Samenvatting hoorcolleges 1 t/m 7 van Sociaal economisch beleid: theorie en instituties (SEBTI).
Bestuurskunde EBM jaar 2
Tentamen: .
Er zijn afbeeldingen toegevoegd, begrippen en grafiekjes zijn uitgelegd. Belangrijke begrippen zijn dikgedrukt.
Onderwerpen die aan bod komen in deze samen...
Bestuurskunde/ Economie, Bestuur En Management
Sociaaleconomisch Beleid: Theorie en Instituties
All documents for this subject (5)
5
reviews
By: tjeerdrutgersandkuyl • 11 months ago
By: majamilanovic • 10 months ago
By: fjanssen • 1 year ago
By: louloutruijen • 11 months ago
By: thijslegel • 1 year ago
Seller
Follow
study24
Reviews received
Content preview
Samenvatting hoorcolleges 1 t/m 7 van Sociaal economisch beleid: theorie en instituties
(SEBTI)
Bestuurskunde EBM jaar 2
Tentamen: 20-12-2023
Onderwerpen:
Week 1: arbeidsvraag en arbeidsaanbod
Week 2: loonbelasting
Week 3: minimumloon en vakbonden
Week 4: migratie
Week 5: ontslagbescherming en zelfstandig ondernemerschap
Week 6: werkloosheidsuitkeringen en actief arbeidsmarktbeleid
Week 7: pensioenen
Week 1: arbeidsvraag en arbeidsaanbod
Krappe arbeidsmarkt: de vraag naar arbeid > aanbod arbeid.
• Veel openstaande vacatures
• Weinig werkloosheid
Status op de arbeidsmarkt
1. Werkend (L)
- Betaald werk
2. Werkloos (U)
- Geen betaald werk
- Wil werken
- Op zoek naar werk
3. Niet-actief (O)
- Niet werkend en niet werkloos
,- Ex: vrijwillig werklozen, arbeidsongeschikten, studenten, huisvrouw, miljonairs en
gehandicapten.
Alle drie de statussen bij elkaar wordt de potentiele beroepsbevolking genoemd.
Indicatoren
• Beroepsbevolking (LF): L + U
• Werkenden en werklozen
• Potentiële beroepsbevolking (N): L+U+O
• Beroepsgeschikte bevolking (beroepsbevolking) en arbeidsongeschikten
• Werkloosheidspercentage: u = U/LF
• Percentage werklozen uit de beroepsbevolking
• Werkgelegenheidspercentage: e = L/N (ook wel netto arbeidsparticipatie)
• Employment rate (werkgelegenheidsratio)
• Iedereen die werkt als percentage van de potentiele beroepsbevolking.
o Voordeel t.o.v. bruto arbeidsparticipatie: je ziet direct hoeveel mensen van de
beroepsgeschikten ook echt werken.
• Participatiegraad: p = LF/N (ook wel bruto arbeidsparticipatie)
• Geeft aan wat de verhouding is tussen de beroepsbevolking en de potentiele
beroepsbevolking.
• Hoeveel procent van de mensen die geschikt zijn om te werken ook daadwerkelijk
bereid zijn om iets te doen.
o Lage participatiegraad: veel inactieven
De werkgelegenheidsratio in Nederland is hoger bij mannen dan bij vrouwen. De
werkgelegenheidsratio bij vrouwen is echter wel gestegen in 2012 vergeleken met 1987. De
totale werkgelegenheidsratio van Nederland is enorm gestegen (van 58% naar 75%). Dit komt
doordat er steeds minder huisvrouwen zijn.
,L=werkenden
U=werklozen
O=niet-actieven
e = p (1-u)
Verschillen tussen Nederlandse en internationale definities
• Nederlandse definitie: iemand die minder dan 12 uur per week werkt en op zoek is naar
meer werk heeft de status werkloos.
• Internationale definitie: iemand die 1 uur per week werkt is niet werkloos.
• Met ingang van februari 2015 gebruikt het CBS de internationale definitie als
hoofdindicator.
➔ Door deze berekeningen ligt de werkloosheid vaak hoger dan in het buitenland.
Nieuwe definitie 2022
• Betaalde stages en bijbaantjes tellen mee als betaald werk.
• Vragenlijst persoonsgebonden
• Beschikbaar voor werk: ‘binnen twee weken’
• Meer werkenden, en meer werklozen.
Hoe kunnen we de variatie in arbeidsmarktuitkomsten verklaren?
1. Vraag naar en aanbod van arbeid
2. Arbeidsmarktinstituties en sociaaleconomisch beleid
-> arbeidsmarktinstituties hebben invloed op de vraag en aanbod van arbeid.
Voorbeelden vragen waar variatie in onderzocht kan worden:
• Hoe komt het dat de arbeidsparticipatie in Nederland veel hoger dan het zuiden van
Europa?
, • Waarom zijn huisvrouwen meer gaan werken de afgelopen 30 jaar?
Verklaringen hiervoor:
1. Veranderingen in vraag en aanbod waarbij een nieuw evenwicht is ontstaan.
2. Hoogte van de WW-uitkering is in Nederland bijvoorbeeld lager dan in het zuiden van
Europa.
Werkgeverssurplus: het driehoekje boven het evenwichtsloon.
Werkenmerssurplus: het driehoekje onder het evenwichtsloon.
Totale welvaart: de hele driehoek
Dit is alleen het geval bij volledige concurrentie, dan is de welvaart maximaal.
Vraag naar arbeid
In het productieproces maken bedrijven gebruik van arbeid en kapitaal
• De vraag naar arbeid is een afgeleide vraag (het is namelijk afgeleid naar de vraag van het
product) die afhangt van:
- De productiviteit van arbeid
- De prijs van het eindproduct
, Dus: is het voordelig om het product te maken of niet en is het voordelig om voor dat
product arbeid in te huren of niet.
Dit hangt af van: hoeveel krijg je voor het product? (de prijs van het product) En: hoeveel
kost arbeid? (hoe duur is het om het product te maken).
Hoe bepalen bedrijven hoeveel arbeid zij inzetten?
• MO= marginaal geldelijk grensproduct (marginal revenue product; MRP)
o Hoeveel extra opbrengsten krijg je als je 1 extra hoeveelheid arbeid inzet (1uur
extra arbeid zet het bedrijf dus in).
o MRP=MC
• In een arbeidsmarkt met volledige concurrentie: MK = loon
• De MRP-curve is de vraaglijn: MRC is gelijk aan loon. Daarom liggen alle combinaties
van loon en arbeid (dit verband is de vraag) op de MRP-curve.
• Horizontaal optellen van de vraagcurven van individuele bedrijven geeft de
geaggregeerde vraagcurve.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller study24. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $21.45. You're not tied to anything after your purchase.