100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Klinische psychologie 3: de klinische praktijk $6.95
Add to cart

Summary

Samenvatting Klinische psychologie 3: de klinische praktijk

1 review
 12 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting yOUlearn + verplichte documenten + hoofdstukken boek

Preview 4 out of 31  pages

  • December 15, 2022
  • 31
  • 2022/2023
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: franklinogunnorin1 • 1 year ago

avatar-seller
Tentamenstof Klinische psychologie 3

Boek: Verbraak, M., Visser, S., van Baar, A. Bouman, T. (2020). Handboek voor gz-
psychologen. Amsterdam, Nederland: Boom.

Cijfer:
 2 instuuropdrachten
 CBI-tentamen van 30 meerkeuzevragen
 Deelname aan practicum bijeenkomst

Tentamenstof:
 yOUlearn: Thema 1 (6 items), Thema 2 (15 items), en Thema 3 (9 items).
 Hoofdstukken: 1, 2, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15.

Leerdoelen:
Nadat je deze cursus hebt bestudeerd, kun je:
- de verschillen tussen generalisten en specialisten benoemen;
- de professionaliseringsmodellen van generalistische en specialistische psychologen
beschouwen;
- de generalistische aanpak bij diagnostiek, indicatiestelling, interventie en
procesbesturing benoemen;
- de generalistische aanpak van de contextuele diagnostiek beschrijven;
- de beroepsvorming van psychologen beschouwen;
- de groei van de klinische psychologie beschrijven;
- de rol van beroepsverenigingen voor psychologen beschouwen;
- de rol van de wet BIG benoemen;
- de verschillende sectoren benoemen waarin generalistisch opgeleide psychologen
werkzaam zijn;
- de verschillende competentiegebieden van generalistisch opgeleide psychologen
beschrijven;
- de verschillende competenties van generalistisch opgeleide psychologen benoemen;
- uitleggen hoe de ggz voor volwassenen in Nederland is georganiseerd;
- uitleggen hoe cliënten bij de verschillende ggz-echelons terecht komen;
- de rol van behandelprotocollen, transdiagnostiek en maatwerk binnen het psychologisch
behandeltraject bediscussiëren vanuit verschillende perspectieven;
- aan de hand van casuïstiek een casusconceptualisatie opstellen;
- aan de hand van casuïstiek een functie- en betekenisanalyse opstellen;
- de rol van de psycholoog en van de cliënt tijdens het psychodiagnostisch proces, de
indicatiestelling en de behandeling beschrijven en beschouwen;
- het nut van zorgstandaarden benoemen en zorgstandaarden gebruiken;
- transdiagnostische factoren en behandelingen benoemen;
- de rol van preventie voor generalist-psychologen beschouwen
- terugvalpreventie toepassen op concrete probleembeschrijvingen;
- het belang van cliënt- en naastenperspectief en diversiteit toelichten en uitleggen hoe
een psycholoog hier rekening mee dient te houden;
- de taken en verantwoordelijkheden van een regiebehandelaar benoemen, en tevens
uitleggen hoe dit afwijkt van die van een medebehandelaar;
- het uitgangspunt en de componenten van evidence-based practice toelichten en
aangeven waarom dit van belang is voor het dagelijks werk van een psycholoog;
- de beroepsethiek en wetten die van toepassing zijn op psychologen beschrijven.

Nadat je de studietaak van Thema 1 hebt doorlopen, kun je:
- de verschillen tussen generalisten en specialisten benoemen.
- de professionaliseringsmodellen van generalistische en specialistische psychologen
beschouwen.

,- de generalistische aanpak bij diagnostiek, indicatiestelling, interventie en
procesbesturing benoemen.
- de generalistische aanpak van contextuele diagnostiek beschrijven.
- de beroepsvorming van psychologen beschouwen.
- de groei van de klinische psychologie beschrijven.
- rol van beroepsverenigingen voor psychologen beschouwen.
- de rol van de wet BIG benoemen.
- de verschillende sectoren benoemen waarin generalistisch opgeleide psychologen
werkzaam zijn.
- de verschillende competentiegebieden van generalistisch opgeleide psychologen
beschrijven.
- de verschillende competenties van generalistisch opgeleide psychologen benoemen
- uitleggen hoe de ggz voor volwassenen in Nederland is georganiseerd.
- uitleggen hoe cliënten bij de verschillende ggz-echelons terecht komen.

Nadat je de studietaak van Thema 2 hebt doorlopen, kun je:
- de rol van behandelprotocollen, maatwerk en transdiagnostiek binnen het psychologisch
behandeltraject bediscussiëren.
- aan de hand van casuïstiek een casusconceptualisatie opstellen.
- aan de hand van casuïstiek een FA en BA opstellen.
- transdiagnostische factoren en behandelingen benoemen.
- aan de hand van casuïstiek uitleggen hoe specifieke cognitief-gedragstherapeutische
interventies aangrijpen op mechanismen die psychische klachten in stand houden.
- de rol van de psycholoog en van de cliënt tijdens het psychodiagnostisch proces, de
indicatiestelling en de behandeling beschrijven en beschouwen.
- het nut van zorgstandaarden benoemen en zorgstandaarden gebruiken.
- de rol van preventie voor psychologen beschouwen.
- terugvalpreventie toepassen op concrete probleembeschrijvingen.

Nadat je de studietaak van Thema 3 hebt doorlopen, kun je:
- het belang van cliënt- en naastenperspectief en van diversiteit (voortvloeiend uit een
migratieachtergrond) toelichten, en uitleggen hoe een psycholoog hiermee rekening
dient te houden.
- de taken en verantwoordelijkheden van een regiebehandelaar benoemen, en tevens
uitleggen hoe die afwijken van die van een medebehandelaar.
- het uitgangspunt en de componenten van evidence-based practice toelichten en
aangeven waarom dit van belang is voor het dagelijks werk van een psycholoog.
- uitleggen waarom en op welke wijze diverse aspecten – zoals diversiteit,
kennisbevordering en innovatie – van belang zijn in het dagelijks werk van klinisch
georiënteerde psychologen.
- de beroepsethiek en wetten die van toepassing zijn op het werk van psychologen
beschrijven.

,Klinische psychologie 3.
In deze cursus krijg je een beeld van het werkveld van klinisch georiënteerde psychologen
die werkzaam zijn in de gezondheidszorg.

Thema 1 – Organisatie van de zorg.
Psychologen zijn generalistisch opgeleid: ze werken in verschillende sectoren, met
verschillende problematieken en met verschillende methoden.

Thema 1.1 – Wat is een generalist?
Het optelmodel stelt dat specialisten meer ervaren zijn dan generalisten, en daardoor meer
effect oogsten dan generalisten (geen wetenschappelijk bewijs). Het complementaire model
stelt dat een specialist expertise heeft op het gebied van een bepaald probleem of in een
bepaalde context, terwijl een generalist brede expertise heeft met oog voor de context.
Daarom wordt een generalist gezien als breedte-expert, en een specialist als diepte-expert.

Het optelmodel en het complementaire model komen overeen als het gaat om de
organisatorische plaatsbepaling van generalisten en specialisten. De generalist speelt aan
het begin van de zorgcyclus een rol. Als de generalist en de cliënt het probleem niet kunnen
oplossen, wordt de specialist ingeschakeld.

In deze cursus zien we een generalist als breedte-expert. Deze expertise sluit het beste aan
bij de behoefte in het begin van de zorgcyclus.

Mevrouw Vervoort (37 jaar) heeft een promotie gekregen op werk, maar kan daar niet van
genieten. Ze heeft last van buikpijn en slapeloze nachten, en vermijdt het voorbereiden van
presentaties. Een generalistische psycholoog zal bij de diagnostiek de klacht van mevrouw in
de context plaatsen. Dit kan met het KOP-model: K is klachten, O is omstandigheden, en P
is persoonlijke stijl. Bij mevrouw Vervoort is dit als volgt: K is buikpijn en slapeloze nachten
en vermijdingsgedrag, O is nieuwe functie waarbij ze moet presteren, en P is ambitieuze
houding en hard werken en sociaal angstig. Na het diagnostisch proces (stap 1) zal mevrouw
Vervoort verder gaan met indicatiestelling (stap 2) > interventie (stap 3) > procesbesturing/
voortgangsbewaking (stap 4). Mevrouw Vervoort heeft in elke fase een andere rol, namelijk
probleemeigenaar in stap 1, oplossingseigenaar in stap 2, uitvoeringseigenaar in stap 3, en
evaluatie- en proceseigenaar in stap 4.

>Samenvatting Hoofdstuk 15 – Generalistisch handelen.
In het optelmodel wordt een professional specialistischer naarmate hij over meer kennis
beschikt, en is de generalist onervaren en dus nog geen specialist. Tussen generalist en
specialist zit zowel een hiërarchische lijn als een zekere organisatorische plaatsbepaling.
Vaak gaat het waardeoordeel schuil dat de generalist wat pragmatischer is, en ‘kort door de
bocht’ kan gaan. Iemand is slechts tijdelijk generalist. Specialisten zijn beter in
probleemanalyse, kunnen betekenisvolle patronen construeren, beschikken over meer
routines, en kunnen beter tegen externe druk. Het optelmodel is nog dominant in het
curatieve medische model.

In het complementaire model worden specialist en generalist respectievelijk gedefinieerd als
dieptespecialist en breedtespecialist. Expertisevorming leidt niet tot meer en beter, maar tot
anders. Hier zit ook een organisatorische plaatsbepaling, gebonden aan efficiency en
pragmatiek. Wel is minder sprake van hiërarchie, en zijn de onderlinge verhoudingen minder
complex. Het probleem is gelaagd, dus er is niet één juiste interpretatie. Huijgen heeft de
bijzondere positie en expertise van huisartsen voor het voetlicht geplaatst. Het
stresscopingmodel biedt de huisarts-generalist een contextueel kader. Huber maakt

, onderscheid tussen uitdagingen in het leven en het vermogen daarmee om te gaan. Het
onderscheid tussen klachten en welbevinden maakt een meersporenbeleid mogelijk.

In Nederland is de organisatie van de algemene gezondheidszorg gebaseerd op het model
van complementariteit. Generalistische zorg via de huisarts en POH is vaak de eerste stap
binnen de professionele gezondheidszorg. De huisarts bepaalt of verwijzing naar de
specialist nodig is. Binnen de ggz start de psycholoog-generalist met een verkenning van het
probleem in context, en is een regisseur die de cliënt helpt zijn rol weer op te pakken en
eigen regisseur te worden. De diagnostiek is vooral contextueel, en kan middels het KLOP-
model: klachten = lijf * omstandigheden * persoonlijke stijl. Stap 1 is het zoeken naar de
meest passende probleemdefinitie. Stap 2 is het zoeken naar de meest passende oplossing.
Hierbij kunnen kernels, ofwel minimale interventies, een rol spelen. Stap 3 is het uitvoeren
van interventies. Stap 4 is de processturing en voortgangsbewaking. De generalist maakt
gebruik van feedback, zoals routine outcome monitoring (ROM). Het is belangrijk dat de
cliënt ‘eigenaar’ wordt van het probleem, de oplossing, de uitvoering, de evaluatie en het
proces. Het onderscheid tussen generalist en specialist betreft de wijze waarop het probleem
wordt waargenomen en gedefinieerd, de complexiteit van de problematiek, en de duur en
intensiteit van behandeling.

Opdrachten Thema 1.1.
Het optelmodel en het complementaire model verschillen van elkaar in hun beschrijving van
de verhouding tussen generalisten en specialisten. In het optelmodel zijn specialisten meer
ervaren en oogsten daarom meer effect (geen wetenschappelijk bewijs). In het
complementaire model heeft een specialist expertise op het gebied van een bepaald
probleem of in een bepaalde context, terwijl een generalist brede expertise heeft met het oog
voor de context. Een generalist is dus een breedte-expert, en een specialist een diepte-
expert.

Het optelmodel en het complementaire model komen overeen als het gaat om de
organisatorische plaatsbepaling van generalisten en specialisten. De generalist speelt aan
het begin van de zorgcyclus een rol. Als de generalist en de cliënt het probleem niet kunnen
oplossen, wordt de specialist ingeschakeld.

Casus mevrouw Vervoort – Mevrouw Vervoort (37 jaar) wordt vanwege sociale
angstklachten doorverwezen naar de psycholoog-generalist. De diagnostiek begint met het
plaatsen van de klacht in de context, zoals het huiselijke of werkleven. Het KOP-model wordt
toegepast: K = buikpijn, slapeloze nachten, vermijdingsgedrag; O = nieuwe functie waarbij ze
moet presenteren; P = ambitieuze houding, hard werken, sociaal angstig. Na de diagnostiek
(stap 1) zijn de vervolgstappen indicatiestelling (stap 2), interventie (stap 3), en
procesbesturing/ voortgangsbewaking (stap 4). De generalist moet de cliënt zoveel mogelijk
de regie over het behandelproces laten nemen, dus de cliënt moet ‘eigenaar’ worden van de
stappen.

Hoe de geestelijke gezondheidszorg (ggz) in Nederland wordt georganiseerd, is vastgelegd
in twee wetten: de Zorgverzekeringswet en de Jeugdwet. De bekostiging van de ggz wordt
vanaf 1 januari 2022 geregeld volgens het zorgprestatiemodel en niet meer via producten en
dbc's op basis van de DSM-classificatie.

Hoe is de verhouding basis- en gespecialiseerde GGZ?

Wat is de specifieke doelpopulatie van een GGZ-centrum? Met andere woorden: met welk
type stoornissen meldt men zich voornamelijk aan voor behandeling bij een GGZ-centrum?

Wat zijn de taken van een GGZ-centrum?

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller studentpsychologieou. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.95. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

50843 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.95  1x  sold
  • (1)
Add to cart
Added