100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting 'De logopedist/audioloog in het werkveld en de maatschappij': deel 'Sociologie' $8.62   Add to cart

Summary

Samenvatting 'De logopedist/audioloog in het werkveld en de maatschappij': deel 'Sociologie'

 9 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting van het onderdeel 'sociologie' behorend tot het vak 'de logopedist/audioloog in het werkveld en de maatschappij'. De samenvatting is gebasseerd op de slides, eigen notities en de syllabus. Gegeven door docent David van Bunder.

Preview 4 out of 35  pages

  • December 14, 2022
  • 35
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Sociologie
0. Introductie (openingscase)
“Waarom trouwen mensen met elkaar?”

 Partnerkeuze ≠ alleen bepaald door persoonlijke gevoelens:
o Regels & regelmatigheden in de samenleving
 vb. tot 2001 (NL) → ≠ huwelijk bij mensen van dezelfde sekse
 Jonge mensen hebben de neiging om een even oude partner te kiezen
 Neiging om te trouwen men partner van
 = etnische achtergrond
 vergelijkbare sociale achtergrond
 vergelijkbare opleidingsniveau
 = fysieke aantrekkelijkheid
o → sociale omgeving, samenleving, reguleert de keuzemogelijkheden in sterke mate
(sociologisch perspectief)
 Beslissingen in ons leven zijn ≠ eenvoudigweg het resultaat van “vrije wil”
 Vergelijkbaar met kledingkeuze bij veranderende seizoenen (je kiest wat je
draagt, maar aangepast aan het weer)

Hikikomori

 Jongeren die hun kamers niet meer uitkomen
o Ouders zetten eten voor de deur, nemen vuile bestek mee → ≠ contact met ouders
o Cultureel bepaald gedrag → komt enkel in bepaalde samenlevingen voor (Japan vb.) (=
cultureel niche)

Dhat

 Vooral mannen die een angst hebben om vitale levenskrachten te verliezen door spermaverlies
 Symptomen: lusteloosheid, neerslachtige gevoelens, schaamte- en schuldgevoelens, cognitieve
stoornissen, etc.

Schizofrenie

 Bestudeerd door psychologie & psychiatrie
 Groepsverschillen aangaande schizofrenie → subsamenlevingen in de samenleving waar het vaker
voorkomt:
 Stad vs. Platteland: diagnose komt vaker voor in de stad
 Migratie: vaker bij 1ste & 2de generatie migranten (vb. mensen die van Noorwegen naar de VS
verhuisden) → causaal effect weten we niet

Anorexia

 piek in de jaren ’80 & ’90
 verbanden & correlaties:
o vaker bij vrouwen (<5% v/d patiënten = mannelijk)
o gelinkt aan leeftijd: niet of zelden of 60 of 4 jaar, begint vaak bij de adolescentie (puberteit)
o sociale klasse: vaker bij vrouwen uit hogere middenklasse & lagere bovenklasse
o schoolresultaten: vaker bij vrouwen die goed presteren op school


1. Wat is sociologie?
 Sociologie: systematisch onderzoek van de menselijke samenleving

, o Grote samenleving (vb. Amerikaanse samenleving) & op kleinere schaal (vb. samenleven van
jongeren vs. van ouderen?)
o Kern v/d discipline = sociologisch perspectief: geheel eigen gezichtspunt

1.1 Het sociologisch perspectief
Sociologie: helpt ons om algemene patronen te ontdekken in het gedrag, gedachten & gevoelens van mensen

 Ieder individu = uniek
 Wijze waarop de samenleving het leven van mensen dir tot uiteenlopende categorieën behoren
inhoudelijk beïnvloed = verschilt (vrouw-man, rijk-arm, jong-oud)

Invloed maatschappij ≠ altijd duidelijk

 Soms denken we dat we vrij zijn in wat we doen → context = meer invloed op ons dan we denken
o Sommige opvatting = vanzelfsprekend → we staan er niet bij stil dat ze voorsproeien uit de
maatschappij (vb. opvattingen over een beroep of hoeveel kinderen men wil)
 → sociale patronen tekenen af! (EU vrouw = gem. 1,9 kinderen; Nigeriaanse vrouw:
7 kinderen)

Hoe meer afstand we kunnen nemen van onze gewoontes & we ons leven (terug) met nieuwsgierigheid
bekijken, hoe beter we overweg kunnen met het sociologisch perspectief

1.2 Het belang van een mondiale visie
Nieuwe informatietechnologie brengt wereld dichterbij elkaar → veel academische disciplines =
mondiaal/globaal perspectief

 Mondiaal perspectief: het bestuderen van de wereld in zijn geheel & de plaats die onze samenleving
daarin inneemt

Groot invloed Amerikaanse samenleving = labels psychische aandoeningen

 Vb. anorexia bestond eerst ≠ in China, nadien wel (werd anders ingevuld) → vandaag: Westerse vorm
neemt toe (bezig zijn met je lichaam, schrik om aan te komen, etc.)

Waarom is het mondiaal perspectief belangrijk?

 Verlengde vorm sociologisch perspectief: positie v/ onze samenleving in de wereld, beïnvloed alle
leden v/d samenleving

Indeling wereld a.d.h.v. economische ontwikkeling

 Hoge-inkomenslanden: hoogste algemene levensstandaard
o Leveren meeste goederen & diensten
o Bewoners bezitten merendeel v/d rijkdommen die de wereld biedt
o Welvarend
o Meeste inwoners hebben het goed omdat ze in een rijk deel v/d wereld zijn geboren
 Middeninkomenslanden: levensstandaard die we gemiddeld noemen (in vergelijking met de rest v/d
wereld)
o Oost-Europese, Latijns-Amerikaanse, sommige Afrikaanse & Aziatische landen
o Grote sociale ongelijkheid (zakelijke elite vs. sloppenwijken)
 Lage-inkomenslanden: lage levensstandaard, meeste inwoners zijn arm
o Meestal landen in Afrika & Azië
o Sommigen = extreem rijk
o Meesten leven onder erbarmelijke omstandigheden
o Weinig mogelijkheden om hun situatie te verbeteren

,Waarom vergelijken we rijke westerse landen met andere landen? 4 redenen:

 Leven dat we leiden = gevormd door land waarin we leven
o vb. gem. aantal kinderen
 Contact tussen samenlevingen = sterk toegenomen
o Sterk veranderd door informatietechnologie vb. onze muzieksmaak (hiphop v/d VS)
o Sociale problemen in arme landen = vaak gevolg van hun productie voor westerse landen (vb.
kledingindustrie)
 Veel sociale problemen in Westerse landen zijn elders veel ernstiger
o Vb. inkomstongelijkheid in Vlaanderen vs. VS of India
 Globaal denken helpt om meer inzicht te krijgen in onszelf
o Vb. waarom voelen we ons in de Westerse wereld zo eenzaam?

1.3 Het sociologisch perspectief in de praktijk
Het hanteren van een sociologisch perspectief is in vele gevallen zinvol.

1. Sociologie en overheidsbeleid

 Sociologie = belangrijke rol in het tot stand komen van de wetten en overheidsmaatregelen
o verminderen van de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen of wetten met betrekken tot
huwelijk...

2. Sociologie en persoonlijke groei

Het sociaal perspectief maakt ons actiever en zorgt ervoor dat we kritischer gaan denken.
4 positieve effecten sociologie:

 A.d.h.v. sociologisch perspectief = nagaan wat (niet) klopt in ‘alledaagse denken’.
o socioloog is dan ook een ‘mythenjager’ → doorprikt mythen
 Geeft ons een beter inzicht in de mogelijkheden en hindernissen in het dagelijks leven
 Geeft ons de mogelijkheid een actieve rol te spelen in de samenleving.
o effectiviteit als lid v/e samenleving neemt toe naarmate we beter begrijpen hoe de
samenleving functioneert.
 Helpt ons om te functioneren in een diverse wereld .
o In westerse wereld = klein deel wereld bevolking
o Mensen leven anders dan wij in sociaal opzicht in de rest v/d wereld
o Neiging om eigen manier van leven als ‘beste’, ‘juiste’ te beschouwen

3. Voordelen van sociologie voor de arbeidsmarkt

 de sociale, de verzorgende en medische beroepen & beleidsberoepen kunnen voordeel doen met
sociologie
o Bv. artsen, verpleegkundigen en paramedici → kennis over de patronen die gezondheid en
ziekte te zien onder de bevolking & hoe bepaalde factoren zoals etniciteit, sekse of sociale
achtergrond, de gezondheid van mensen kan beïnvloeden

1.4 Wanneer is sociologie ontstaan?
Ontstaan meeste exacte wetenschappen: 16e, 17eeeuw
Ontstaan menswetenschappen: 18e – 19e eeuw.
Waarom? Vooral
 ontstaan omdat de maatschappij er nood aan had.

, o Er waren maatschappelijke veranderingen: industrialisering, groei van steden door die
industrialisering, politieke veranderingen (meer belang van vrijheid & mensenrechten)
 Franse revolutie: revolutionairen wilden alles veranderen. Gevolgen?:
o Een nieuwe machtsgroep
o Vele sociale verandering
 Industrialisatie had ook een belangrijke invloed.
o Hiervoor: landbouw = norm
o Op eens: industrie: mensen verhuisden v/ platteland → stad
o Klassenverschil werd groter
 Demografische transitie
o Initieel geboorte- en sterftecijfer = gelijk
o Rond 1800: verandering → het sterftecijfer ↓ & geboortecijfer = bleef hoog

Auguste Comte (1798 – 1857): Introduceerde term ‘Sociologie’
 Probeerde ingrijpende politieke en sociale veranderingen inzichtelijk te maken door een nieuwe
synthese van menselijke kennis te maken
o Verving godsdienstige wereldbeeld

2. Sociologische theorieën & methoden
2.1 Sociologische theorieën
Overkoepelende theorieën en methoden die in de sociologie worden gebruikt om het samenleven op
verschillende niveaus te bestuderen.

 Theorieën ≠ bewezen; zijn aannames om resultaten verkregen uit onderzoek te interpreteren

Sociologie analyseert samenleven op 3 niveaus → mensen interageren met elkaar op 3 niveaus:

 Microniveau (kleinschalige interacties; overzichtelijk)
o Familie
o vrienden
 Mesoniveau
o Kantoor
o Universiteit
 Macroniveau (interactie via abstracte zaken (vb. wetten))
o Overheid
o Land → vb. wat is het effect v/d samenleving op jouw gedrag?

2.1.1 Structureel functionalisme
= alles is zoals het is omdat het goed is zoals het is
• Ziet samenleving als afhankelijke delen (instituten), die relatief stabiel gebaseerd zijn op
gedeelde consensus over wat moreel wenselijk is
• Elk onderdeel heeft een functie voor de werking van de samenleving als geheel (vergelijk
lichaam)
• Functioneel geheel:
– Kernbegrippen SF: sociale structuur, sociale functies en instituten
• Bv HOGENT, bedrijf, jeugdbeweging = sociale structuur
• Elke sociale structuur = functies
• Vb. HoGent: goed opgeleide beroepsbeoefenaars afleveren

• Merton:
– Manifeste functie
• Bv manifeste functie hogent: studenten omvormen tot goed opgeleide
beroepsbeoefenaars
• Bv. Manifeste functie psychiatrisch centrum: een psychiatrisch centrum bv wil de
zieken ‘genezen’

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lalaonbekend. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.62. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

76449 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.62
  • (0)
  Add to cart