraag aan vast: je gaat onderzoeken wat de
onderzoeksvraag stelt.
Hoe: Je gaat via dataverzameling proberen uw onderzoeksvraag op te lossen. Er zijn verschillende
onderzoeksmethoden (experiment, ongestructureerde waarneming, enquêtes, (diepte-) interviews…).
Welke methodes je zal gebruiken is afhankelijk van de onderzoeksvraag.
Wie: De deelnemers van jouw onderzoek of de onderzochten worden gesteld door een steekproef
(afhankelijk van welke onderzoeksmethode je zal gebruiken).
Gemak steekproef: je onderzoekt wie je kan bereiken
Enkelvoudige aselecte steekproef: je onderzoekt een random uitgepikte steekproef van de doelgroep
1.2 Primaire gegevensverzameling
Er zijn twee mogelijkheden om gegevens te verzamelen:
- Kwantitatief
- Kwalitatief
Via secondaire/ primaire data?
1.3 Wetenschappelijke studies in de media (filmpje)
1.3.1 Problemen met onderzoek
• Er wordt te weinig aan replicatie studies gedaan, waardoor het moeilijk is om aan fact checking
te doen. Onderzoekers zijn niet geïnteresseerd om iets te onderzoeken wat al onderzocht is.
o Replicatie studies zijn belangrijk wanneer je met een (beperkte) steekproef te werk gaat
of wanneer je met steekproeffouten zit (bijna altijd).
o Onderzoekers willen enkel onderzoek voeren wat gepubliceerd kan worden en zoeken
zo interessante onderwerpen.
• Te kleine steekproeven kunnen een verkeerde conclusie weergeven.
1.3.2 Problemen met onderzoek in de media
• Conclusies worden vaak gekoppeld aan causale verbanden, waardoor er een verkeerd beeld
gemaakt wordt. Ze gaan enkel het ‘aantrekkelijke’ voor de lezer/ kijker aankaarten, ook al houdt
het op den duur geen steek meer.
• De media vraagt aan onderzoekers om relaties te onderzoeken waarvan ze weten dat lezers/
kijkers dit graag zouden lezen/ horen. Het is niet omdat je een regressiemodel hebt met een
correlatie, dat er effectief causaliteit bewezen kan worden.
• De vereenvoudigingen die de media maken, respecteren niet het oorspronkelijk onderzoek. Men
maakt alles kort en bondig, waar alle termen vertaald worden in ‘niet-geleerde taal’, waardoor
het correcte en uitgebreide onderzoek wordt genegeerd.
• De lezers/ kijkers, zullen enkel lezen/ horen wat ze willen horen en wat ze interessant vinden.
• Grote bedrijven geven een som geld (sponsor) aan onderzoekers die iets voor hen willen
onderzoeken. Dit zorgt voor misleiding.
1.3.3 Voorbeeld Last Week Tonight ‘1 glas rode wijn = 1 uur sporten’
Er werd tijdens het onderzoek niets over rode wijn neergeschreven, enkel één component die toevallig te
vinden is in rode wijn kwam ter sprake. De conclusie klopt ook niet, want men zou 100 tot 1000 flessen
rode wijn per dag moeten drinken om één uur te hebben gesport.
2
,1.4 Het wetenschappelijk proces
1) Onderzoekers bestuderen iets
2) Dit wordt omgezet tot een wetenschappelijk tijdschrift/ artikel
3) Reviewers kijken dit onderzoek na op contributie, fouten, methodologie…
4) Het advies van de reviewers wordt door de onderzoekers opgenomen in hun artikel
5) Vervolgens kan dit artikel worden
a. Afgekeurd
b. Geaccepteerd
c. Herzien en opnieuw ingediend (dit kan meermaals gebeuren)
Niet alle wetenschappelijke tijdschriften zijn even strikt, waardoor het kan zijn dat het ene tijdschrift een
absurd artikel accepteert.
1.4.1 Voorbeeld: Journal of Accounting Research
Er wordt veel afgekeurd omdat ze een hoge lat leggen op wat
interessant en correct is.
Opmerkelijk: de kans dat je na ronde één niet meer aanvaard
wordt, wordt kleiner en kleiner.
1.4.2 Conclusie
• Niet elk tijdschrift heeft dezelfde standaarden
• Niet elk tijdschrift is wetenschappelijk
• Je moet dus weten welke tijdschriften het meest betrouwbaar zijn
o Aan de hand van: impactfactor/ ABS ranking…
1.5 Kwalitatief tijdschrift
1.5.1 Impactfactor
De impactfactor van een tijdschrift is een meting van het aantal referenties van een gemiddeld artikel in
dat tijdschrift over een bepaalde periode. De impactfactor geeft dus een indicatie van hoe vaak er naar
artikels in het tijdschrift verwezen wordt.
Dit gaat enkel om het tijdschrift (niet over het artikel).
Nadelen:
- Enkel binnen eigen vakgebied
o Snel evoluerende vakgebieden (vb nanotechnologie)
o Traag evoluerende vakgebieden (vb wiskunde)
- Niet 100%
1.5.2 ABS ranking
KU Leuven gebruikt dit.
Er wordt ingedeeld volgens classificatie van hoe kwaliteitvol de artikels zijn (4* en 4 = streng/ goed). Zo
heb je meer kans op kwalitatieve artikels.
Wanneer er geen ABS-indicator over een artikel bestaat, gebruik je deze best niet.
3
, 1.5.3 Citaties
Hoe vaak er geciteerd werd naar dat artikel (invloedrijk), dit is enkel een ruwe indicatie.
Nadelen:
• Laag aantal citaties: lagere contributie of lagere kwaliteit?
• Nieuwe artikels hebben een lager aantal citaten dan oude artikels
• Aantal citaties kan afhangen van het vakgebied.
1.6 Literatuur beoordelen
Via de CRAAP-methode (NL: ABAAD)
Currency/ Actualiteit
Vakgebied, wanneer werden de artikels geschreven
Relevance/ Belangrijkheid
Is de bron voor je opdracht/ onderzoeksvraag relevant?
Autoriteit
Anoniem? Reputatie? Link met inhoud artikel? Uitgever…
Accuraatheid
Spelfouten, bronnenlijst (geen is verdacht), beschrijving van de gegevens
Purpose/ Doel
Verborgen belangen?
Tips: Het helpt om eerst abstract te lezen (enkel inleiding) en zo te detecteren of het artikel past binnen
uw onderzoek.
1.7 Samenvattend
• Ultiem doel van het onderzoek = kennis vergroten en zaken onderzoeken dat we nog niet wisten
o Geïnformeerde beslissingen
o Wat veroorzaakt wat? (causale verbanden)
• Onderzoek is niet gemakkelijk
o Handelswetenschappen = sociale wetenschap (geen exacte wetenschap à vaker werken
met gemiddeldes in plaats van concrete cijfergegevens)
• Niet elk onderzoek is even goed
• Kritisch staan ten opzichte van onderzoek
o Kan je maar inschatten aan de hand van onderzoeksmethodes
o Gepubliceerd of niet?
o Waar?
o Media rapporteren vaak fouten over onderzoek
• Onderzoeksmethodes kunnen worden gebruikt voor andere zaken dan onderzoek
o Het is niet zo dat wanneer onderzoeksmethoden gebruikt worden, er effectief
onderzoek gedaan wordt
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller DieDhe. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.04. You're not tied to anything after your purchase.