Inhoud
Week 1..................................................................................................................................................... 2
College 1: Classificeren en classificatiesystemen ................................................................................ 2
College 2: Zindelijkheidsstoornissen & Slaapstoornissen ................................................................. 11
Week 2................................................................................................................................................... 28
College 3: ASS & hechtingsstoornissen ............................................................................................. 28
College 4: ADHD en ODD, CD, IED ..................................................................................................... 44
Week 3................................................................................................................................................... 58
College 5: Angststoornissen .............................................................................................................. 58
College 6: PTSS .................................................................................................................................. 67
Week 4................................................................................................................................................... 78
College 7: Obsessief-compulsieve stoornis & Ticsstoornissen .......................................................... 78
College 8: Eetstoornissen .................................................................................................................. 91
Week 5................................................................................................................................................. 100
College 9: Psychotische stoornissen................................................................................................ 100
College 10: Stemmingsstoornissen ................................................................................................. 111
Week 6................................................................................................................................................. 125
College 11: Verslavingsstoornissen ................................................................................................. 125
College 12: Persoonlijkheidsstoornissen ......................................................................................... 132
Week 7:................................................................................................................................................ 140
College 13: responsiecollege ........................................................................................................... 140
1
,Week 1
College 1: Classificeren en classificatiesystemen
Introductie:
- Ongeveer 10% van de kinderen heeft een psychologische stoornis..
- De prevalentie van psychische stoornissen is hoger tijdens de adolescentie dan de vroege- en
midden-kindertijd. (adolescentie is een periode in de ontwikkeling waar er nog heel veel
gebeurt. Ook heel veel hormonale veranderingen, maar ook enorme sprint in de
hersenontwikkeling. Hierdoor ontstaan er heel veel stoornissen in deze fase, aanleg kan dan
al aanwezig zijn geweest, maar ze zijn nog niet tot expressie gekomen. Adolescentie is een
fase waarin veel stoornissen ontstaan. Er zijn ook al wel stoornissen die eerder ontstaan.)
(prevalentie tijdens jonge kindertijd ongeveer 8% en tijdens adolescentie ongeveer 11%)
- Psychopathologie komt vaker bij jongens voor dan bij meisjes. (dit kan deels vertekening zijn
doordat sommige dingen zich bij meisjes anders uiten en het niet altijd gediagnostiseerd
wordt daardoor. Externaliserende stoornissen komen ook eer voor bij jongens dus dat kan
daardoor ook vertekenen, bij meisjes komen meer internaliserende stoornissen voor, dit valt
soms minder snel op. Er is meer genetische kwetsbaarheid bij jongens, dit is ook een
verklaring waarom het bij jongens meer voorkomt.)
Prevalentie:
Als de stoornis zoveel procent voorkomt dan noemen we deze:
Psychopathologie
Comorbiditeit: bepaalde stoornissen komen vaker gecombineerd met elkaar voor.
Het komt vaak voor dat iemand meer dan 1 stoornis heeft.
2
,Sommige dingen komen veel voor op een bepaalde leeftijd en zijn dus normaal. Hier hoeven we dan
niet iets mee te doen
Per stoornis verschilt het wanneer je deze gaat zien. Komen meestal rond een bepaalde leeftijd naar
boven. Kan zijn dat het zich pas rond een bepaalde leeftijd vaak ontwikkelt of dat het al eerder
aanwezig is, maar pas vanaf een bepaalde leeftijd zich gaat uiten. Als een stoornis zich vaak pas op
later leeftijd gaat uiten dan is het niet gebruikelijk dat het op jongere leeftijd geclassificeerd wordt, je
gaat eerst kijken naar andere mogelijke uitleggen.
- Vroege kindertijd: tot ongeveer 5/6 jaar
- Midden kindertijd: tussen 5/6 en 12 jaar
- Adolescentie: vanaf 12 jaar
(dit is allemaal geen harde grens, ongeveer rond deze leeftijden)
Je kan kijken naar psychopathologie die zich ontwikkelt gedurende de ontwikkeling. De symptomen
zijn niet op elke leeftijd hetzelfde, want dat gaat natuurlijk samen met allemaal andere
ontwikkelingen in een kind.
3
, Wanneer is er sprake van (ontwikkelings)psychopathologie?
- Klachten, op 1 of meerdere van de volgende vlakken: (hoeft niet per se door de persoon zelf
ervaren te worden, kan ook door het systeem)
o Lichamelijk functioneren, bijv. gebrek aan eetlust, vermoeidheid of buikpijn
o Gedrag, bijv. dwanghandelingen of opstandig gedrag
o Emoties, bijv. bedrukte stemming, overdreven uitgelaten stemming of angst
o Cognities(denken), bijv. dwanggedachten of negatieve gedachten over jezelf
o Relaties, bijv. moeite hebben met vriendschappen maken, moeite hebben met
inlevingsvermogen of veel ruzie maken
- Wanneer klachten…. (hoeven niet allemaal aanwezig te zijn, vaak zijn het er wel meer dan 1.
Maar aan iets hiervan voldoen is niet meteen een classificatie, soms is het nog niet ernstig
genoeg)
o Niet passen bij de leeftijd
o Niet/zeer moeilijk te corrigeren zijn
o Het algemeen functioneren ernstig nadelig beïnvloeden
o Het kind zelf en/of de omgeving doen lijden
o Uiteindelijk mogelijk de ontwikkeling doen stagneren
Stoornissen
- Of je bij bepaalde klachten van een stoornis gaat spreken is deels afhankelijk van de sociaal-
culturele context. Dat vergt dus dat je een afstand neemt van je eigen kijk op dingen.
- Bij sociale angst is dit duidelijk te zien: collectivistische/individualistische cultuur. Sociale
angst komt overal voor, maar de stoornis komt vaker voor in individualistische cultuur. Er
wordt dan van je verwacht dat je meer assertief bent en durft te profileren enzo, er is meer
een focus op individualistische prestaties. In collectivistische cultuur wordt verlegenheid juist
als een goede eigenschap gezien.
Classificatiesystemen
- Vroeger waren er geen classificatiesystemen. Er was dus niet een soort handboek voor
stoornissen, wanneer spreek je van een bepaalde stoornis.
- In plaats van een heel verhaal over wat er allemaal precies speelt bij een kind in details. Kan
je ook korte samenvatting doen, maar je kan het eigenlijk ook samenvatten door alleen de
classificatie te noteren. Dit zegt al heel veel over wat er aan de hand is.
- Een classificatie is niet op basis van maar een gesprekje, er moet wel goed onderzoek voor
worden gedaan.
- Dit zorgt er voor dat je ook efficiënter kan communiceren met collega’s, classificatie zorgt
ook voor eenduidigheid in de communicatie.
2 veelgebruikte systemen
- International Classification of Diseases
ICD (publicatie ICD-11:2018, effectief in 2022)
Georganiseerd door: WHO = World Health Organization (dus Europese wortels vooral)
- Diagnostic and Statistical Manual of the mental disorders
DSM (nu: DSM-5TR) (TR: tekst revisie, tekstuele aanpassingen doorgevoerd om het te
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Isabella2904. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.69. You're not tied to anything after your purchase.