Vraag 1
Lisa heeft een betrouwbaarheidstest gedaan via SPSS (Crohnbach’s alpha) en hierbij het
hokje aangevinkt waarbij de betrouwbaarheid wordt getoond als een bepaald item weggehaald
wordt. De betrouwbaarheid is .679. Item 1 ‘if deleted’ geeft een betrouwbaarheid van .600
aan. Heeft dit item een positieve invloed op de betrouwbaarheid?
A. Ja, het geeft aan dat de betrouwbaarheid daalt als dit item verwijderd wordt.
B. Nee, het geeft aan dat de betrouwbaarheid stijgt als dit item verwijderd wordt.
C. Ja, het geeft aan dat de betrouwbaarheid stijgt als dit item verwijderd wordt.
D. Nee, het geeft aan dat de betrouwbaarheid daalt als dit item verwijderd wordt.
Vraag 2
Lisa doet dezelfde test nog eens en ziet dat de betrouwbaarheid stijgt als item 3 verwijderd
wordt. Is het slim om dit item meteen te verwijderen?
A. Ja, de betrouwbaarheid van de test wordt dan hoger.
B. Ja, de test zegt dat dit item er niet tussen past dus is het beter deze te verwijderen.
C. Nee, je moet ook rekening houden met de validiteit van een test.
D. Nee, je mag nooit items verwijderen.
Vraag 3
Is een betrouwbaarheid van .679 genoeg voor wetenschappelijk onderzoek met een groep
participanten?
A. Ja, er is een minimale betrouwbaarheid nodig van .5
B. Nee, wetenschappelijk onderzoek stelt hele hoge eisen en wil minimaal een
betrouwbaarheid van .9
C. Ja, zolang de betrouwbaarheid boven de 0 is, is het genoeg voor wetenschappelijk
onderzoek.
D. Nee, er is een minimale betrouwbaarheid nodig van .7
Lara de Jong
,Vraag 4
Zie hieronder een dataset.
Hoeveel factoren zou je aannemen als je alleen maar kijkt naar de eigenwaardes?
A. 1
B. 3
C. 4
D. 7
Vraag 5
Als je kijkt naar de dataset gegeven in vraag 4, hoeveel factoren zou je aannemen als je kijkt
naar de verklaarde variantie?
A. 1 of 2
B. 2 of 3
C. 4 of 5
D. 7 of 8
Lara de Jong
, Vraag 6
Hieronder zie je een scree plot. Hoeveel factoren zou je aannemen als je kijkt naar deze plot?
A. 1 of 3
B. 2
C. 4
D. 7
Vraag 7
Wat geeft een pattern matrix weer?
A. Deze laat de covariantie zien van twee items.
B. Deze laat de correlatie zien tussen de items en de factor na rotatie.
C. Deze laat de factorlading en de overlap van elk item zien.
D. Deze laat de unieke bijdrage van de factor in het verklaren van de variantie in het item
zien.
Vraag 8
Wat is het verschil tussen validiteit en betrouwbaarheid?
A. Betrouwbaarheid laat de correlatie zien tussen items. Validiteit laat de covariantie zien van
items.
B. Validiteit laat de correlatie zien tussen items. Betrouwbaarheid laat de covariantie zien van
items.
C. Betrouwbaarheid is de consistentie en herhaling van je metingen. Validiteit is dat je meet
wat je wil meten.
D. Validiteit is de consistentie en herhaling van je metingen. Betrouwbaarheid is dat je meet
wat je wil meten.
Lara de Jong
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller laradejong3. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.37. You're not tied to anything after your purchase.